hulpverlenend gedrag Flashcards

1
Q

altruïsme

A
  1. betekenis
    - tegenovergestelde van egoïsme
    - gedrag waarbij je de ander centraal stelt
    - voordeel aan de ander
    - eigen voordeel minder belangrijk of jezelf benadelen (zelfopoffering)
  2. empathie-altruïsmehypothese (Daniel Batson)
    - altruïsme = indien hulpverlener perspectief noodlijdende kan aannemen
    - vanuit persoonlijke bezorgdheid (door schuldgevoel te vermijden) = eigen ‘lijden’ te verminderen
    - hulpverlenend gedrag stopzetten of ontlopen (indien lijden van ander negeren of ontkennen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de moord op Kitty Genovese

A
  1. algemeen
    - Queens, New York (1964)
    - 3u ‘s nachts werd ze 3x aangevallen (17 messteken)
    - totale duur 32 min
    - 38 omwonenden/getuigen
    - omstandigheden, factoren die helpend gedrag afremmen (vb. ernst niet inschatten, schrik voor eigen leven, iemand anders)
  2. bedenkingen
    - journalistiek = foute weergave feiten (vooral sensatie)
    - psychiaters: angst zelf slachtoffer te worden (= ‘mind your own business’-mentaliteit) EN gewelddadige programma’s = verschil realiteit en fantasie
    - grove ontvangst politie
    - verklaringen = ernstige symptomen of syndromen in maatschappij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

omstaanderseffect of ‘bystander apathy’

A
  1. algemeen
    - Darley & Latané
    - verklaring: diffusie van de verantwoordelijkheid
    - paradoxaal fenomeen = meer getuigen, statisch méér kans dat iemand helpt
    - experimenteel onderzocht
  2. bedenkingen
    - verantwoordelijkheid spreiden (op iemand anders schuiven)
    - minder schuldgevoel achteraf
    - stress door aanwezigheid anderen = ‘bevriest’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

meer experimenten van Darley & Latané

A
  1. experiment 1
    - epilepsieaanval door PsPp
    - zelfde principe bij moord op Kitty
    - mate van hulpbehoevend gedrag
  2. experiment 2
    - Pp zelf in nood (witte rook in wachtkamer bij interview)
    - waarom rook sneller opmerken wanneer men alleen is? = ‘mind your own business’-mentaliteit en alertheid is mogelijk gespreid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

factoren die invloed hebben op het al dan niet bieden van hulp

A
  1. bekendheid van de medegetuigen
  2. competentie van de omstaanders
  3. kosten en baten
  4. inschatting van de ernst van de situatie
  5. kenmerken van de hulpverlener (mate van empathie)
  6. kenmerken van het slachtoffer (uiterlijk, …)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bekendheid van de medegetuigen

A
  1. algemeen
    - angst zich belachelijk te maken / nek uit te steken bij vreemden
    - meer & sneller communicatie met bekende
    - we helpen sneller wanneer medegetuigen geen onbekende zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

competentie van de omstaanders

A
  1. algemeen
    - wat indien er wel andere zijn, maar jij de enige bent die kan helpen?
    - ook diffusie nr verantwoordelijkheid nr medegetuigen die niet of nauwelijks in staat zijn te helpen
  2. voorbeelden
    - fysieke afstand
    - kinderen
    - blinde persoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

kosten en baten

A
  1. sociale uitwisselingstheorie
    - bij al dan niet helpen = afweging van kosten en baten
    - verschillend gewicht van alle elementen (= kosten / baten-balans)
  2. gevolgen
    - negatieve en positieve gevolgen van het helpen
    - negatieve en positieve gevolgen van het niet-helpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

negatieve en positieve gevolgen van het helpen

A
  1. negatieve gevolgen
    - ‘gevaar’ voor jezelf
    - angst om het erger te maken (gevaar voor het slachtoffer)
    - tijdsverlies
    - normconflict: experiment ruzie
  2. positieve gevolgen
    - dankbaarheid
    - goed gevoel
    - vermijden van schuldgevoel / gemoedsrust
    - beloning (financieel, ‘in natura’, erkenning en dankbaarheid)
    - vb. vrijwilligerswerk is goed voor het psychologisch welzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

negatieve en positieve gevolgen van het niet-helpen

A
  1. negatieve gevolgen
    - schuldgevoel
    - teleurstelling in jezelf
    - angst voor sancties
    - motivatie voor hulpverlening meer extrinsiek als intrinsiek
  2. positieve gevolgen
    - omgekeerde van negatieve gevolgen van helpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

inschatten van de ernst van de noodsituatie

A
  1. algemeen
    - inschatten of situatie ernstig is adhv eigen ervaringen, inlevingsvermogen
    - MAAR vaak onduidelijk, tegenstrijdige signalen, weinig ervaring met situatie
  2. hulpverlenend gedrag van anderen
    - non-verbale expressie
    - verbale communicatie (vaak eerste stap nr helpen)
    - het goede voorbeeld (anderen zien helpen) > observationeel leren of modeling (+ gevolgen = meer zin ook te helpen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kenmerken van de hulpverlener

A
  1. algemeen
    - correlatie persoonlijkheidsvragenlijst en hulpverlening (Darley & Latané): zeer laag (niet significant) = persoonlijkheid geen onmiddellijke oorzaak
    - voorspellende waarde, ook wel persoonlijkheidscoëfficiënt
  2. situatie-afhankelijk
    - zich verantwoordelijk of competent voelen
    - gemoedstoestand
    - empathie (gemeenschappelijke kenmerken)
    - ene persoon zal in welbepaalde situatie helpen, met en door zijn persoonlijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kenmerken van het slachtoffer

A
  1. verwantschap
    - in onze buurt, omgeving (= letterlijk betrokken)
    - mensen die op ons lijken of op wie we willen gelijken
    - iemand waarmee je je identificeert
    - mogelijk omwille van ervaren van meer empathie of sympathie?
  2. bekendheid
    - ‘vriend van het slachtoffer’ (of voorafgaande kennismaking) (ongeschreven regel is sociaal gedrag: zorg voor je vrienden)
    - groter verantwoordelijkheidsgevoel
  3. vermeende eigen schuld
    - minder snel helpen
    - experiment: wie heeft recht op nieuwe long? (metro: rolspeler valt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het cognitief decisiemodel

A
  1. algemeen
    - stappenproces vooraleer potentiële hulpverlener overgaat tot verlenen van hulp
    - Darley & Latané
  2. vijf stappen
    - opmerken van de situatie (stap 1)
    - interpreteren als noodsituatie (stap 2)
    - jezelf verantwoordelijk achten (stap 3)
    - beslissen hoe te reageren (stap 4)
    - helpen (stap 5)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly