Hoofdstuk 3: Motivatie. (Trimester 1) Flashcards
Wat is motivatie?
Een innerlijke kracht die het individu stimuleert tot bepaald gedrag.
Geef een ander woord voor ‘iedereen streeft naar lichamelijk evenwicht’.
Homeostase.
Wat is een drive?
Psychologische toestand die iemand aanzet om zo te handelen dat de drift verminderd.
Waarvoor staat drive nu?
Enthousiasme en gedrevenheid.
Geef een overkoepelende term voor fysiologische behoeften, behoefte aan veiligheid en zekerheid, sociale behoeften en waarderingsbehoeften.
Deficiëntiebehoeften.
Geef een andere term voor behoefte aan zelfactualisatie.
Zijnsbehoeften.
Wat zijn fysiologische behoeften?
Behoeften om te overleven, lichamelijke behoeften.
Leg de behoefte aan veiligheid en zekerheid uit.
Bescherming tegen bedreigingen, behoefte aan orde en stabiliteit.
Leg de sociale behoeften uit.
Behoefte aan liefde en vertrouwen, anderen liefhebben, graag gezien worden.
Leg de waarderingsbehoeften uit.
Zelfwaardering: positief zelfbeeld.
Gewaardeerd worden: aanzien, erkenning.
Leg de cognitieve behoeften uit.
Kennis opdoen, nieuwsgierigheid bevredigen, omgeving begrijpen.
Leg de esthetische behoeften uit.
Opzoek naar schoonheid, waardering voor kunst en architectuur.
Leg de behoefte aan zelfactualisatie uit.
Zelfontplooiing, persoonlijk, talenten en creativiteit ontwikkelen, beste versie van jezelf worden.
Leg de behoefte aan transcendentie uit.
Andere helpen bij zelfactualisatie.
Geef de drie psychologische basisbehoeften van de ZDT.
Autonomie, verbondenheid en competentie.
Leg autonomie uit.
Gevoel eigen keuzes maken, jezelf zijn, eigen gedrag bepalen.