H 10: De Non-experimentele en Quasi-experimentele strategieën: Non-equivalente groep, Pre-Post en Developmental Designs Flashcards
De structuur van Non-experimentele en Quasi-experimentele Designs
Een non-experimenteel of quasi-experimenteel onderzoek produceert ook groepen van scores om te
vergelijken voor significante verschillen. Maar, de verschillende groepen of behandelingscondities
worden niet gecreëerd door een onafhankelijke variabele te manipuleren. In de plaats daarvan
worden de groepen meestal gedefinieerd in termen van een specifiek participantkenmerk (vb.
man/vrouw) of in termen van tijd (vb. voor en na de behandeling).
twee algemene categorieën van nonexperimentele en quasi-experimentele designs:
- Between-subjects designs of non-equivalente groepsdesigns.
- Within-subjects designs of pre-postdesigns.
non-experimentele onderzoeksstrategie en de quasiexperimentele onderzoeksstrategie
Zoals echte experimenten bevatten de non-experimentele onderzoeksstrategie en de quasiexperimentele onderzoeksstrategie meestal het vergelijken van scores uit verschillende groepen of condities. Maar, deze twee strategieën gebruiken een niet-gemanipuleerde variabele om de groepen of condities die vergeleken worden te definiëren.
Non-equivalent groepsdesign
een onderzoek waarin de verschillende groepen van participanten worden gevormd onder omstandigheden die de onderzoeker niet toelaat de toewijzing van individuen aan groepen te controleren, daarom zijn de groepen van participanten non-equivalent. Specifiek kan de onderzoeker geen gebruik maken van random toewijzing om groepen van participanten te creëren.
Bedreiging van de interne validiteit voor Non-equivalente groepsdesigns
Omdat de toewijzing van participanten niet gecontroleerd wordt in een studie met non-equivalente
groepen, is dit type onderzoek altijd bedreigd door assignment bias (toewijzingsbias). Assignment
bias komt nl. voor wanneer de toewijzingsprocedure groepen produceert die verschillende
participantkenmerken hebben.
differentieel onderzoeksdesign
een onderzoek dat reeds bestaande groepen vergelijkt. Een differentiële studie gebruikt een participantkenmerk zoals geslacht, ras of persoonlijkheid om participanten automatisch toe te wijzen aan groepen. De onderzoeker wijst niet random individuen aan groepen toe. Een afhankelijke variabele wordt dan gemeten voor elke participant om een set scores te verkrijgen binnen elke groep. Het doel van de studie is om te bepalen of de scores voor een groep consistent verschillend zijn van de scores van een andere groep. Differentieel onderzoek is geclassificeerd als een non-experimenteel onderzoeksdesign, omdat het geen moeite doet om de bedreiging van toewijzingsbias te controleren!
Het wordt ook vaak ex post facto onderzoek genoemd omdat het naar verschillen kijkt ‘na het feit’, verschillen die reeds bestaan tussen groepen.
Een non-equivalent controlegroep design
gebruikt bestaande groepen, waarvan één groep in de behandelingsconditie belandt en de andere in de controleconditie. De onderzoeker wijst niet randomindividuen aan groepen toe.
Een vaak voorkomend vb. van een non-equivalent controlegroep design is een posttest-only nonequivalente controlegroep design. Dit type onderzoek wordt ook wel een statische groepsvergelijking (static group comparison) genoemd.
Een posttest-only non-equivalent controlegroep design
vergelijkt twee non-equivalente groepen van participanten. Één groep wordt geobserveerd (gemeten) na het krijgen van een behandeling (XO) en de andere groep wordt gemeten op hetzelfde moment maar krijgt geen behandeling (O). Dit is een vb. van een non-experimenteel onderzoeksdesign omdat het geen moeite doet om de bedreiging van toewijzingsbias te controleren!
Een pretest-posttest non-equivalent controlegroep design
vergelijkt twee non-equivalente groepen. Één groep wordt twee keer gemeten, een keer voor de behandeling wordt uitgevoerd (pre) en een keer erna (post) (OXO). De andere groep wordt gemeten op dezelfde momenten maar krijgt geen behandeling (O_O). Omdat dit design probeert om de bedreigingen van interne validiteit te limiteren wordt het geclassificeerd als quasi-experimenteel.
Het vermindert de dreiging van toewijzingsbias, beperkt bedreigingen van tijd-gerelateerde factoren en kan enig bewijs leveren om een oorzaak-gevolg relatie te ondersteunen.
Een pre-post design
een onderzoek waarin een reeks observaties gemaakt worden over de tijd heen voor één groep van participanten.
Merk op: pretest-posttest non-equivalent controlegroep design ≠ pre-post design! Want pre-post designs maken geen gebruik van een controlegroep.
Bedreigingen van de interne validiteit voor Pre-Post Designs
Wanneer dezelfde groep individuen in de loop van de tijd herhaaldelijk wordt waargenomen, kunnen
tijd-gerelateerde factoren de interne validiteit bedreigen. Factoren zoals: geschiedenis,
instrumentatie, test-effecten, maturatie en statistische regressie. Ook is het in een pre-post design
onmogelijk om de volgorde van behandelingen te counterbalancen. Specifiek, moeten de observaties
vóór de behandeling (pretest) altijd plaatsvinden voor de observaties nà de behandeling (posttest).
Een Non-experimenteel Pre-Post Design
In het non-experimentele pretest-posttest design wordt elk individu in één enkele groep
participanten een keer voor de behandeling gemeten en een keer na de behandeling.
Omdat de pretest-posttest studie een oorzaak-gevolg conclusie uitsluit, is dit type onderzoek nonexperimenteel.
Een time-series design
heeft een reeks observaties voor elke participant voor een behandeling of gebeurtenis en een reeks observaties na de behandeling of gebeurtenis. Een behandeling is een manipulatie uitgevoerd door de onderzoeker en een gebeurtenis in een extern voorval dat niet gecontroleerd of gemanipuleerd wordt door de onderzoeker.
In een time-series design hebben de pretest en posttest observaties verschillende nuttige doelen:
- De pretest observaties laat de onderzoeker toe om trends te zien die al kunnen bestaan in de data zelfs voor de behandeling wordt voorgesteld. Deze trends zijn een indicator dat de scores beïnvloedt zijn door een factor die niets met de behandeling te maken heeft.
- Geschiedeniseffecten (externe gebeurtenissen) vormen alleen een bedreiging voor de geldigheid wanneer er een perfecte overeenstemming is tussen het optreden van de gebeurtenis en de introductie van de behandeling.
- De reeks observaties na de behandeling of gebeurtenis laten een onderzoeker ook toe om postbehandelingstrends te observeren.
Single-Case Applicaties van Time-Series Designs
Onderzoeksdesigns die focussen op een single-case i.p.v. een groep participanten worden vaak
single-case time-series designs genoemd of single-subject of single-case designs.