J. Wet- en regelgeving Flashcards

1
Q

Wat moet allemaal op een recept staan?

A

Naam voorschrijver
Adres ziekenhuis
Telefoonnummer arts

Plaats en datum

Naam/sterkte/hoeveel/gebruik geneesmiddel

Paraaf

Naam, adres, geboortedatum patiënt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat moet op een recept vermeldt worden als het afwijkt?

A

Nierfunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Van welke geneesmiddelen moet de reden van voorschrijven worden vermeld?

A
  • Carbamazepine
  • Fluconazol
  • Methotrexaat
  • Rifampicine

Indicatie moet vermeld worden, omdat er meerdere indicaties zijn met uiteenlopende doseringen, ze hebben een smalle therapeutische breedte of groot risico op ernstige bijwerkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe schrijf je het geneesmiddel op een recept?

A

Regel 1 = R/ Stofnaam en sterkte
Regel 2 = Welke toedieningsvorm (tablet, capsule) en welk aantal (dtd tabl. no 15)
Regel 3 = S/ wat moet op het etiket, zoals hoe vaak per dag, tijdstip van inname, kuur afmaken, geen voertuig besturen etc. (4dd1 kuur afmaken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat moet je aanpassen op het recept bij een opïoid?

A
  • Sterkte van het preparaat en aantal af te leveren eenheden voluit schrijven in letters.
  • Handtekening i.p.v. paraaf op het recept.
  • Aantal herhalingen voluit schrijven met letters.
  • Per recept briefje mag maar 1 geneesmiddel voorgeschreven worden.
  • Recept moet met onuitwisbare inkt geschreven worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Voorbeeld recept van opïoid?

A

Naam, voorletters en volledig adres van arts

Plaats en datum

R/ Morfine tien mg
Tab. retard. dtd No veertien

S/ Elke 12 uur 1 tablet (max. 4 per dag)

Handtekening

Tweemaal herhalen

Naam, geboortedatum en adres patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke klachten kan een patiënt ervaren wat ervoor zorgt dat de rijgeschiktheid wordt beïnvloed?

A
  • Duizeligheid
  • Sufheid
  • Afgenomen concentratievermogen
  • Verminderde aandacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is categorie 0 van rijveiligheid?

A

Het geneesmiddel is veilig voor deelname in verkeer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is categorie 1 van rijveiligheid?
Welke middelen vallen hier onder in welke dosering?

A

Weinig invloed op rijvaardigheid. Vergelijkbaar met alcoholconcentratie <0.5 promille.

  • Temazepam t/m 20mg (pt mag t/m 8 uur na inname niet rijden)
  • Oxazepam tot 50mg (pt mag t/m 16 uur na inname niet rijden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is categorie 2 van rijveiligheid?

A

Licht tot matig negatieve invloed op rijvaardigheid.
Vergelijkbaar met alcoholconcentratie van 0.5-0.8 promille.
Patiënt mag bij start van het geneesmiddel niet rijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is categorie 3 van rijveiligheid?
Welke middelen vallen hier onder?
Wanneer mogen patiënten weer rijden?

A

Ernstig of potentieel gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid.
Vergelijkbaar met alcoholconcetratie >0.8 promille.

  • Sommige benzodiazepines
  • Opiaten (tramadol)
  • Sommige anti-epileptica
  • Sommige antihistaminica (clemastine)
  • TCA’s
  • Sommige antipsychotica

Patiënt mag weer rijden als het middel gestopt is, of als de bijwerkingen na enige tijd minder zijn geworden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer mag de patiënt weer rijden als hij morfine in lage dosering gebruikt of tramadol? (categorie 3)

A

Na twee weken gebruik zonder bijwerkingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer mag de patiënt weer rijden als hij temazepam (>20mg) en oxazepam (>50mg) gebruikt? (categorie 3)

A

Bij dagelijks gebruik van deze doseringen, is rijden helemaal niet toegestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer mag een patiënt weer rijden als hij clemastine gebruikt? (categorie 3)

A

Rijden is helemaal niet toegestaan, ongeacht de dosering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe weet de patiënt wanneer hij of zij niet mag rijden?

A

Artsen en apothekers zijn verplicht om bij de medicatie, die zij voorschrijven of afleveren, waarbij rijvaardigheid wordt beïnvloedt, uit te leggen dat de patiënt niet mag rijden.

Een bestuurder is strafbaar als deze rijdt onder invloed van deze medicijnen waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten dat rijvaardigheid verminderd kan worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly