Hoofdstuk 5 Flashcards

1
Q

Bevat de gezonde pulpa micro-organismen?

A

Nee, deze is steriel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Kan er soms een vluchtig bezoek van micro-organismen plaatsvinden in de pulpa?

A

Ja, door lokale of algemene bacteriëmiën vindt echter af en toe een vluchtig bezoek
van een klein aantal bacteriën, meegesleept door de bloedstroom, plaats. Voor de gezonde pulpa heeft een dergelijk vluchtig bezoek geen negatieve gevolgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer kan een ontstoken pulpa steriel zijn?

A

Indien er geen verbinding met de mondholte is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan bij pulptitis de pulpa onstoken raken als de glazuur-dentinebarriere nog intact is?

A

Via een bacteriëmie (anachoresis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het gevolg van een eenmaal geïnfecteerde pulpa?

A

zal eerder tot irreversibele pulpitis en daarmee tot parodontitis apicalis leiden, dan nog niet geïnfecteerd pulpaweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer kan een necrotische pulpa nog steriel zijn?

A

Als het (nog) niet gepaard gaat met parodontitis apicalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Necrotische pulpa
Waarom blijft de kans op toekomstige infectie, gevolgd door parodontitis apicalis, steeds aanwezig?

A

Omdat, door circulatieproblemen, er onvoldoende weerstand in de pulpa is tegen een microbiële besmetting, zelfs als die van geringe aard is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom moet er voor anachoresis wel circulatie zijn?

A

Anders is er geen aanvoer van micro-organismen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarmee gaat parodontitis apicalis gepaard?

A

Met de aanwezigheid van, meestal grote aantallen, verschillende soorten micro-organismen in de pulpaholte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Parodontitis apicalis kan ontstaan door directe- en indirecte schade. Leg uit wat het verschil is

A
  • Direct = Ontstaat in het periapicale weefsel door een polymicrobiële infectie van het wortelkanalenstelsel
  • Indirect = Door schade die voortvloeit uit de immuunreactie van de gastheer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij verlies van de continuïteit van de tandstructuur, kan er een weg worden geopend naar de pulpa. Wat kan ervoor zorgen dat deze weg geopend wordt? (4)

A
  1. Caries
  2. Trauma
  3. Slijtage
  4. Pockets
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De micro-organismen kunnen het wortelkanalenstelsel bereiken via (4):

A
  1. (door een fractuur of cariës) blootliggend dentine;
  2. (door een fractuur of cariës) blootliggende tandpulpa;
  3. (door een diepe parodontale pocket) blootliggend dentine, zijkanaal of het apicale foramen;
  4. bloedvaten uit de periapex (anachoresis).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan je zeggen over de microflora en het anaerobe milieu van de pulpa?

A

Het anaerobe milieu, de interactie tussen verschillende microbiële factorenen de beschikbaarheid van geschikte voeding zorgen ervoor dat niet alle orale micro-organismen in het wortelkanaal worden gevonden, maar slechts een beperkte groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt uiteindelijk een min of meer stabiele leefgemeenschap bereikt?

A

Via het proces van microbiële successie = climax community

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom is besmetting van het wortelkanaal is uniek te noemen?

A

Omdat besmetting optreedt in een gebiedwaar in de gezonde situatie geen bacteriën leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De microbiële flora van het wortelkanaal is verschillend in het coronale, middelste en apicale een derde deel. Waardoor zijn deze verschillen grotendeels te verklaren?

A

Door de rol van voeding en zuurstofspanning. De groei van strikt anaerobe bacteriën wordt gestimuleerd in een omgeving waar aminozuren en peptiden voorhanden zijn = apicaal

Bacteriën die afhankelijk zijn van koolhydraten, zoals facultatief anaerobe bacteriën, in het apicale deel van het wortelkanaal te weinig voeding vinden

17
Q

Wat zijn verschillend tussen de flora in het wortelkanaal en parodontale pockets?

A

De ratio strikt anaeroob versus facultatief anaeroob is ongeveer honderdmaal hoger in het wortelkanaal. Anaerobe streptokokken bijvoorbeeld komen veel voor in het wortelkanaal, maar zijn zeldzaam in de parodontale pocket, waar facultatieve streptokokken veel meer voorkomen

18
Q

Welk mechanisme zorgt voor indirecte schade bij een infectie van de pulpa?

A

indirecte schade kan voortvloeien uit de immuunreactie van de gastheer
(parodontitis apicalis)

19
Q

Wat is het gevaar van de climax community?

A

Door successie nemen de aantallen strikt anaerobe bacteriën toe ten koste van de facultatief anaerobe micro-organismen, waarbij na een aantal maanden de eerste overheersen > voeding wordt gehaald uit weefsel ook dentine

20
Q

Welke specifieke endodontische pathogenen kun je noemen?

A

peptostreptokokken,
Prevotella, Porphyromonas, Fusobacterium, Actinomyces, Olsenella en Candida

21
Q

Wat zijn de belangrijkste ecologische factoren die de flora verschuiving drijven? (3)

A
  1. Adhesie van micro-organismen aan worteldentine of organisch materiaal in het wortelkanaal,
  2. Co-aggregatie van de populaties
  3. Beschikbaarheid van voeding, zuurstofniveau
    en lokale pH binnen het wortelkanaal.
22
Q

Welke voedingsmiddelen die worden gebruikt door de flora in het wortelkanaal?

A

Endogene voedingsmiddelen: endogene proteïnen en glycoproteïnen

23
Q

Wat zorgt voor direct schade aan weefsels? (2)

A

– Proteasen en andere enzymen uit de micro-organismen.
– Cytotoxische metabole producten van de micro-organismen.

24
Q

Wat zorgt voor indirect schade aan weefsels? (2)

A

– Cytokines.
– Proteasen en andere enzymen uit de gastheercellen