hoorcollege 6 Flashcards

1
Q

multifunctionele temporaal kwab

A
  • cognitieve processen
  • zintuigelijke processen
  • affectieve responsen
  • ruimtelijke navigatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

functie hippocampus en paralimbische gebieden

A

maken lange termijn herinneringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functie amygdala

A

sensorische informatie aan emoties koppelen op basis van geheugeninformatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

primaire auditieve cortex

A
  • A1 in superior temporal gyrus
  • tonotopische representaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tonotopische representaties

A

geluidsgolven worden systematisch verwerkt van lage naar hoge frequenties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

primaire/secundaire auditieve gebieden

A
  • links = spraakklanken
  • rechts = muziekklanken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fusiform Face Area

A

temporaalkwab heeft specifieke gebieden voor analyse van identiteit en expressie van rechtopstaande gezichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Parahippocampal Place Area

A

fusiform gyrus gespecialiseerd in verwerking van complexe scenes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

belangrijkste verbindingen temporaalkwab

A
  • hiërarchische zintuigelijke paden
  • dorsal auditory pathway
  • polymodal pathway STS
  • medial temporaal projection
  • frontaalkwab projecties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hiërarchische zintuigelijke paden

A

A1/A1 en V1/V2 naar temporale pole

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

A1/A1 en V1/V2 naar temporale pole

A

stimulus herkenning (visuele en auditory ventrale stroom)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dorsale Auditory Pathway van auditieve gebieden naar posterior parietal cortex

A

sturen van bewegingen door auditieve informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

functie temporaalkwab

A
  • categorisatie van auditieve en visuele stimuli in objectcategorieën
  • rol van STS bij sociale cognitie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

medial temporale projecties naar hippocampus en/of amygdala

A

lange termijn geheugen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

frontaalkwab projecties

A

werkgeheugen, bewegingscontrole, evaluatie van emotionele betekenis stimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

dysfunctie van temporale cortex

A
  • perceptuele stoornissen
  • visuele en auditieve input selectie
  • object en woord categorisatie
  • geheugenstoornissen
  • gevoel en persoonlijkheidsstoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

perceptuele stoornissen

A
  • auditieve stoornissen
  • stoornissen in visuele waarneming
  • stoornissen in geurwaarnemingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

laesies (linker) auditieve cortexgebieden

A
  • stoornis verwerking verbale informatie
  • auditieve discriminatie of herkenningsproblemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

auditieve discriminatie of herkenningsproblemen

A
  • problemen met onderscheid tussen snel wisselende klanken en bepaling juiste volgorde van klanken
  • gebrekkige herkenning van woorden of woorddoofheid
20
Q

laesies (rechter) auditieve cortexgebieden

A

problemen met muzikale perceptie

21
Q

laesies in linker temporale cortex (visuele associatiegebieden)

A
  • problemen verwerking verbale informatie
  • associatieve agnosie
22
Q

laesies in linker temporale cortex (temporale associatiegebieden)

A
  • problemen verwerking verbale informatie
  • woordherkenning
  • problemen semantische categorisatie
  • verbaal geheugen
23
Q

laesies rechter temporale cortex

A

complexe visuele waarnemingsstoornissen

24
Q

complexe visuele waarnemingsstoornissen

A
  • slecht onderscheiden en slecht geheugen voor complexe visuele patronen
  • problemen met interpreteren van gebeurtenissen en objecten op basis van sociale context
  • problemen met ontdekken van vreemde of bizarre visuele composities
  • problemen met herkenning, herinnering of voorstelling van gezichten of betekenis gelaatsexpressies
25
Q

laesies temporale cortex

A
  • stoornissen in selectieve aandacht
  • affectieve persoonlijkheidsveranderingen
26
Q

laesies mediale temporale structuren en laterale neocortex

A

slecht geheugen

27
Q

belangrijkste functies frontaalkwab

A
  • plannen en selecteren (executieve functies)
  • interne en externe stimuli beoordelen voor gedragscontrole
  • onthouden wat net is gebeurd en wat nog moet komen –> gefocuste en selectieve aandacht
28
Q

