agressie Flashcards

1
Q

wat is agressie

A
  1. algemeen
    - agressie is geen emotie, maar gedrag !!
    - tegengesteld aan altruïstisch gedrag
    - streven naar minimale opbrengst voor ander
    - in literatuur: gedrag met de intentie om anderen te pijnigen
    - moeilijk definitie > zo veel verschillende manieren en redenen (en intenties)
  2. ‘instrumentele agressie’
    - gedrag omwille van niet-agressief doel (vb. vader slaat zoon om ‘braver’ te zijn)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de ‘pedagogische tik’

A
  1. algemeen
    - zowat alle lidstaten van EU verboden (behalve Italië, Tsjechië en België)
    - uit leerpsychologie: leerprocessen bestuderen = gedrag via operante conditionering (toedienen straffen) > combinatie van uitdoving
    - bestraffer straft (vaak) uit eigen frustratie of kwaadheid = OOK bij agressie (eigen negatieve gevoelens afreageren)
  2. ‘pijnigen’
    - wijst op fysieke pijniging (ook emotioneel of psychisch leed)
    - online pestgedrag: makkelijker iemand beschadigen zonder onmiddelijk rechtstreeks contact
    - Nuttin: ‘aversiviteit’ (= alle prikkels die onaangenaam zijn) of ‘aversieve gevolgen’ in plaats van ‘pijnigen’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

agressief gedrag en prikkelsituatie

A
  1. prikkelsituatie
    - agressief gedrag (meeste gevallen) uitgelokt door bepaalde prikkel of prikkelsituatie
    - ook bij mensen met antisociale persoonlijkheidsstoornis heeft (extreem) agressief gedrag een aanleiding
  2. verklaring leerpsychologie
    - aversieve prikkel = ontsnappings- en vermijdingsgedrag
    - of agressief reageren op onaangename prikkel (vaak tegenover socii die niet oorzaak is)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

diverse verklaringen van agressief gedrag

A
  1. thanatos-theorie van Freud
    - driften uit het ‘es’
    - bestaat uit levensdrift (eros) en doodsdrift (thanatos)
    - antwoord Einstein over geweld in WO I: thanatos !! = drang om te kwetsen, verwonden en te doden
  2. sociale psychologie
    - welke mechanismen staan achter agressief gedrag?
    - moeilijk controleerbaar en verifieerbaar gegeven ‘thanatos’
    - achterhalen van determinanten = preventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

antisociale persoonlijkheidsstoornis

A
  1. algemeen
    - vroeger ‘psychopathie’
  2. kenmerken
    - lichtgeraaktheid
    - agressie
    - onverantwoordelijk gedrag
    - impulsiviteit
    - gebrek aan planmatigheid
    - liegen en bedriegen
    - tekort aan aandacht voor veiligheid
    - gebrek aan wroeging of spijt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

pijn

A
  1. experiment O’Kelley & Steckle
    - twee ratten in kooi, beginnen elkaar te bevechten zodra ze schokken krijgen
    - foutieve causale attributie: shock door lotgenoot
    - antisociale reflex = welzijn of veiligheid verhogen
  2. Azrin & Ulrich (20 jaar later)
    - bijkomend experiment
    - agressie wordt beïnvloed door;
    - schockfrequentie (hoe meer shocks per minuut, hoe agressiever);
    - duur, intensiteit en grootte van kooi
    - geslacht heeft geen invloed en is ook geen geconditioneerde reflex of aangeleerd gedrag
    - aangeboren reflex !!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ruimte

A
  1. algemeen
    - ratten opp 15 op 15 cm > 90% agressie
    - opp negen keer vergroten > 2%
    - twee gevolgen: 1) geen agressieve reflex en 2) prikkelnabijheid (bij grotere afstand wordt socius genegeerd)
    - ‘reflexive fighting’ (Azrin & Ulrich: reflex treedt op bij welbepaalde prikkel)
  2. ‘gedragsmatig riool” of ‘behavioral sink’
    - na uitbreiding van populatie, vielen ratten elkaar aan
    - Nuttin: ook andere factoren
    - niet zomaar correlatie tss langere dierensoorten en mensen
    - plaatsgebrek lokt agressie uit (vb. overbevolkte gevangenissen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verband tussen agressie en ruimte

