hoofdstuk 2 deel 2 Flashcards
3 celverbindingen
- kanaaljuncties
- desmosomen
- stevige juncties
functies van celverbindingen (3)
- communicatie tussen cellen (kanaaljuncties)
- vastmaken van de cellen aan elkaar (desmosomen)
- creëren van een fysische barrière (stevige junctie)
kanaaljuncties
cilindervormige structuren–> hydrofiel
waar bestaat desmosomen uit ? (2)
- 2 eiwitplaten
- centrale lamel in de intercellulaire ruimte
wat is het verschil tussen stevige junctie en de andere verbindingen?
bij stevige junctie blijft de intercellulaire ruimte niet bestaan
functie rode bloedcel
transport van zuurstof vanuit de longen naar de weefsels en van het afvalproduct koolzuur terug naar de longen
waarom vertoont de inwendige membraan bij mitochondrium instulpingen?
oppervlaktevergroting van de membraan zonder dat het volume van het cellichaam toeneemt
cristae
instulping
functie mitochondria
energievoorziening –> o2 ademhaling
mitochondriale matrix + functie
structuurloze vloeistof, bevat enzymen die nodig zijn voor de oxidatieve afbraak
oxidatieve afbraak
manier om ATP te maken voor zuurfstof O2
endoplasmatisch reticulum
netwerk van membranen dat een op zichzelf afgesloten ruimte vormt binnen de cel
het endoplasmatisch reticulum bestaat uit 3 types
- RER = ruw endoplastmatisch reticulum
- SER = glad endoplasmatisch reticulum
- TER = transitioneel endoplastmatisch reticulum
ribosomen
zijn kleine partikels die in alle levende organismen de plaatsen vormen waar de eiwitsynthese plaatsvindt
functie van RER
synthese van specifieke proteïnen, voornamelijk bestemd voor export