Hoofdstuk 1 - Inleiding Flashcards
Wat zijn de gevolgen van oppervlakkige warmte?
- Toename van de huiddoorbloeding met roodheid
- Bloedtoevoer naar spier wordt minimaal of niet verhoogd
- Reflectoire spierrelaxatie met hierdoor pijnvermindering
Wat zijn contra-indicaties voor warmtetherapie?
Acuut trauma, acute tendinopathie, acute artritis, infecties
Wat zijn indicaties voor gebruik van paraffine?
Uitsluitend pathologie van de handen: artrose of postoperatieve revalidatie.
Hoe diep gaat infraroodstraling?
3-4cm. Hiermee kan je dus wel spieren opwarmen.
Wat zijn de effecten van koudetherapie?
- Vasoconstrictie met secundair vasodilatatie
- Secundair pijninhibitie door prikkeling van de mechanoreceptoren in de huid
- Secundaire spierrelaxatie, veel beter dan warmte en NSAIDs
Wat zijn indicaties voor koudetherapie?
Posttrauma, infectie, acute tendinopathie, calcifiërende tendinopathie, spierspasmen (geen contracturen!).
Wat zijn contra-indicaties voor koudetherapie?
Koudehypersensibiliteit, / allergie, vaataandoeningen, sensibiliteits-stoornissen, cryoglobulines
Bespreek continue gelijkstroom.
Hier bestaan twee vormen van
- Galvanisatie: pijnstillend effect door inductie van neurogene inflammatie
- Ionoforese: bepaalde geladen stoffen door de huid in het weefsel brengen zodat ze niet oraal moeten genomen worden
Bespreek onderbroken gelijkstroom.
Electrostimulatie (driehoeksstroom): gedenerveerde spieren doen samentrekken tot chirurg de zenuw hersteld heeft om atrofie en degeneratie tegen te gaan
Bespreek laagfrequente wisselstroom.
TENS: hiermee kan je nomale spieren gaan stimuleren of kan je analgetisch werken d.m.v. productie van endorfines of stimulatie van de A-bèta vezels.
Bespreek middenfrequente wisselstroom.
Dit zijn interferentiële stromen. Hieree kan je structuren behandelen die diep in het weefsel zitten (bv. t.h.v. de heup).
Bespreek hoogfrequente wisselstromen.
Met diathermie kan je diepe warmte geven (8-9cm diep).
Wat is het creep- of kruipfenomeen?
Wanneer je constante rek uitoefent kan je een kapsel of een ligament vervormen en verlengen. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan bij een frozen shoulder.
Wat zijn indicaties voor continue psasieve mobilisatie of CPM?
Na knieoperatie, na schouderoperatie of na fracturen van zodra mobilisatie is toegelaten.
Wat is een nevenwerking van CPM?
Heterotope ossificatie.