Hoorcollege 6: Stoornissen gerelateerd aan trauma en stress

Question 1

Stressor

Answer 1

• Een gebeurtenis die iets vereist
• Kan stress veroorzaken wanneer dit wordt gezien als bedreigend

Question 2

Stress response

Answer 2

De reactie van de persoon op de stressor

Question 3

Uitzonderlijke stress en trauma

Answer 3

Kunnen een centrale rol spelen bij een aantal psychologische stoornissen

Question 4

Stress en psychologische stoornissen

Answer 4

“trauma en stressor-gerelateerde stoornissen”
- Acute stress disorder
- Posttraumatic stress disorder (PTSD)

Question 5

Stress en fysieke (psychofysiologische) stoornissen

Answer 5

“psychologische factoren die een invloed uitoefenen op medische aandoeningen”

Question 6

Fight-or-Flight reactie

Answer 6

Twee routes waarbij het AZS en het endocriene systeem arousal en angstreacties produceren

Question 7

Acute stress stoornis

Answer 7

Symptomen beginnen binnen 4 weken na het event en verdwijnen weer binnen een maand

Question 8

Posttraumatic stress stoornis (PTSS)

Answer 8

Symptomen beginnen kort na het event of maanden of zelf jaren erna

Question 9

Acute en posttraumatische stress stoornis overeenkomstige eigenschappen

Answer 9

• Verhoogde arousal, angstigheid en schuldgevoelens
• Herbeleven van het traumatische event
• Vermijding
• Verminderde reactiviteit en dissociatie

Question 10

Acute en posttraumatische stress stoornis: checklist

Answer 10

Een persoon wordt blootgesteld aan een traumatische gebeurtenis - overlijden of met de dood bedreigd, ernstig letsel of seksuele overtreding
–> ten minste een van de volgende herbevelingssymptomen:
- Herhaalde, ongecontroleerde en verontrustende herinneringen
- Herhaalde en verontrustende traumagerelateerde dromen
- Dissociatieve ervaringen zoals flashbacks
- Aanzienlijke overstuur bij blootstelling aan traumagerelateerde signalen
- Uitgesproken fysieke reacties wanneer aan de gebeurtenis(sen) wordt herinnerd

Question 11

Acute en posttraumatische stress stoornis: checklist (continued)

Answer 11

• De persoon vermijdt voortdurend traumagerelateerde stimuli
• De persoon ervaart negatieve veranderingen in traumagerelateerde cognities en stemmingen, zoals het niet kunnen onthouden van belangrijke kenmerken van de gebeurtenis(sen) of het ervaren van herhaalde negatieve emoties
• De persoon vertoont opvallende veranderingen in opwinding of reactiviteit, zoals overmatige alertheid, extreme schrikreacties of slaapstoornissen
• De persoon ervaart aanzienlijk leed of beperkingen, met symptomen die langer dan een maand aanhouden

Question 12

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen: Biologische factoren

Answer 12

• Stressroutes van de hersenen en het lichaam
• Stressgebieden in de hersenen
• Erfelijke aanleg

Question 13

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen: Persoonlijkheidsstijlen en sociale ondersteuning

Answer 13

• Bestaande hoge angst en negatief wereldbeeld
• Zwakke gezins- en sociale ondersteuningssystemen

Question 14

Waarom ontwikkelen mensen acute en posttraumatische stressstoornissen: Ontwikkelingspathologie perspectief

Answer 14

• Timing van stressoren en trauma’s gedurende het ontwikkelingsverloop
• Biologische aanleg
• Principes van equifinaliteit en multifinaliteit

Question 15

Behandelingsprocedures: doelen

Answer 15

• Maak een einde aan aanhoudende stressreacties
• Krijg perspectief op pijnlijke ervaringen
• Keer terug naar constructief leven

Question 16

Behandelingsprocedures: soorten behandelingen

Answer 16

• Antidepressiva
• Cognitieve-gedragstherapie
• Koppel of familie therapie
• Groep therapie
• Psychologische debriefing
  –> of een combinatie

Question 17

Dissociatieve stoornissen

Answer 17

• Groep aandoeningen veroorzaakt door traumatische gebeurtenissen
• Wanneer dergelijke veranderingen in het geheugen geen duidelijke fysieke oorzaak hebben, worden ze “dissociatieve” stoornissen genoemd

Question 18

Vormen van dissociatieve
stoornissen

Answer 18

• Dissociatieve amnesie
  –> Dissociatieve fugue
• Dissociatieve identiteitsstoornis
  –> Subpersonaliteiten
  –> Afwisselende personaliteiten

Question 19

Dissociatieve amnesie

Answer 19

Onvermogen om belangrijke informatie over iemands leven te herinneren, meestal van verontrustende aard

