hoofdstuk 1 Flashcards
membranen
duidelijke afgelijnde vet- of olieachtige zones
4 macromoleculen
- suikers, lipiden, eiwitten en nucleïnezuren (ook wel biomoleculen genoemd)
anorganische moleculen(3)
zuurstof, water en ionen
polair
hydrofiel / wateraantrekkend
ander woord voor apolair
lipofiel of vetoplosbaar
enkelvoudige suikers
monosachariden
uit welke atomen bestaan monosachariden? (3) (enkelvoudige suikers)
C, H en O
glyceraldehyde en dihydroxyaceton
eenvoudigste monosachariden
benaming; 3 C-atomen 4 C-atomen 5 C-atomen 6 C-atomen 7 C-atomen
3 = triose 4 = tetrosen 5 = pentosen 6 = hexosen 7 =heptosen
apolair
hydrofoob / waterafstotend
disachariden
meervoudige suikers –> 2 aan elkaar gekoppelde monosachariden
polysachariden
heel veel aan elkaar gekoppelde monosachariden
lipiden
vetten
functies van lipiden (2)
- reserve functie van de neutrale lipiden
- structurele functie van de fosfolipiden –> bouwsteen voor de membranen
vetzuur
CH3 - (CH2)n - COOH
vetten
neutrale lipiden die bij normale temperatuur vast zijn
oliën
neutrale lipiden die vloeibaar zijn bij normale temperatuur
fosfolipiden
samengestelde lipiden en zijn opgebouwd uit glycerol, 2 vetzuren, fosfaatgroep en een base
hoe ontstaat in water dubbellagen
hydrofiele groepen gaan zoveel mogelijk in contact met het omringende water staan, terwijl de apolaire groepen niet met water in contact staan maar uitsluitend met elkaar of met andere waterafstotende stoffen in de buurt in aanraking komen
functies eiwit (4) + uitleg
- enzymatische werking; katalyseren chemische reacties waardoor stofwisseling versneld en gereguleerd kan worden
- structurele functie
- trandportproteïne
- defensieve functie; beschermen het organisme tegen lichaamsvreemde deeltjes
aminozuur bevat 2 groepen;
- carboxylgroep (-COOH) + aminogroep (-NH2)
nucleïnezuren
stoffen met zure eigenschappen die zich in de kern van de dierlijk en plantaardige cellen bevinden
bouwstenen van nucleïnezuren
nucleotiden
nucleotiden bestandsdelen (3)
pentosesuiker, fosfaatgroep en een base