A
  1. onderzoek van Freedman
    - correlatie tss bevolkingsdichtheid en misdaadcijfers
    - ook dichtbevolkte gebieden = veel armoede (oorzaak van agressie?)
    - Los Angeles: hoogste misdaadcijfer in VS en laagste bevolkingsdichtheid
  2. sociale activeringstheorie van Robert Zajonc (zie verder)
    - stijging bevolkingsdichtheid = stijging alle ‘dominante’ gedrag
    - agressie op moment ‘voor de hand liggend’, aanwezigheid van anderen = hevigheid agressie doen toenemen
  3. nabijheid van (vreemde) anderen
    - idee = schenden van persoonlijke ruimte of territorium (uit territoriumleer)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de socius en vandalisme

A
  1. algemeen
    - experiment Azrin & Ulrich
    - ‘slachtoffer’ van agressieve daad is onbelangrijk = ‘om het even wat’ in plaats van welbepaalde prikkel
    - voordeel deontologie: agressie meten vb. tennisbal (geen levende socius)
    - bijkomend voordeel: ‘contra-agressie’ (= schade en dus pijn) gaat meting niet verstoren
    - ‘bitometer’ = koker die bijtkracht meet
  2. vandalisme
    - agressieve reactie gericht op object
    - aanleiding = antisociale agressie: pijn, frustratie en ook arousal of dronkenschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

temperatuur

A
  1. algemeen
    - onaangename prikkel zoals koude
    - ook warmte (vb. correlationeel onderzoek: tijdens hete zomers meer agressief gedrag gesteld)
  2. tegenargumenten
    - intuïtief: passief en loom (op warme dagen) = remt agressie af?
    - conclusie: onaangename omstandigheden maken ons prikkelbaarder (vb. gezeur, stress, …)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

provocatie

A
  1. algemeen
    - volgens sociale psychologie: belangrijkste uitlokker agressief gedrag
    - oorzaak (vaak) = gedrag van anderen
    - expliciete sociale invloed, die agressief gedrag uitlokt
    - antisociaal gedrag (tegen de anderen)
  2. verkeersagressie
    - in de media: verbaal en fysiek geweld om zijn ‘gelijk’ te krijgen
    - verklaring = verkeersagressie op zich
    - op zoek naar zondenbok (frustraties moeilijk uiten tegen ‘verkeer’)
    - ook gebruik toeter = agressief gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voorkruipen

A
  1. algemeen
    - meest irritante ‘provocerende’ gedragingen
    - vb. in de file (afstand tss socii is vrij groot) EN rij in de supermarkt (nog provocerender)
  2. voorbeeld van:
    - betreden van andermans territorium
    - agressieve daad
    - territoriumleer = agressieve aspect van territoriumbetreding of trespassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

territoriumleer

A
  1. algemeen
    - Bakker = denkmodel dat cliënten leert conflicten anders te benaderen
    - gebaseerd op concrete uiterlijke waarnemingen
    - ontstaan: gedragsobservatie dieren (= terrein afbakenen adhv geur of geluid)
    - indringers afschrikken of verjagen
  2. territorium van de mens
    - eigen lichaam, gedachten, fantasieën, vaardigheden en verantwoordelijkheden
    - Bakker: twee categorieën van territoria;
    - 1) privégebieden: privacy en veiligheid;
    - 2) de publieke arena
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de privégebieden

