Hoofdstuk 9: Sociale structuur. (199-210) (Trimester 3) Flashcards

1
Q

Gesloten samenleving

A

Een samenleving waarin je sociale positie al vanaf je geboorte vastligt, sociale mobiliteit is eerder een uitzondering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Horizontale mobiliteit

A

Het innemen van een nieuwe sociale positie met dezelfde SES binnen dezelfde sociale laag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intergenerationele mobiliteit

A

Verandering van sociale positie ten opzichte van die van de vorige of volgende generatie, horizontaal of verticaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Intragenerationele mobiliteit

A

Verandering van sociale positie binnen de eigen generatie, horizontaal of verticaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Klassenmaatschappij

A

Soort stratificatie sinds de 19e eeuw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Maatschappelijke rangorde

A

Hiërarchie in de maatschappij.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meritocratische samenleving

A

Samenleving waarin iemand kan toetreden tot een hogere klasse door eigen verdienste.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Open samenleving

A

Een samenleving waarin het mogelijk is om vlot te stijgen of te dalen naar een andere sociale positie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

SES

A

Socio-economische status: opleidingsniveau, beroep, inkomen en aanzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sociale mobiliteit

A

Verandering van sociale positie en (soms) sociale laag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sociale stratificatie

A

Sociale gelaagdheid: indeling van groepen in lagen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Standenmaatschappij

A

Soort sociale stratificatie tijdens de middeleeuwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly