Hoofdstuk 2: Interpersoonlijke communicatie. 28-39. (Trimester 1) Flashcards
Wat betekent communicatie?
‘deelnemen aan’ en ‘gemeenschappelijk’
Wat betekent interpersoonlijke communicatie?
Communicatie tussen personen.
Wat doet de zender in de communicatie?
Boodschap in bepaalde code zetten = encoderen.
Wat doet de ontvanger in de communicatie?
Boodschap interpreteren = decoderen.
Wat is ruis?
Een storende factor in het communicatieproces.
Wie vond de vier soorten ruis uit?
Joseph Devito.
Geef de vier soorten ruis met gepaste uitleg.
- Fysieke ruis = signalen buitenaf storen (harde muziek).
- Fysiologische ruis = lichamelijke beperking bemoeilijkt (gehoorproblemen).
- Psychologische ruis = vooroordelen en stereotypen (partner is dom).
- Semantische ruis = partijen hebben verschillende code (andere taal).
Wat is verbale communicatie?
Via woorden (geschreven of gesproken)
Wat is non-verbale communicatie?
Zonder woorden (lichaam, gezicht, tekens)
Wat is subverbale communicatie?
Ondersteunt wat je zegt (intonatie, stemkleur)
Wat betekent vocaal/auditief?
Stem/horen (= verbaal)
Wat betekent non-vocaal/visueel?
Zonder stem/zien (= non-verbaal)
Wat is de binnenkant van communicatie?
- wat in je omgaat
- niet waarneembaar voor ander
(- gedachten, meningen, gevoelens)
Wat is de buitenkant van communicatie?
- gedrag dat ander waarneemt
(- houding, intonatie, uitspraken)
Wat is de overkant van communicatie?
- andere wordt beïnvloed door jouw buitenkant
- wat je teweeg brengt bij ander = effect