Question 20

Dissociatieve amnesie: checklist

Answer 20

• De persoon kan zich geen belangrijke levensgerelateerde informatie herinneren, meestal traumatische of stressvolle informatie. Het geheugenprobleem is meer dan simpelweg vergeten.
• Leidt tot aanzienlijk leed of bijzondere waardevermindering
• Symptomen worden niet veroorzaakt door een stof of medische aandoening

Question 21

Dissociatieve identiteitsstoornis: checklist

Answer 21

• De persoon ervaart een verstoring van zijn of haar identiteit, zoals weerspiegeld door ten minste twee afzonderlijke persoonlijkheidsstaten of ervaringen met “bezeten zijn”
• Persoon ervaart herhaaldelijk geheugenlacunes met betrekking tot dagelijkse gebeurtenissen, belangrijke persoonlijke informatie of traumatische gebeurtenissen, die verder gaan dan het gewone vergeten
• Leidt tot aanzienlijk leed of bijzondere waardevermindering
• Symptomen worden niet veroorzaakt door een stof of medische aandoening

Question 22

Typen dissociatieve amnesie

Answer 22

• Gelokaliseerd
• Selectief
• Gegeneraliseerd
• Continu

Question 23

Gelokaliseerde dissociatieve amnesie

Answer 23

Meest voorkomende type,
Verlies van alle herinneringen aan gebeurtenissen die binnen een beperkte periode hebben plaatsgevonden

Question 24

Selectieve dissociatieve amnesie

Answer 24

Geheugenverlies voor sommige, maar niet alle, gebeurtenissen die binnen een bepaalde periode plaatsvinden

Question 25

Gegeneraliseerde dissociatieve amnesie

Answer 25

Geheugenverlies beginnend met een gebeurtenis, maar zich uitstrekkend in de tijd,
kan het identiteitsgevoel verliezen,
herkent misschien familie en vrienden niet

Question 26

Continue dissociatieve amnesie

Answer 26

Vergeten gaat door in de toekomst,
vrij zeldzaam in gevallen van dissociatief geheugenverlies

Question 27

Dissociatieve fugue

Answer 27

• Extreme versie van dissociatieve amnesie
• Mensen vergeten niet alleen hun persoonlijke identiteit en details uit hun verleden, maar vluchten ook naar een heel andere locatie
• Kan kort of heftig zijn

Question 28

Dissociatieve identiteitsstoornis
(meervoudigepersoonlijkheidsstoornis)

Answer 28

• Er ontstaan ​​twee of meer verschillende persoonlijkheden (subpersoonlijkheden)
• Elk heeft een unieke reeks herinneringen, gedragingen, gedachten en emoties
• Een plotselinge beweging van de ene subpersoon naar de andere (switchen) wordt meestal veroorzaakt door stress
• Bij vrouwen werd drie keer vaker de diagnose gesteld dan bij mannen

Question 29

Drie verschillende soorten van relaties tussen subpersoonlijkheden

Answer 29

• Wederzijds geheugenverlies relaties
• Wederzijds bekende patronen
• Eenrichtingsrelaties met geheugenverlies

Question 30

Dissociatieve amnesie en dissociatieve identiteitsstoornis: Psychodynamisch perspectief

Answer 30

• Dissociatieve stoornissen worden veroorzaakt door onderdrukking
• Mensen bestrijden angstgevoelens door onbewust te voorkomen dat pijnlijke herinneringen, gedachten of impulsen het bewustzijn bereiken

Question 31

Dissociatieve amnesie en dissociatieve identiteitsstoornis: Cognitief-gedragsperspectief

Answer 31

Dissociatie groeit uit normale geheugenprocessen en is een reactie die wordt geleerd door operante conditionering

Question 32

Dissociatieve amnesie en dissociatieve identiteitsstoornis: State-dependent leren

Answer 32

Mensen die vatbaar zijn voor het ontwikkelen van dissociatieve stoornissen hebben verbanden tussen staat en geheugen die ongebruikelijk star en smal zijn

Question 33

Hoe helpen therapeuten mensen met dissociatief geheugenverlies?

Answer 33

• Psychodynamische therapeuten begeleiden patiënten om hun onderbewustzijn te doorzoeken en vergeten ervaringen in het bewustzijn te brengen
• Bij hypnotische therapie worden patiënten gehypnotiseerd en begeleid om zich vergeten gebeurtenissen te herinneren
• Bij medicamenteuze therapie worden soms intraveneuze injecties van barbituraten gebruikt om patiënten te helpen verloren herinneringen terug te krijgen

Question 34

Depersonalizatie-derealizatie stoornis: eigenschappen

Answer 34

• Gevoel van onthechting van eigen mentale processen of lichaam
• Zelf van buitenaf observeren
• Het gevoel dat mensen of objecten onwerkelijk of afstandelijk zijn