primaire motorische cortex

A
  • controleert motorneuronen in hersenstam en ruggenmerg
  • controle beïnvloed vanuit premotorische cortex
29
Q

premotorische cortex

A
  • ontvangt informatie uit achterste parietale cortex en dorsolaterale prefrontale cortex
  • voor planning en sturing van bewegingen ledematen en ogen
30
Q

prefrontale cortex

A
  • Dorsolaterale prefrontale cortex
  • fronto-orbitale cortex
  • ventromediale prefrontale cortex
31
Q

dorsolaterale prefrontale cortex

A
  • onthoudt wat er al gebeurd is, waar en ik welke volgorde (werkgeheugen)
  • wederzijdse verbinding met achterste parietale cortex en STS
  • afhankelijk van info uit posterieure cortex
  • betrokken bij selecteren van gedrag gebaseerd om temporeel-/werkgeheugen
32
Q

fronto-orbitale cortex

A
  • ontvangt informatie uit temporaalkwab
  • selecteert gedrag gebaseerd op beoordeling interne & externe stimuli
  • belangrijk voor beslissingen op basis van context en moraal gedrag
33
Q

ventromediale prefrontale cortex

A
  • informatie uit mediale temporale gebied & olfactory systeem
  • connecties met amygdala, controle van emotionele en sociale gedrag
  • projecteert naar hypothalamus & hersenstam
  • functies mbt inhibitie, controle van emotionele reacties en beslissingen
34
Q

medial frontale cortex

A
  • posterior zone = beweegfuncties
  • middle zone = cognitieve controle, pijn, gevoel
  • anterior zone = default mode network
35
Q

asymmetrie frontaalkwab

A

minder uitgesproken dan temporaal of parietaal

36
Q

asymmetrie linker frontaalkwab

A
  • dominant taalgerelateerd gedrag
  • tast setting
  • neiging toenaderend gedrag
37
Q

asymmetrie rechter frontaalkwab

A
  • dominant voor constructieve taken en gezichtsexpressie
  • taak monitoring
  • neiging tot ontwijkend gedrag
38
Q

laesies frontaalkwab

A
  1. bewegingsstoornissen
  2. verlies van divergent denken
  3. slechte aanpassing gedrag aan omgeving
  4. slecht temporaal geheugen
  5. verstoord sociaal gedrag
39
Q
  1. bewegingsstoornissen
A

1.1 motor cortex laesies
1.2 premotor laesies
1.3 problemen met reproductie van reeks bewegingen in juiste volgorde
1.4 afname in spontane gelaatsexpressie
1.5 moeilijkheden met controle blikrichting
1.6 moeilijkheden met spraak, woorden genereren of zinsbouw

40
Q

1.1 motor cortex laesies

A

verlies van precisie en snelheid bij fijne bewegingen van handen en spraakmusculatuur en verlies van kracht bij bewegingen ledematen

41
Q

1.2 premotor laesies

A

stoornissen in uitvoering van reeksen bewegingen

snel herstel door compensatie andere hemisfeer

42
Q
  1. problemen met divergent denken
A
  • gebrek aan spontane taalproductie en andere spontane
  • gebrek aan initiatief en concentratievermogen in handelen en denken
  • concentratieproblemen
  • gebrek aan nieuwe strategieën om problemen op te lossen
43
Q
  1. slechte aanpassing van gedrag aan omgeving
A
  • perseveratie in reageren, handelen en denken bij veranderende omgevingscondities
  • verlies van responsinhibitie
  • niet houden aan regels
  • stoornissen in episodisch geheugen
  • problemen met associatief leren
44
Q
  1. slecht temporeel geheugen
A
  • identiteit objecten
  • locatie objecten en gebeurtenissen
  • temporele volgorde van gebeurtenissen
45
Q
  1. verstoord sociaal gedrag
A
  • moeilijkheden met begrijpen van betekenis van gelaatsexpressie
  • grillig, onhandelbaar, tegendraads, humeurig gedrag
  • pseudo-psychopathie
  • pseudodeprissiviteit