Hoofdstuk 6

Question 1

Welke invloed heeft cultuur op angststoornissen?

Answer 1

Cultuur beïnvloedt de prevalentie en de soort symptomen die gerapporteerd worden

Question 2

Wat zijn genderverschillen bij angststoornissen?

Answer 2

Meisjes ervaren vaker angst dan jongens, en hun angst is vaak ook intenser

Question 3

Waarom zijn bepaalde angsten meer prevalent bij bepaalde leeftijden?

Answer 3

De inhoud van angsten reflecteert vaak iemands cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling

Question 4

Wat is de relatie tussen selective mutism en sociale angststoornis?

Answer 4

Selectief mutisme lijkt een extreme vorm van sociale angst te zijn

Question 5

Welke cognitie moet ontwikkeld zijn voor sociale angststoornis?

Answer 5

De mogelijkheid om jezelf als een sociaal object te zien, en schaamte te kunnen voelen. Andere mensen hun perspectief kunnen inschatten

Question 6

Wat zijn de 6 symptomen waar iemand met Gegeneralizeerde Angststoornis aan kan voldoen?

Answer 6

1. gevoel van rusteloosheid
2. Snel vermoeid
3. Moeite met concentreren
4. Irriteerbaarheid
5. Spanning in spieren
6. Slaap problemen

Question 7

Wat is agorafobie?

Answer 7

Angst om in een situatie terecht te komen waar je niet makkelijk weg kan gaan

Question 8

Waarom is een paniekstoornis moeilijk vast te stellen bij kinderen?

Answer 8

Het is niet duidelijk of kinderen ook de cognitieve symptomen kunnen ervaren (zoals de angst om controle te verliezen), en het is moeilijk vast te stellen of hun paniekaanval ook echt zonder aanleiding kwam

Question 9

Hoe kan opvoeding bijdragen aan het ontwikkelen van een angststoornis?

Answer 9

Ouders die overprotective of intrusive zijn, minder positieve gevolgen van iemands gedrag benadrukken of niet sensitief zijn kan het kind zijn gevoel van controle kwijtraken, of minder goed probleemoplossend denken en angstig voelen