A
  1. de persoonlijke ruimte
    - afstand tss ons en anderen
    - groot genoeg in functie van veiligheid en mogelijkheid om te vluchten
  2. het eigen lichaam
    - terrein erg ik-betrokken
    - opmerkingen: kwetsend en agressief
    - seksueel of gewelddadig misbruik > agressief ervaren
  3. gedachten en gevoelens
    - gevoelig voor indringing en manipulatie
    - grensoverschrijdend gedrag = betreedt gebied van persoonlijke beleving (vb. plegers zedendelicten ook ‘grensoverschrijdend’ gedrag tegen therapeut)
  4. vluchtheuvel
    - terugtrekken in eigen terrein = tijd tot tijd met rust gelaten worden
    - elke verstoring = zeer irritant !!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

de publieke arena

A
  1. de psychologische ruimte
    - nood aan aandacht van anderen
    - ook aandacht van de groep (de massa en de media)
    - te veel in de belangstelling of aandacht vragen = irritant
  2. de actieterritoria
    - terreinen die onder eigen controle staan
    - eigen rolverwachtingen en verwachting zo goed mogelijk inlossen
    - onderscheid tss ‘eigenaar territorium’ en ‘uitvoerder’ van de taak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

de persoonlijke ruimte

A
  1. algemeen
    - persoonlijke luchtbel
    - zekere fysieke afstand tot onbekende
    - iemand privéruimte binnendringt = ‘abnormaal’ gedrag: afwijkend van norm
    - vier zones (schattingen zijn arbitrair)
  2. intieme zone
    - zone der erotiek = genotservaringen
    - gevoelige en persoonlijke ruimte
    - indien niet gewenst = toenadering als bedreigend, maar ook als je iemand dwingt in jouw intieme zone te komen
  3. persoonlijke zone
    - conversaties voert met individu
    - adhv bekendheid en omstandigheden zal zone kleiner of groter worden
  4. sociale zone
    - waarbinnen je onbekende rond je kan verdragen
  5. publieke zone
    - bewust van anderen om je heen, maar niet noodzakelijk communicatie (vb. drukke bus)
17
Q

uitbreiding van eigen territorium

A
  1. algemeen
    - bij dieren: ‘fight-or-flight’-mechanismen
    - ander dier te dicht nadert = afstand tot ‘veilige’ proporties
    - evolutie van strategie: veel dierensoorten van uitsterven gevrijwaard
  2. bij mensen
    - uitbreiden = agressief gedrag (vb. vuile voeten op zitting tegenover je)
    - twee reacties op territoriumschending = zelfverzekerd en vijandig
18
Q

zelfverzekerd en vijandig

A
  1. zelfverzekerd
    - waarschuwingssignaal: irritatie
    - aandacht eigen gevoel irritatie > herkent en gepast op reageren (en gevolgen vermijden)
    - gevolg: behoudt je terrein
  2. vijandig
    - onmachtsreactie
    - reageert te laat en werkt frustraties op destructieve wijze uit (op persoon verantwoordelijk voor terreinverlies)
    - relatie verzuren of schaden
19
Q

hoe terrein van ander betreden?

A
  1. openlijk vragen
    - ‘nee’ (zelfverzekerde reactie)
    - zelden frustratie en zelden vijandige reactie
  2. via een list of truc
    - tegenpartij beseft achteraf gemanipuleerd werd > vijandige reactie
    - hoe op trespassing reageren = afh ‘benadeelde’ en partij die terrein betreedt
    - beiden verantwoordelijk + bewust van gedrag en gevolgen
20
Q

relatietherapie

A
  1. algemeen
    - gevolg persoonlijke terrein betreden of ingeperkt
    - volgens territoriumleer: meest effectief indien (beide) partijen bewust van terrein en irritatie
    - vb. opvoeding van de kinderen
  2. territorialevragenlijst (Bakker & Bakker-Rabdau)
    - echtpaar inzicht in hun trespassing en irritaties
    - wanneer je je prettig voelt alleen en aandacht die je verdient
    - (huishoudelijke) taken, bezittingen, doelen en middelen
    - zakelijk onderhandelen aanleren
    - ook nuttig bij assertiviteitstrainingen en sociale vaardigheidstrainingen
21
Q

