Hoofdstuk 7: De experimentele onderzoeksstrategie Flashcards
De basiscomponenten van een experimentele onderzoeksstudie
Een experiment bestaat uit het manipuleren van één variabele, het meten van een tweede
variabele, het vergelijken van de scores tussen behandelingen en het controleren van alle andere
variabelen.
Statistische significantie
Een significant resultaat betekent dat het verschil groot genoeg en consistent genoeg moet zijn voor
een hypothesetest om toeval uit te sluiten als plausibele verklaring, en daardoor te concluderen dat
het verschil moet zijn veroorzaakt door de behandelingen. Elk verschil tussen de behandelingen moet
statistisch worden geëvalueerd voordat men kan concluderen dat een verschil werd veroorzaakt
door de behandelingen!
De experimentele onderzoeksstrategie
toont het bestaan van een oorzaak-gevolgrelatie aan tussen twee variabelen. Om dit doel te bereiken manipuleert een experimenteer een variabele terwijl een tweede variabele wordt gemeten en de andere variabelen worden gecontroleerd.
Een experiment of een ‘true experiment’
probeert aan te tonen dat veranderingen in een variabele direct verantwoordelijk zijn voor veranderingen in een tweede variabele.
De onafhankelijke variabele
de variabele die gemanipuleerd wordt door de onderzoeker. In gedragsonderzoek bestaat de onafhankelijke variabele meestal uit twee of meerdere behandelingscondities waaraan de participanten worden blootgesteld.
De behandelingsconditie
een situatie of omgeving gekenmerkt door een specifieke waarde van de
gemanipuleerde variabele. Een experiment bevat twee of meerdere behandelingscondities die
verschillen naargelang de waarden van de gemanipuleerde variabele.
Levels
de verschillende waarden van de onafhankelijke variabele geselecteerd om de behandelingscondities te creëren en bepalen.
De afhankelijke variabele
de variabele die geobserveerd/gemeten wordt op veranderingen om de effecten op het manipulatie van de onafhankelijke variabele vast te stellen.
Vreemde (extraeous) variabelen
Vreemde (extraeous) variabelen zijn alle variabelen in de studie behalve de (on)afhankelijke
variabelen. Deze moeten gecontroleerd worden opdat ze het experiment niet verstoren!
Causaliteit en het Derde-variable probleem
Een probleem voor experimenteel onderzoek is dat variabelen zelden bestaan in isolatie. In natuurlijke omstandigheden worden veranderingen in een variabele meestal vergezeld door veranderingen in vele andere gerelateerde variabelen. Hoewel het relatief makkelijk is om aan te tonen dat een variabele gerelateerd is aan een andere, is het veel moeilijker om de onderliggende oorzaak van de relatie te bewijzen. Om de aard van de relaties tussen variabelen te bepalen (vooral de causale beïnvloeding bepalen), is het essentieel dat een experiment de specifieke variabelen die onderzocht worden afzondert en isoleert. Het uiteen halen van een set van natuurlijk nietgeconnecteerde variabelen is het hart van de experimentele strategie!
Causaliteit en het Directionaliteitsprobleem
Hoewel een studie een relatie tussen twee variabelen kan bewijzen, verklaart het bestaan van een
relatie maar niet altijd de richting van de relatie. Het resterende probleem is het bepalen van welke
variabele de oorzaak is en welke het effect. Dit is het directionaliteitsprobleem.
De natuur controleren
Om een oorzaak-gevolgrelatie te bewijzen moet een onderzoeker de natuur controleren, eigenlijk
moet hij een onnatuurlijke situatie creëren waarin de twee onderzochte variabelen zijn geïsoleerd
van de beïnvloeding van andere variabelen en waarin de ware aard van een relatie gezien kan
worden. Er is een verschil tussen de condities waarin een experiment wordt uitgevoerd en de
resultaten van het experiment. Dat een experiment plaatsvindt in een onnatuurlijke omgeving, wil
nog niet noodzakelijk zeggen dat de resultaten onnatuurlijk zijn.
Manipulatie
In een experiment bestaat manipulatie uit het identificeren van de specifieke waarden van de
onafhankelijke variabele die onderzocht wordt en dan het creëren van een reeks van
behandelingscondities die overeenkomen met de reeks van geïdentificeerde waarden.
Manipulatie en het Directionaliteitsprobleem
Het primaire doel van manipulatie is onderzoekers toelaten de richting van een relatie te bepalen.
Door een van de variabelen te manipuleren (zorgen voor een toename of afname) en de tweede
variabele te bekijken, kan men bepalen of deze is getroffen door de manipulatie.
Manipulatie en het Derde-variabele probleem
Een tweede doel van manipulatie is onderzoekers helpen om de beïnvloeding van externe variabelen
te controleren. Als je variabelen uit zichzelf laat veranderen, is het altijd mogelijk dat externe
variabelen ook veranderen en deze kunnen dan verantwoordelijk zijn voor de relatie die je
observeert.