Hoofdstuk 6: Sociaal gedrag. (Trimester 2) Flashcards
Altruïsme
Gedrag waarbij je een ander belangeloos helpt.
Antisociaal gedrag
Gedrag waarbij je anderen niet helpt.
Bystander effect
= omstandereffect
Het fenomeen dat stelt dat hoe meer mensen aanwezig zijn, hoe minder ze geneigd zijn om een persoon met problemen te helpen.
Contacttheorie
Opvatting die stelt dat contact tussen groepen er onder bepaalde voorwaarden voor zorgt dat vooroordelen en discriminatie verdwijnt.
Discriminatie
Een negatieve handeling tegenover iemand wegens zijn of haar lidmaatschap van een bepaalde groep, die voortkomt uit bepaalde vooroordelen.
Empathie-altruïsmehypothese
Opvatting die stelt dat we anderen helpen omdat we empathie voelen voor de persoon die geholpen moet worden.
Gedrag
Een gevolg van een wisselwerking tussen de persoon en zijn omgeving en die betekenis die hij eraan geeft.
Meta-analyse
Een onderzoek waarbij de resultaten van eerder uitgevoerde onderzoeken worden samengenomen op een preciezere uitspraak te doen over een bepaald fenomeen of theorie.
Prosociaal gedrag
Gedrag dat erop gericht is om anderen te helpen.
Sociaal gedrag
Gedrag dat betrekking heeft op anderen.
Sociale uitwisselingstheorie.
Opvatting die stelt dat mensen elkaar helpen uit eigenbelang, in situaties waarin de baten van helpen groter zijn dan de kosten ervan.