hoofdstuk 4 Flashcards

1
Q

interfase

A

inhoud verdubbelen van de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

celdeling bestaat uit 2 celen

A
  • kerndeling (karyokinese)

- deling van cytoplasma ( cytokinese)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

geheel van celdeling en interfase

A

celdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

s-fase

A

DNA verdubbeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mitose

A

kerndeling, 2 dochtercellen met dezelfde chromosoominhoud als de ouderlijke cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 stadia mitose

A
  1. ) profase
  2. ) metafase
  3. ) anafase
  4. ) telofase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

profase

A

condenseert het chromatinemateriaal tot de X-vormig chromosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

metafase

A

de kinetochoor-microtubuli zorgen ervoor dat de chromosomen allemaal naast elkaar in het middenvlak van de cel komen te liggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

anafase

A

de kinetochoormicrotubuli korter waardoor de dochterchromatiden uit elkaar worden getrokken en vrij snel naar de polen van de cel bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

telofase

A

de kinetochoor microtubuli verdwijnen en chromosomen despiraliseren, rond elke groep van chromosomen wordt een nieuwe kernmembraan aangelegd en ook de nucleolus verschijnt opnieuw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

meiose

A

reductiedeling (kerndeling), uit 1 ouderlijke cel ontstaan 4 dochtercellen, met elk half zo veel chromosomen als de ouderlijke cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

interkinese

A

periode tussen 2 kerndelingen (meiose 1 en meiose 2)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

meiose 1; profase 1 ; 5 substages

A
  1. ) leptoteen
  2. ) zygoteen
  3. ) pachyteen
  4. ) diploteen
  5. ) diakinesis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly