Hoofdstuk 7 - Pathologie van de cervicale wervelzuil Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen een sprain en een straing?

A

Een sprain is een verrekking of scheur van een ligament of pees, een strain is een verrekking of scheur van een spier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bespreek de spastische torticollis.

A

Dit komt voor bij zowel kinderen als volwassenen en er zijn evenveel vrouwen aangetast als mannen. Hierbij is er een kramptoestand van de m. sternocleidomastoideus. Het kan zich voordoen t.g.v. een otitis, mastoïditis, juveniele polyartritis en encephalitis. De patiënt zal zich in een sternocleidomastoideushouding bevinden: homolaterale lateroflexie, heterolaterale rotatie en flexie van de nek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Juist of fout?

Statische RSI zal voornamelijk een impact hebben op pezen en zenuwen.

A

Fout, statische RSI zal voornamelijk een impact hebben op spieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

T.h.v. welke cervicale wervel treedt er het meest spondylose op?

A

C5-C6.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom ziet men minder cervicale herniaties?

A
  • Cervicale discus moet minder kracht opvangen
  • Nucleus op cervicaal niveau ligt een stuk meer naar voren
  • Bescherming door uncocervicale gewrichten
  • Ligamentum longitudinalum posterius is dikker en breder op cervicaal niveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zal cervicaal lijden meer aanleiding geven tot monoradiculaire klachten of polyradiculaire klachten?

A

Monoradiculaire klachten om er een korter verloop is van de radix in het kanaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly