hoorcollege 9 Flashcards
emotie
interne staat en onvrijwillige fysiologische reactie op een object of situatie
affect
bewuste, subjectief mentaal gevoel bij een stimulus
gedragscomponenten van emotie
- autonome fysiologische reacties
- motorisch reacties
- subjectieve emotionele ervaringen
- niet-bewuste handelingen en processen
autonome fysiologische reacties
hartslag, bloeddruk, doorbloeding, ademhaling, zweten, etc.
motorische reacties
gelaatsexpressies, lichaamshouding, lachen/huilen, stemgeluiden
Emotie theorie van Darwin
bij spierstimulatie voel je ook emotie die erbij hoort
Philip Bard
- onderzoek bij katten
- midbrain belangrijk voor emotionele respons
- stimuleren hypothalamische gebieden: affectieve respons
James Papez
- limbische kwab anatomische basis
- neocortex noodzakelijk voor ervaring emoties
Kluver-Bucy syndroom
- verlies van angstgevoel/dreiging
- bilaterale verwijdering amygdala en inferior temporale cortex
Jacobson: frontaal kwab verwijderen
sterke effecten op sociale en affectief gedrag
netwerken belangrijk voor emotionele ervaring
- amygdala
- prefrontale gebieden
amygdala (emotie)
- input van alle zintuigelijke systemen en koppelt hier emotie aan
- bilaterale schade –> verlies angstreactie op externe stimuli
prefrontale cortex (emotie)
- subjectieve ervaring genot/plezier in orbitofrontale cortex
- sensorische genoegens
- monitoren en voorspellen beloning
right hemisphere hypothesis
dominantie van rechter hemisfeer voor alle emoties
stoornissen productie emotioneel gedrag
- frontaalkwab laesies vermindert aantal gezichtsexpressie
- linker frontaalkwab laesies zorgt voor afname in spontane spraak (rechts voor toename)
- rechter hemisfeer laesies verminderde toon, prosodie & spraak
laesie effecten op waarneming emotie
- schade rechter frontaalkwab = minder begrip humor
- laesies linker/rechter temporaal/frontaal kwab = moeite gezichtsexpressie
theorie van basisemoties
- 6 basis emotie in de mens
- niet allemaal over verschillende locaties in hersenen
multicomponent emotion process model (Scherer & Moors)
emotie is een dynamische proces met meerdere componenten
theory of constructed emotion (Barrett)
- hersenen behouden evenwicht in reactie op stress door intern voorspellen model over wereld
- allostase door interactie anterieure cingulate cortex, orbitofrontale cortex, ventromedial preforontale cortex, insula, amygdaal, striatium
- context bepaalt neurale circuits
allostase
stabiliteit behouden als omgeving verandert
somatic marker hypotheses (Damasio)
emotie resultaat van verandering in lichaam/hersenen na evaluatie van stimulus
cognitieve-emotionele interactie theorie (LeDoux)
- onbewust mechanisme –> detecteert en reageert op dreiging
- bewuste ervaring door cognitief circuit
- geconditioneerde angst
- effect van context op angst
- amygdaloprefrontal circuit belangrijk voor vorming van gedachte over beangstigende stimuli
sociale neurowetenschappen
studie van sociale processen in hersenen
effent van prefrontale en paralimbische laesies op sociaal
- minder sociale interacties
- positieverlies in sociale hiërarchie
- abnormaal sociaal gedrag
- verminderd affectief gedrag naar soortgenoten
- minder spontane affectieve vocale uitingen
sociale hersennetwerken
- amygdala
- mentalizing network
- empathie netwerk
- spiegel/stimulatie/actie-perceptie netwerk
- amygdala
- orbitofrontale cortex, temporale cortex en amygdala
- lokt emotionele reactie uit en detecteert sociaal relevante stimuli
- mentalizing netwerk
- superieure temporale sulcus en antérieure temporale cortex
- mentale staat van anderen begrijpen
- empathie netwerk
- insula en cingulate cortex
- betrokken bij meevoelen met anderen en interacties tussen karakters begrijpen
- spiegel/simulatie/actie-perceptie netwerk
- spiegelneuronen van parietale en premotor cortex
- betrokken bij ontwikkeling van zelf concept
topografisch geheugen
vermogen om door ruimte te bewegen van een plaats naar andere waarbij cognitieve Maps worden gebruikt voor navigatie
spatieel gedrag
gedrag om lichaam door ruimte te bewegen, inclusief denkprocessen over ruimte
spatiele gedragingen
- route volgen
- piloting
- food caching
- dead reckoning
route volgen
route volgen of naar bepaald object bewegen
piloting
op een plaats komen die niet gemarkeerd wordt door cue of route, maar waarbij relatie tussen meerdere cues belangrijk is
food caching
- gebruik maken van verder gelegen cues
- hippocampus groter bij vogels die voedsel bewaren
- laesies hippocampus –> niet terugvinden voedsel
dead reckoning
afhankelijk van interne feedback signalen, om richting te bepalen en zo nodig te veranderen
landmark agnosia
herkennen van object categorieën maar niet van individuele objecten
wel nog opvallende details gebruiken voor herkenning
topografisch geheugen intact
heading disorientation
moeite om in richting van bedacht doel te gaan –> wel herkenning waar je bent, maar niet weten welke kant je op moet
egocentrische desoriëntatie
problemen met locatie van object bepalen ten op zicht van jezelf
spatiel distortion
problemen met juiste ruimtelijke properties waarnemen
frontaalkwab voor ruimtelijke verwerking
- dorsale stroom = georganiseerde bewegingen en ruimtelijk werkgeheugen
- ventrale stroom = waarde toekennen aan ruimtelijke locaties
schade temporaal kwab ruimtelijk navigatie
- direct/indirect
- algemeen rol?
- groter rechter hippocampus volume bij onthouden routes
Brains positioning system
gespecialiseerde cellen betrokken bij ruimtelijk gedrag in parietale cortex, entorhinal cortex en hippocampus
positionerings systeem
verschillende types neuronen coderen ruimtelijke informatie
place cells
relatie tussen omgevingskenmerken
head-direction cells
egocentric guidance
grid celles
spatiel framework
scene constructie theorie
- dorsaal = action guidance
- ventraal = perceptiën representation
- hippocampus belangrijk voor ruimtelijk coherente scene