Hoorcollege 5 - dyslexie Flashcards

1
Q

Waarom is schrijven/lezen veel moeilijker dan spreken?

A

Geschreven taal is een culturele en relatief nieuwe uitvinding, en ons brein is nog niet ontwikkeld om dit natuurlijk te snappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat stelt de Neural Recycling Hypothese?

A

Dat we hersengebieden gebruiken voor andere dingen dan waar ze voor ontwikkeld zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke culturen is er een lagere prevalentie van dyslexie?

A

In culturen met een orthografisch systeem waarbij symbolen voor hele woorden staan, in plaats van geluiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 4 vaardigheden heb je nodig om te kunnen lezen?

A
  1. Tekens herkennen (visueel)
  2. Geluiden herkennen (orthografisch)
  3. Lexicon herkennen
  4. Semantiek herkennen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de optimal viewing position?

A

Het stukje van een woord waar je op fixeert om zo veel mogelijk informatie over dat woord te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe bewegen onze ogen tijdens het lezen?

A

Je springt van woord tot woord via saccades, fixeert op een stukje en gaat soms een stukje terug (regressie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe werkt top-down lezen?

A

We herkennen features van letters, die neuronen activeren die woorden die we kennen oproepen. Daarom zie je soms spelfouten niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een grafeem?

A

Het kleinste deel van een woord wat een geluid representeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 3 stages van lezen zijn er?

A
  1. Logografisch, je herkent visuele cues maar herkent geen neiuwe woorden. Je decodeert niet, maar ziet een woord als een geheel en leert de betekenis van die vormen
  2. Alfabetisch, je kunt grafemen met geluiden koppelen en leert dus decoderen
  3. Orthografisch, je hoeft niet meer te decoderen, dat gaat automatisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke fase van lezen heeft iemand met dyslexie moeite?

A

Mensen met dyslexie blijven vaak hangen in fase 2, en hebben moeite met het decoderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 routes van lezen zijn er?

A
  1. Fonologisch/non-lexical, wanneer je een woord kunt “sounding out” en non woorden kunt lezen
  2. Lexicaal, wanneer je woorden meteen herkent en ook onregelmatige (women) snapt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het verschil tussen dyslexie en alexie?

A

Dyslexie is een ontwikkelingsprobleem, alexie is wanneer het niet in de ontwikkeling is ontstaan maar bijvoorbeeld door een hersentrauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is dyslexie een “probleem met optimalizatie”?

A

Omdat een woord handmatig opbreken in geluiden veel langer duurt dan het woord meteen herkennen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verschil tussen complexity en consistency van een taal?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom kun je bij verschillende talen dyslexie herkennen aan andere symptomen?

A

Soms is het omzetten van spelling naar geluid het moeilijke (tough, through, rough), dan merk je dyslexie aan het hardop lezen
Soms is het omzetten van geluid naar spelling moeilijker (a, au, aux in het Frans), dan merk je het aan spelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Met welke stoornissen heeft dyslexie een hoge comorbiditeit?

A

ADHD, autisme, dyscalculie, emotionele problemen

17
Q

Wat stelt de phonological deficit hypothesis?

A

Dyslexie komt door minder goede toegang tot fonologische representatie, geheugen van geluiden, en awareness (wat wordt blaft als je de f weg haalt?)