hoorcollege 13 Flashcards
neurologisch onderzoek
- patient geschiedenis
- algemeen lichamelijk onderzoek
- onderzoek van zintuigen, motoriek en reflexen
- globale screening van cognitieve functies
- als nodig: verder diagnostisch onderzoek
traumatisch hersenletsel
- door ongevallen/sportoefening
- effecten door bloeding, intracraniale druk, zwelling
- glucose metabolisme hersenen verminderd
open hersenletsel
- schedel kapot
- specifieke stoornissen en relatief snel herstel
gesloten hersenletsel
klap tegen hoofd, hersenschudding/kneuzing
coup
kneuzing aan kant van klap
contrecoup
kneuzing aan andere kant van klap
hersenkneuzing
- diffuse beschadiging van grijze en witte stof
- kan tot hersenbloeding en oedeem leiden
- coma
- cognitieve stoornissen
chronic traumatic encephalopathy
= progressieve degeneratieve ziekte in mesen met meerdere hersenschuddingen
- tangles, plaques en hersenatrofie
epileptische aanvallen
abnormaal vuurgedrag van cerebrale neuronen
herhalende epileptische aanvallen
stoornissen in bewustzijn
symptomatische aanvallen (epilepsie)
secundaire gevolg van specifieke organische factoren
gevolg van iets wat in hersenen aan de hand is
idiopatische aanvallen (epilepsie)
treden spontaan op zonder primaire organische oorzaak
3 symptomen in veel vormen van epilepsie
- begin met aura (subjectieve ervaring)
- verlies van bewustzijn
- bewegingen
epilepsie: focale aanvallen
= beginnen op specifieke locatie
- focaal-epileptische aanvallen
- focal-impaired awareness seizure
focaal-epileptische aanvallen
- motorische aanvallen die lokaal beginnen en zich uitspreiden over hele lichaam
- focus in primaire motorische of somatosensorische cortex
focal-impaired awareness seizure
- bewustzijnsstoornissen
- automatische bewegingen,
- soms typische bizarre, catatonische lichaamshouding
epilepsie: gegeneraliseerde aanvallen
- symmetrisch bilateraal
- acuut verlies bewustzijn en stereotypische motorische activiteit
- cyclus verschillende stadia
verschillende stadia gegeneraliseerde aanvallen epilepsie
- tonisch (verstijving)
- clonisch (ritmische schokken)
- postseizure, postical depression
epilepsie: akinetische aanvallen
- alleen in kinderen
- plotselinge val
epilepsie: myclonische aanvallen
zware aanvallen, plotselinge flexie/extensie, begint met gil
epilepsie: dissociatieve aanvallen
geen veranderingen in EEG te onderscheiden
epilepsie behandelen
- aanvallen stoppen vanzelf
- medicatie
- operatie voor weghalen focus
- nervus-vagusstimulatie
- deep brain stimulation
hersentumoren
- abnormale groei van weefsel dat massa vormt
- intracraniaal
- groeit onafhankelijk van omgeving
- geen fysiologisch nut
- goed- of kwaadaardig
classificeren van tumor types
- oorsprong: primaire vs secundair
- cel: neuronen, gliacellen
- grade: ernst