Hoorcollege 11: Stoornissen bij ouderen Flashcards
Ouderdom
- Voorbij de 65 jaar
- Gekenmerkt door specifieke sociale uitdagingen, unieke problemen (bv., verlies) en biologische veranderingen
Psychische problemen van ouderen in twee groepen
- Stoornissen die vaak voorkomen bij mensen van alle leeftijden, maar die verband houden met het verouderingsproces (bijv depressie)
- Stoornissen van cognitie die het gevolg zijn van hersenafwijkingen
Stoornissen van cognitie, ook wel…
Cognitieve ‘ongelukken’
- Neemt toe met de leeftijd
- Soms ervaren mensen echter geheugen- en andere cognitieve veranderingen die veel uitgebreider en problematischer zijn
- Cognitieve problemen hebben vaak organische wortels
Stoornissen van cognitie: Delirium
- Een vertroebeling van het bewustzijn
- Vaak kortdurend
- Oorzaken: Koorts, bepaalde ziekten en infecties, slechte voeding, hoofdletsel, beroertes, stress en bedwelming
Neurocognitieve stoornis
Significante achteruitgang in ten minste één (maar vaak meer dan één) gebied van cognitief functioneren
Ernstige neurocognitieve stoornis
Een neurocognitieve stoornis waarbij de achteruitgang van het cognitief functioneren aanzienlijk is en het vermogen van een persoon om onafhankelijk te zijn, verstoort
Milde neurocognitieve stoornis
Een neurocognitieve stoornis waarbij de achteruitgang van het cognitief functioneren bescheiden is en het vermogen van een persoon om onafhankelijk te zijn niet verstoort
De ziekte van Alzheimer
- Meest voorkomende neurocognitieve stoornis
- Meestal na de leeftijd van 65 jaar
- De tijd tussen het begin en het overlijden is 8–10 jaar, soms 20 jaar
De ziekte van Alzheimer: het verloop van de klachten
- Begin: Milde geheugenproblemen, verminderde aandacht en problemen met taal en communicatie
- Later: Moeite om gecompliceerde taken uit te voeren en belangrijke afspraken te onthouden
- Later: Moeite met eenvoudige taken, verre herinneringen vergeten en persoonlijkheidsveranderingen vaak erg merkbaar
- Later: Symptomen van dementie verergeren, minder bewust van hun beperkingen
- Uiteindelijk: Volledig afhankelijk van andere mensen, verliezen ze bijna alle kennis van het verleden en herkennen ze de gezichten van zelfs naaste familieleden niet
De ziekte van Alzheimer met zekerheid vaststellen
Kan pas na overlijden, als de hersenen onderzocht worden:
- Seniele plaques
- Neurofibrillaire tangles
Seniele plaques
Bolvormige afzettingen van bèta-amyloïde eiwit die zich vormen in de ruimtes tussen cellen in de hippocampus, de hersenschors en bepaalde andere hersenregio’s en bloedvaten
–> Verstoord de inter-neuron communicatie
Neurofibrillaire tangles
Gedraaide eiwitvezels die worden aangetroffen in de cellen van de hippocampus
–> Verstoord transport van moleculen in neuronen
De ziekte van Alzheimer: Twee varianten
- Vroeg optredende variant
- Laat optredende variant
De ziekte van Alzheimer, vroeg optredende variant: Genetische oorzaken
Mutaties in bepaalde genen vergroten de kans op plaque- en tanglesformaties en, op hun beurt, op de ziekte van Alzheimer
De ziekte van Alzheimer, laat optredende variant: Genetische oorzaken
Combinatie van genetische, omgevings- en leefstijlfactoren
–> De genetische factoren die een rol spelen bij de sporadische ziekte van Alzheimer verschillen van de factoren die een rol spelen bij de familiaire ziekte van Alzheimer