inleiding Flashcards
1
Q
gemeenschappelijke functies (5)
A
- reactievermogen
- groei
- voorplanting
- beweging
- stofwisseling (metabolisme)
2
Q
3 hemeostatische regelsystemen
A
- receptor
- besturingscentrum/ integratiecentrum
- effector
3
Q
anatomie indelen in 3 stadia’s
A
- macroscopische anatomie
- microscopische anatomie
- topografische anatomie
4
Q
cel
A
kleinste structurele eenheid van de levende wezens
5
Q
prokaryoten
A
bacteriën en blauwwieren
6
Q
stelling; prokaryoten bevatten intracellulaire compartimenten
A
onjuist, ze bevatten geen duidelijke intracellulaire compartimenten –> het erfelijke materiaal (DNA) ligt verspreid in het cytoplasma
7
Q
2 duidelijke structuren prokaryoot
A
- cytoplasma
- kernzone
- stevige elastische wand
8
Q
structuren eukaryote cel
A
- kern, mitochondriën, chloroplasten (alleen bij planten), golgi-apparaat, endoplasmatisch reticulum, lysosomen (alleen bij dieren)