HC8 Flashcards
Wat zijn de algemene leerstukken instapseis voor alle deelnemingsvormen?
- Dit is de eerste stap: Accessoriteit: De handeling van de verdachte moet hebben bijgedragen aan het ten laste gelegde feit. Er moet goed worden neergezet wat het feit is en hoe die zou hebben bijgedragen.
Vereisten:
- Deelneming aan het strafbare feit
- Voltooid, dan wel onvoltooid. Deelneming aan een poging is ook strafbaar. - Dit is de laatste stap: Dubbel opzet: Op de deelnemingsvormen en op het grondfeit. Opzet op het grondfeit is niet altijd vereist, alleen bij een doleus delict. Het moet gericht zijn op de bestanddelen uit de delictsomschrijving en niet op geobjectiveerde bestanddelen.
Wat is het stappenplan van medeplegen?
- Accessoriteit
- Nauwe en bewuste samenwerking, waarbij de deelnemer een voldoende substantiële bijdrage leverde aan het feit. Alleen als de bewezenverklaarde intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is.
Wat betekent een nauwe, volledige samenwerking? Welke stappen vallen hieronder?
Nauwe, volledige samenwerking: Is de bijdrage van de verdachte van wezenlijk belang geweest?
- Hebben we te maken met een gezamenlijke uitvoering?
Dit valt te zien aan:
1. Zijn er uitvoeringshandelingen verricht? –>
Handelingen waarbij je een of meer bestanddelen van het grondfeit hebt vervuld. Kijk hier naar de delictsomschrijving.
2. Inwisselbaarheid van rollen –> Zijn de rollen toevallig ontstaan of was dit duidelijk van te voren afgesproken? Is er een gelijkwaardig aandeel geweest aan het delict?
- Geen uitvoeringshandelingen, zie dan de gezichtspunten van overzichtsarrest medeplegen:
1. Intensiteit van de samenwerking
2. Onderlinge taakverdeling
3. Belang van de rol van de verdachte in de voorbereiding, uitvoering en afhandeling van het delict
4. Niet distantiëren –> Dit heeft vaak niet een grote betekenis.
a. De verdachte moet weten dat het gaat om een wederrechtelijk feit
b. De verdachte moet de mogelijkheid hebben om zich te distantiëren - (Aard van het delict): Jouw aanwezigheid zonder dat je iets hebt gezegd of gedaan, kan ook nauwe samenwerking zijn, omdat het dreigend over kan komen.
Wat houdt de bewuste samenwerking in?
Kernvraag: Zijn alle bestanddelen van de delictsomschrijving door alle deelnemers gezamenlijk gewild?
Dubbel opzet:
- Opzet op de samenwerking: toets willens en wetens samengewerkt
- Opzet op het grondfeit (alleen bij een doleus misdrijf) –> willens en wetens. Opzet moet zijn gericht op de bestanddelen waar het opzet op moet zijn gericht. Mishandeling met de dood ten gevolge hebbende is een geobjectiveerde bestanddeel. Daar heb je geen opzet voor nodig, dus als dat zo is, dan heb je alsnog opzet op de mishandeling en ben je ook verantwoordelijk voor de dood ten gevolge
Wat is het stappenplan van medeplichtigheid?
- Accessoriteit –> Het moet gaan om een misdrijf
- Bevorderen/vergemakkelijken van het misdrijf
a. Je moet het daadwerkelijk hebben bevorderd of vergemakkelijkt
b. Dubbel opzet:
- Op de deelnemingshandeling
- Op het grondfeit: Voorwaardelijk opzet volstaat onafhankelijk van wat er in het grondfeit staat (ook dus bij oogmerk) –> op de koop toenemen dat door jouw handeling het feit kan worden bewerkstelligd
Wat gebeurt er in de casus overzichtsarrest medeplegen?
Er was sprake van 3 verdachten die op enig moment op 2 scooters aan komen rijden bij een park. 2/3 lopen naar 2 jongens die op het bankje zitten. De derde jongen, de verdachte, die blijft bij de twee scooters staan. De andere twee stelen wat goederen van de 2 jongens, onder bedreiging van een balletjespistool. De jongen bij de scooter staat op 5 meter afstand. Hij doet niets. De jongens gaan weg op de scooters. Tenlastegelegd: diefstal in vereniging met geweld/medeplegen van afpersing. Het hof veroordeelt ook de derde jongen voor medeplegen van afpersing/diefstal in vereniging met geweld. Wat stelt het hof vast? De jongen stond op 5 meter afstand. De jongen was niet aanwezig bij het smeden van de plannen. Hij gaf wel het balletjespistool, zonder dat hij wist waar het voor werd gebruikt. Toen hij wist waar het voor was, wilde hij niet mee. Hij bleef op afstand. Hof zei medeplegen, maar was er sprake van een substantiële bijdrage. Hof zei van wel, maar HR casseerde. Balletjespistool gegeven, typische medeplichtigheidsgedraging. Van zijn lijfelijke aanwezigheid was een bepaalde dreiging, zei het Hof. De derde jongen heeft zich niet gedistantieerd. Hij was niet weggegaan, maar had dit wel kunnen. HR casseerde. De motivering van het Hof was niet voldoende. HR greep dit arrest aan om het verschil tussen medeplegen en medeplichtigheid duidelijk te maken, o.a. van de typische medeplichtigheidsgedraging. Het moest wel secuurder worden gemotiveerd, met relevante beoordelingsfactoren.
