Hoorcollege 6 - intellectuele ontwikkelingsstoornissen Flashcards

1
Q

Wanneer spreekt men van een intellectueel tekort?

A

Bij minstens 2 standaarddeviaties onder het gemiddelde IQ (70 of lager)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Hoe wordt een verstandelijke beperking nu genoemd in de DSM?

A

Intellectueel disfunctioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom is IQ niet genoeg om intellectueel disfunctioneren te meten?

A

IQ kijkt niet naar algemene competentie, je moet ook naar de mate van adaptief functioneren kijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen fluid en cristallized intelligence?

A

Fluid: abstract kunnen denken en redeneren, nieuwe problemen kunnen oplossen
Cristallized: parate kennis die je hebt geleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke aspecten vallen onder adaptief functioneren?

A

Levensvaardigheden, sociale vaardigheden, communicatie, sociale relaties, etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een voorwaarde voor de diagnose van een intellectuele disfunctioneren?

A

Het tekort moet in de ontwikkeling ontstaan zijn (voor 18 jaar), en niet door bijvoorbeeld een hersentrauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke factoren beïnvloeden variabiliteit in IQ?

A

Genen (zoals geslacht), proximale omgevingsfactoren (familie of school) en distale omgevingsfactoren (armoede)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe wordt IQ beïnvloedt door geslacht?

A

Jongens hebben vaker extremere scores dan meisjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe wordt IQ beïnvloedt door armoede?

A

Hoe langer een kind in armoede leeft, hoe lager hun IQ scores. Dit effect is het sterkst in welvarende landen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe vaak komt intellectueel disfunctioneren voor?

A

Bij ongeveer 1-2.5% van de populatie, en vaker bij mannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe groot is de invloed van erfelijkheid op intellectueel disfunctioneren?

A

Ongeveer 5%, door bijv. stofwisselingsstoornissen of Fragiel X syndroom. Vaker aan te wijzen bij ernstige gevallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe groot is de invloed van embryonale ontwikkeling op intellectueel disfunctioneren?

A

Ongeveer 30%, door bijv. het syndroom van Down of blootstelling aan toxines bij de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe groot is de invloed van omgevingsfactoren op intellectueel disfunctioneren?

A

Ongeveer 15-20%, door bijv. weinig variatie in voedsel, ontwikkelingsstoornissen of weinig linguïstische stimulatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe groot is de invloed van problemen bij de foetus op intellectueel disfunctioneren?

A

Ongeveer 10%, door bijv. ondervoeding, infectie, trauma of prematuriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe groot is de invloed van een medisch trauma als kind op intellectueel disfunctioneren?

A

Ongeveer 5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een milde verstandelijke beperking?

A

Mensen met normale sociale vaardigheden, waarbij het vaak niet opvalt tot latere leeftijd. Komt voor bij 85%

16
Q

Wat is een gematigde verstandelijke beperking?

A

Mensen met moeite met sociale skills, die vaak beter in het beroepsonderwijs zijn. Kunnen wel nog communiceren. Komt voor bij 10%

17
Q

Wat is een ernstige verstandelijke beperking?

A

Mensen die weinig of niet communiceren, alleen overlevingswoorden kunnen herkennen (niet lezen), en alleen eenvoudige taken onder toezicht kunnen doen. Komt voor bij 4%

18
Q

Wat is een zeer ernstige verstandelijke beperking?

A

Mensen die senso-motorisch slecht functioneren en constante hulp nodig hebben. Komt voor bij 1-2%

19
Q

Hoe kun je iemands IQ inschatten?

A

(Mentale leeftijd/chronologische leeftijd)*100

20
Q

Waarom kunnen mensen met een verstandelijke beperking agressie vertonen?

A

Het gebrek aan communicatievaardigheden kan leiden tot frustratie

21
Q

Wat is overshadowing bij een verstandelijke beperking?

A

Mensen met een verstandelijke beperking krijgen soms onterecht geen diagnose van bijvoorbeeld ADHD of autisme. Omdat symptomen te veel op elkaar lijken of omdat het moeilijker te meten is