Hoofdstuk 11 - Complex regionaal pijnsyndroom Flashcards

1
Q

Bespreek de verschillende stadia van het CRPS.

A

Stadium I: hypertrofisch of warme fase
- Roodheid, zwelling, warm en branderige pijn die toeneemt bij beweging
- Haren en nagels groeien sneller dan normaal
- Overmatig zweten in het aangetaste gebied

Stadium II: atrofische of koude fase
- Pijn wordt heviger en vager
- Cyanose, koud aanvoelen, atrofie, articulaire verstijving, huid wordt bleek, klam en glanzend
- Soms last van haaruival, afbreken en barsten van nagels
- Botontkalking

Stadium III: stabilisatiefase
- Pijn kan grotendeels verdwijnen of kan constant blijven (moeilijk behandelbaar)
- Spieren zijn sterk verzwakt en atrofiëren, verstijving van aangetast gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Aan welke diagnostische criteria moet voldaan zijn om te spreken van CRPS?

A
  1. Continue pijn, disproportioneel met het uitlokkend event
  2. Minstens 1 symptoom van drie van de vier volgende categorieën: sensorisch, vasomotorisch, sudomotorisch en motorisch
  3. Minstens 1 klinisch teken van twee van de volgende categorieën: sensorisch, vasomotorisch, sudomotorisch, motorisch
  4. Geen andere diagnose die de klachten kan verklaren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke medicatie is geassocieerd aan CRPS?

A

ACE-inhibitoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de rol van psychogene aandoeningen in CRPS?

A

Er is geen aangetoond verband.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Juist of fout?

CRPS bij kinderen is milder en volledige genezing treedt in het merendeel van de gevallen op.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke medicatie kan helpen bij allodynie en hyperalgesie?

A

Anti-epilepticia of anti-depressiva.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de plaats van capsaïcine?

A

Er is geen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij wie kan DMSO crème verlichting brengen?

A

Het kan gedurende 3 maanden voorgeschreven worden bij klachten < 1 jaar en ontstekingsverschijnselen op de voorgrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke medicatie kan helpen bij dystonie of muoclonieën?

A

Baclofen, diazepam of clonazepam.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij wie kan ruggenmergstimulatie overwogen worden?

A

Bij chronische, uitbehandeld patiënten. Bij aanwezighied van allodynie heeft het echter geen zin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly