hoofdstuk 7 Flashcards
4 weefsels
- ) dekweefsel = epitheel
- ) bindweefsels
- ) spierweefsel
- ) zenuwweefsel
dekweefsel/bedekkend epitheel
vormt de grens tussen de buitenwereld en het individu of begrenst 2 verschillende biologische compartimenten –> geen intercellulaire ruimte!!
basale membraan
netwerk van vezels waar membraan van de cel op rust
epitheelcellen kunnen met elkaar verbonden zijn door (4)
- tight junctions
- gap junctions
- desmosomen
- hemi-desmosomen
bedekkende epitheel wordt geklasseerd volgens 3 morfologische karakteristieken
- ) het aantal cellagen waaruit het epitheel is opgebouwd
- ) de vorm van de cellen die de bovenste laag opbouwen
- ) de aanwezigheid van oppervlaktespecialisaties
epitheelindeling naargelang de vorm (4)
- ) plaveiselepitheel; 1 lagig
- ) cuboïdaal epitheel ; even hoog als breed
- ) cylindrisch epitheel; pseudomeerlagig epitheel = valse indruk meerlagig
- ) transitioneel epitheel; kunnen van vorm veranderen
functies epitheelweefsel(4)
- bescherming
- regulering van de doorlaatbaarheid
- zintuigfunctie
- productie van secreties
enkelvoudige klieren
klieren met 1 afvoergang
samengestelde klieren
verschillende afvoergangen komen samen in 1 afvoergang
exocriene klieren
geven hun producten af via een afvoerbuis naar een uitwendig of inwendig oppervlak
endocriene klieren
geven hun producten (hormonen) af zonder een afvoerbuis
functie bindweefsel
- steun, stevigheid en bescherming
- transport van voedings- en afvalstoffen naar en van de omliggende weefsels
- afweer
- reserve- en stapelfunctie
3 groepen vezels
- collagene vezels
- elastische vezels
- reticulaire vezels
grondsubstantie
vult de ruimte op tussen de cellen en vezels
functies van vetweefsel(4)
- reserve van energie
- zorgt voor goede isolatie
- dient als stootkussen
- bepaald de vorm van het lichaam
2 soorten vetweefsel
- univacuolair vetweefsel
- plurivacuolair vetweefsel
univacuolair vetweefsel
bestaat uit vetcellen of adipocyten met een grote, met vet gevulde vacuole
plurivacuolair vetweefsel
beschermt de baby tegen de kou en verdwijnt in de loop van de kinderjaren
3 soorten kraakbreen
- hyalien of glasachtig kraakbeen
- elastisch kraakbeen
- vezelig kraakbeen
4 membranen op weefselniveau
- slijmvliezen
- sereuze membranen
- de huid
- synoviaalvliezen (gewrichtsvliezen)
doel van contractie
verkorten van de spier waardoor krachtontwikkeling mogelijk wordt
3 soorten spierweefsel
- dwarsgestreept spierweefsel
- glad spierweefsel
- hartspierweefsel
verschil tussen endomysium en perimysium
endopysium omgeeft enkele spiervezels en het perimysium omgeeft een groep van spiervezels
ander woord voor epimysium
fascia