In beginsel ging het Wetboek van Strafrecht uit van de fysieke handelingsleer, degene die fysiek de handelingen doet, die kan als dader worden aangemerkt, maar sinds het arrest Ijzerdraad is ook functioneel daderschap strafbaar. Vertel iets over het arrest. Wat zijn de ijzerdraadvoorwaarden?
Een eigenaar had een exportbedrijf. Hij werd vervolgd voor het niet juist invullen van een rapport. Hij zei ik heb zelf de formulieren niet ingevuld; dat heeft een werknemer van mij gedaan. Kon de eigenaar aansprakelijk worden gehouden voor de gedragingen van de werknemer? Dat kan bij de volgende voorwaarden:
- Als de eigenaar erover heeft kunnen beschikken over het feit dat de handelingen zijn begaan. Kon de eigenaar ingrijpen?
- Aanvaarden. Heeft de eigenaar het blijkbaar gebillijkt?
Dit zijn cumulatieve voorwaarden. Als hieraan is voldaan, dan kan de eigenaar functioneel daderschap hebben.
Dat betekent ook: lijfelijke aanwezigheid is niet altijd vereist
Waar gaat HR Containerdiefstal over? Wat blijkt hieruit?
De verdachte had en groot aandeel aan de voorbereiding, maar tijdens het plegen van diefstal, bij de kernhandeling van de diefstal, was hij zelf niet fysiek aanwezig. Er werden containers met inhoud gestolen. De verdachte had wel een grote rol hierbij. Hij had de containers uitgedacht en gesorteerd. Hij had een daftrekker gekocht en daarop konden dingen worden geplaatst om de containers te vervoeren. Hij had ook een loods geregeld voor de inhoud. Hij had de sleutel van de loods en de daf gegeven aan de fysieke daders. Hij had ze rondgeleid op de locatie. Ze moesten bellen als het was gelukt. HR: dit duidt op een nauwe samenwerking. Dit is belangrijk om te weten, omdat deze manier van kijken naar daderschap invloed heeft gehad op de deelnemingsvormen. bij die deelneming gaat het over het gezamenlijk vervullen van een delictsomschrijving. Er zijn meerdere personen betrokken bij een strafbaar feit en die mensen samen vervullen de bestanddelen van de delictsomschrijving. Lijfelijke aanwezigheid is niet altijd vereist.
Welke vormen van deelneming zijn er?
- Doen plegen
- Medeplegen
- Uitlokken
- Medeplichtigheid
Wie kunnen worden aangemerkt als dader?
Medepleger, pleger, doenpleger en uitlokker en uitgelokte.
Wat is een voorbeeld van doenplegen?
Arrest Melk en Water –> AVAS. De loopjongen wist niet dat zijn baas het gedaan had. Hij was een willoos werktuig in dienst van de doenpleger. De loopjongen was niet strafbaar
Wat houdt medeplegen in?
Het samen plegen, meedoen. Dit is het sterkst verwant aan plegen
Wat is uitlokken?
De uitlokker beweegt een ander tot het begaan van een strafbaar feit. De uitlokker en de uitgelokte zijn allebei strafbaar. De uitgelokte is strafbaar als pleger. De uitlokker is de kwade genius. Het strafwaardige van de uitlokker is dat hij bij de ander het voornemen doet bestaan van het plegen van een strafbaar feit.
Wat is medeplichtige?
Een medeplichtige is geen dader. Hij heeft het misdrijf, dat een ander is begaan, vergemakkelijkt of op een andere manier soepeler doen verlopen, bv. een vluchtauto geregeld
Waarom is deelneming ernstig?
Het is intimiderender voor de slachtoffers. Daarbij komt dat als je een feit met meerdere mensen wil plegen, dat de kans dan groter is om het daadwerkelijk door te zetten, omdat er mensen zijn die je kunnen overtuigen om het wel te doen.