intrapersoonlijke oorzaken

A
  1. algemeen
    - oorzaak agressief gedrag = ‘vanzelf’ > binnenuit = montane emoties (binnenin de geest en persoonlijkheid)
    - momentane emoties + situationele factoren = niet overgaan tot agressie
    - niet bij elk individu afwezigheid factoren = afwezigheid agressie garanderen
  2. impact
    - ontstaan of afwezigheid agressie
    - innerlijke gemoedstoestand en individuele persoonlijkheid
    - moeilijk te voorspellen of verklaren
    - aandacht innerlijke initiërende factoren
22
Q

persoonlijkheid

A
  1. betekenis
    - stabiele eigenschappen die gedrag initiëren en persoon uniek maken
    - onderscheid karakter en temperament
    - karakter = aangeleerd, richting gedrag
    - aangeboren temperament = sterkte van die reactie
  2. persoonlijkheid inschatten en beoordelen
    - stigmatiseren van een persoon
    - indelen in persoonlijkheidstypes (vb. hippie, snob)
    - gedrag ook snel verklaard (‘intern attribueren’) > vb. hij reageert agressief, omdat hij een agressieveling is (= causale of wetenschappelijke denken of kringredenering)
23
Q

competitie

A
  1. betekenis
    - hoger niveau van presteren tillen: inzet, creativiteit noodzakelijk
    - ‘innerlijke’ oorzaken van agressie (en samenhangende factor ‘jaloezie’)
    - in onderwijs en opvoeding = belangrijke motor en motivator
  2. kenmerken
    - eigenschap is paradoxaal (= zowel + als - gevolgen / connotaties)
    - ambigue interpersoonlijke dynamiek
    - sportlui tot spectaculaire prestaties (niet alle verklaren)
    - keerzijde: grens competitie en vijandigheid
24
Q

competitie en afgunst

A
  1. algemeen
    - tegenstander meer succes > vaak jaloers op reageren
    - gezonde jaloezie is goed, maar grens gezonde afgunst en vijandigheid is klein !!
  2. rivaliteit
    - mogelijke bron vijandigheid en agressie
    - geen onderscheid meer tss rivaliteit en vijandigheid = gevaar agressie
    - inzet ‘winst’ en ‘verlies’ te groot = spel ernstiger = groter de rivaliteit
25
Q

emotie ‘woede’

A
  1. algemeen
    - agressie is direct gevolg van ‘woede’
    - bij (heftige) emoties = gebrek aan rationaliteit
    - door na te denken voor handelen = agressie tegenhouden (gevolgen inschatten)
    - rationaliteit = empathisch zijn en vredevoller of listiger gedrag > rauwe agressie
  2. samengevat
    - wanneer emoties de overhand nemen, worden agressieve reacties onvermijdelijk
    - rationaliteit minder kans (vb. EDS)
26
Q

het ‘excited delirium syndrome’

A
  1. algemeen
    - verwarde mentale toestand
    - psychische aandoening of geïntoxiceerd
    - gekenmerkt door agressie, bewustzijnsveranderingen en bijna bovenmenselijke kracht
  2. eigenschappen
    - overmeestering, hevig zweten, verhoogde lichaamstemperatuur
    - gevolg = de dood (hartstilstand)
    - 2021: politieagenten opleiding ExDS herkennen en correct handelen
27
Q

aangeleerde agressie

A
  1. algemeen
    - kind mishandeld > later ook eigen kind mishandelen
    - leereffect of genetisch bepaald? = zekere mate ‘kopiëren gedrag van ouders’
    - ontstaan vicieuze cirkel: generatie doorgegeven (tot men ingrijpt)
    - kortom: agressie zal zeker ook worden aangeleerd !!
28
Q

resultaten Bobo doll experiment (Bandura)

