HC9 Flashcards
Wat is het verschil tussen ne bis in idem en samenloop?
Bij ne bis in idem gaat het over de vervolging. Je mag niet twee keer dezelfde persoon voor hetzelfde feit vervolgen. Het gaat hierbij om ongelijktijdig iemand dagvaarden. Het kan hier ook gaan om de wijziging van de tenlastelegging.
Samenloop gaat over de vraag wat de maximale straf is die je kan opleggen. Het gaat hier om gelijktijdigheid.
Bij beide moet je toetsen of er sprake is van hetzelfde feit, maar er wordt wel iets anders getoetst
Je kan op drie manieren aan hetzelfde feit toetsen. Op welke manieren en leg uit.
- Feitelijk perspectief: Je toetst de gedraging van de verdachte. Je kijkt vooral naar de tenlastelegging en je gaat die vergelijken. Je kijkt naar:
Tijd, plaats, omstandigheden en aard en kennelijke strekking (wat wil de verdachte bereiken?) - Normatief perspectief (juridisch): Je kijkt naar de rechtsbelangen of rechtsgoederen. Je toetst aan: rechtsbelangen (waar zien die op) en strafmaxima
- Gecombineerd perspectief
Welke rechtsgoederen zijn er zoal?
- Openbare orde
- Huisrecht
- Eigendomsrecht
- Lichamelijke integriteit
- Algemene veiligheid van personen of goederen
- Ambtelijk gezag
- Openbare trouw
- Algemene eerbaarheid
- Menselijk leven
- Privacy
- Vermogen
- Volksgezondheid
Etc
Welk perspectief gebruik je bij het toetsen van ne bis in idem aan de hand van art. 68 Sr?
Je gebruikt een feitelijk en normatief perspectief, dus een gecombineerd perspectief. De Hoge Raad wijkt hierbij af van hoe het Hof van Justitie en het EHRM dat doen.
Als je een artikel hebt van het EHRM of van het Hof van Justitie, met welk perspectief moet er dan getoetst worden?
Feitelijke benadering. Dat komt omdat ne bis in idem niet geharmoniseerd is. Als je er op Europees niveau iets van moet zeggen, dan kan het zo zijn dat het in andere landen heel erg afwijkt.
Hoe weet je of je moet toetsen aan art. 68 Sr, dus met een gecombineerd perspectief of een artikel uit EHRM of Hof van Justitie, dus met een feitelijk perspectief?
Dat zie je aan wat er ten laste is gelegd, dus welk artikel
Moet je voor het wijzigen van de tenlastelegging toetsen aan hetzelfde feit? Leg uit.
Ja en op het moment dat je de tenlastelegging wijzigt van A naar B, dan spreek je nog steeds van hetzelfde feit. Als er na de wijziging van de tenlastelegging sprake is van een ander feit, dan mag het niet worden gewijzigd.
Welk perspectief wil je als verdachte dat wordt gehanteerd wanneer het gaat om opnieuw vervolgen? Waarom?
Je wilt dat er een feitelijk perspectief wordt gehanteerd. Dan kan er niet opnieuw worden vervolgd als iemand al is vrijgesproken of al een straf heeft uitgezeten.
Waar heb je als verdachte baat bij bij een wijziging van de tenlastelegging?
Je hebt er baat bij als je niet te maken hebt met hetzelfde feit, want dan mag het niet worden gewijzigd en dan kan je niet opnieuw worden vervolgd
Wat is het voordeel en het nadeel van het normatieve perspectief?
Het normatieve kan als vangnet worden gebruikt, bv. bij de wijziging van de tenlastelegging. Dit komt positief uit voor de verdachte, want als er normatief sprake is van twee andere feiten, dan kan de tenlastelegging niet veranderd worden. Bij ne bis in idem komt het negatief uit voor de verdachte, want dan zou sprake zijn van twee verschillende feiten en kan er dus opnieuw vervolgd worden. Wat weegt dan zwaarder?
Wat is de vuistregel bij ne bis in idem gezien het normatieve perspectief?
Als er een aanzienlijk verschil zit bij het normatieve perspectief, dan loopt het daarop stuk, dan is er geen sprake van hetzelfde feit. R.o. 2.9.2. Ne bis in idem.
Aanzienlijk is wel heel ruim. Als je ziet dat rechtsbelang en strafmaximum allebei anders zijn, dan is dat wel aanzienlijk. Maar als strafmaximum een paar jaar verschilt, dan is het niet een aanzienlijk verschil. Stel het is een geldboete en een gevangenisstraf, dan is het wel een aanzienlijk verschil.
Als je twee tenlasteleggingen hebt en die moet je toetsen aan hetzelfde feit. Hoe doe je dat dan?
Je gaat ze vergelijken per perspectief. Dus je kijkt eerst feitelijk. Dan ga je vergelijken op basis van tijd, plaats en omstandigheden.
Daarna toets je normatief. Dan ga je kijken naar strafmaxima en rechtsgoederen.
Als een artikel van het EHRM en van het Handvest wordt opgelegd, welk perspectief moet dan gehanteerd worden?
Er moet dan met een feitelijke benadering worden getoetst. Onder voorwaarden is het toelaatbaar om een bestuurlijke en strafrechtelijke procedure te gebruiken. Feitelijk: het relevante criterium voor de toepassing van dit artikel is de gelijkheid van de materiële feiten, begrepen als het bestaan van een geheel van feiten die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, ongeacht de juridische kwalificatie van deze feiten of het beschermde rechtsbelang”.
Wat houdt de samenloopregeling in?
Het voorkomen van onevenredige bestraffing en onevenredige aansprakelijkstelling. Het heeft dus een tweeledig doel. De samenloopregeling is van toepassing bij gelijktijdige berechting van meerdere strafbare feiten
Er zijn drie vormen van samenloop. Welke, wat houdt het in en welk stelsel wordt hierbij gebruikt?
- Eendaadse samenloop (concursus idealis), art. 55 Sr.
Een feit, één verwijt. Een feit dat valt in meer dan één strafbepaling. Slechts één van die bepalingen wordt toegepast. Het gaat hier om een absorptiestelsel: alleen de hoogste straf wordt toegepast. - Voortgezette handeling, art. 56 Sr. Verschillende gedragingen volgen elkaar in tijd op, maar lijken zo er op elkaar dat er sprake is van één verwijt. Absorptiestelsel: Hoogste straf is strafmaximum
- Meerdaadse samenloop (concursus realis), art. 57 Sr. Meerdere feiten, meerdere verwijten. Ze staan allemaal in de tenlastelegging en worden tegelijkertijd vervolgd en berecht. Beperkte cumulatiestelsel: hoogste straf + 1/3 van de hoogste straf.