A
  1. eerste conditie (meeste agressie)
    - model werd geprezen door agressief gedrag
    - ‘vicarious learning’ of plaatsvervangend leren = leren uit wat een ander doet en de gevolgen van dat gedrag (agressie loont)
  2. tweede conditie (weinig agressie)
    - model berispt door mishandeling
    - ofwel niet geleerd ofwel geleerd, maar zullen gedrag niet stellen omwille straf
    - Bandura: verwerving en uitvoering
  3. derde conditie (ook agressief gedrag)
    - geen vervolgfilmpje
    - kleuters imiteren graag gedrag
    - operante conditionering = leren zonder beloning of straf (= modeling of observationeel leren of model-leren of sociaal leren)
29
Q

leidt geweld op tv, in films en in computerspelletjes tot agressief gedrag bij kinderen?

A
  1. algemeen
    - bij vicair leren: vraag bevestigd = in film krijgen de ‘slechten’ slaag van de ‘goeden’
    - of doodslag rechtvaardigen
    - moraal: alles is goed gekomen > in realiteit: wraak geen excuus om te doden
  2. onderzoek Bandura
    - ‘leren’ dat agressie soms loont (vb. agressieve computerspulletjes)
    - opvoedingssituatie alles behalve vredelievend
    - imitatie
30
Q

opvattingen rond agressief gedrag bij kinderen

A
  1. hoe meer het kind zich identificeert met de agressor, hoe groter de kans agressie
    - gedrag imiteren
    - identificeren met ‘held’ (meestal man) = meer jongens? > GEEN genderverschil in beïnvloedbaarheid
    - onderzoek VS: meisjes méér beïnvloed door tv-agressie (andere zeggen tegenovergestelde)
    - hoe sterker kind zich identificeert = hoe meer beïnvloed door agressief gedrag
  2. agressie die het kind ziet bij ‘significant other’ (moeder, vader, broer)
    - moet ‘aanleiding’ hebben
    - of daadwerkelijke geweld afremmen
    - het kijken en identificeren = soort ‘catharsis’, zuivering van agressieve gevoelens
  3. geen invloed van het kijken
    - onderscheid fantasie en agressie = kans op imitatie moet dalen
31
Q

conclusie agressief gedrag bij kinderen

A
  1. algemeen
    - agressieve tv kan inderdaad agressie uitlokken, maar directe omgeving heeft sterkste invloed
    - tv kan versterkende factor zijn
    - spel = op ‘veilige’ manier agressie uitproberen en werkelijkheid duidelijk verschil van fictie op tv
    - positieve correlatie tss mate agressief gedrag en hoeveelheid agressie
  2. verbieden om gewelddadige programma’s te kijken
    - averechts effect = wat verboden is, wordt ‘aantrekkelijk’
    - toelaten: ouder oogje in het zeil, bespreekbaar maken en grenzen stellen
32
Q

macht en agressie

A
  1. betekenis
    - verworvenheid (frustratie, woede) die we koesteren (vb. populairste van de klas, dictator)
    - eenvoudige dagdagelijks verworvenheden of vrijheden (vb. macht zelf beslissen met wie je mag omgaan) > wordt die afgenomen? = frustratie, woede en agressief gedrag
33
Q

agressie bij de ‘vredesduif’

A
  1. algemeen
    - ‘natuurlijke pikorde’ = er is geen voedsel, dus de andere duif is verantwoordelijk > weg jagen
    - Nuttin: invalshoek met ‘macht’ te hanteren
    - mogelijke verklaring voor plotse agressieve gedrag = verlies macht frustreert
    - woede leidt vaak tot agressie
33
Q

macht en agressie bij mensen

A
  1. algemeen
    - door ‘agressieve’ houding machtspositie verkrijgen
    - zonder over lijken te gaan niet succesvol kunnen zijn of juist drempel verlagen
  2. concentratiekampen WO II
    - macht zet anderen aan tot agressie = verantwoordelijkheid verschuiven op persoon met ‘macht’
    - agressie = gehoorzamen van een bevel (vb. Duitse kampbewakers: we moesten wel)