2. Endo 2 Flashcards

1
Q

Leg uit welke reactie de pulpa heeft op cariës (aanval van de pulpa)

A

Odontoblasten reactie > pulpa reactie = pulpitis, necrotische pulpa, parodontitis apicalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is een probleem met de pulpa niet-pijnlijk?

A

Als deze chronisch is

(bij acuut dus wel pijnlijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarvan hangt de reactie van de pulpa af? (2)

A
  1. Gezondheid en ouderdom pulpa
  2. Aard, grootte en duur van de prikkel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit welke 5 onderdelen bestaat de verdediging van de pulpa?

A
  1. Hydrodynamische pijnprikkel (alarm!)
  2. Neurovasculaire pulpareacties (klaar om aanval
    op te vangen)
  3. Vorming tertiair dentine (verdediging)
  4. Pulpitis (reversibel): ontstekingscellen etc
  5. Destructie bacteriën en eigen weefsel
    (necrose) (alles wat kan vechten, vecht mee)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe verloopt een hydrodynamische pijnprikkel? (4)

A
  1. Prikkel
  2. Toename vloeistofstroom naar perifeer (op plek van prikkel)
  3. Prikkeling aδ vezel, pijn!
  4. Zenuw: Neurovasculairereactie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waardoor ontstaat tertiair dentinevorming?

A

Op basis van prikkeling van odontoblasten: dentinewond door preparatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er geactiveerd als de pulpacellen moeten reageren?

A

Het afweersysteem. Hieronder valt het primaire- en het secundaire responssysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat dient er te worden gedaan als de pulpa necrotisch is geworden?

A

Wortelkanaalbehandeling: Necrose > ontsteking > opboren > kanalen leeg en schoon vijlen > afsluiten met vulling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe kan problematiek met de pulpa worden voorkomen?

A

Door tijdige detectie en behandeling van cariës

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kunnen gevolgen zijn voor invasief ingrijpen?

A

Pulpaschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom kan anesthesie voor schade aan de pulpa zorgen?

A

Vooral bij infiltratie anesthesie wordt de locatoie waar verdoofd is minder doorbloedt. Wanneer er een verminderde bloedcirculatie is komen er minder voedingsstoffen, maar worden afvalstoffen ook minder goed afgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kan je schade voorkomen met roterendinstrumentatium? (2)

A
  1. Gebruik scherpe boortjes, niet hard drukken
  2. Gebruik waterkoeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom dien je scherpe boortjes te gebruiken en geen botte?

A

Botte boortjes produceren meer warmte en je drukt vaak harder (beide belastend voor pulpa)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom gebruikt je waterkoeling?

A

om grote temperatuurstijgingen, en daardoor pulpaschade, zo veel mogelijk te voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de juiste waterkoeling?

A

Water van alle kanten naar de boorpunt toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is pijn?

A

Onaangename sensorische en emotionele ervaring, waarbij er een associatie is met werkelijke of potentiële weefselbeschadiging

Nocere = beschadiging (vandaar nociceptie)

17
Q

Waar gaat de pijnmodulatie naar onderweg?

A

Naar het centrale zenuwstelsel: cortex

18
Q

Waar hangt pijn nog meer van af?

A

Van de subjectieve beleving: ene ervaart sneller pijn dan de ander

19
Q

Wat valt er onder odontogene pijn? (3)

A
  1. Peri-apicale ontsteking(= parodontitis apicalis)
  2. Parodontale ontsteking
  3. Pericoronaire ontsteking
20
Q

Wat is het meest belangrijk bij diagnostiek van pijn?

A

De anamnese

21
Q

Waarom is de anamnese zo belangrijk?

A

Dit geeft inzicht in: wanneer begonnen, eerder gehad, frequentie, duur, intensiteit, aard, plaats, uitstraling, hoe op te wekken, hoe te stillen, gerelateerde gebeurtenis, etc.

22
Q

Om te onderzoeken waar de oorzaak vandaan komt kan er extra- en intra-orale onderzoek worden gedaan. Waarop let je?

  • Extra-oraal:
  • Intra-oraal:
A
  • Extra oraal onderzoek: zwelling, fistel, verkleuring, trismus etc
  • Intra-oraal onderzoek: zwelling, fistel, verkleuring, cariëslaesies, restauraties, pockets
23
Q

Hoe kan je nog meer onderzoeken hoe de gezondheid van de pulpa is?

A

Met een sensibiliteitstest (warm/koud)

24
Q

Wat is chloorethyl?

A

Middel waarmee de koudtest wordt gedaan

25
Q

Sensibiliteitstest
Waarvoor is de gezonde pulpa gevoelig?

A

gevoelig voor K+ en W+

26
Q

Sensibiliteitstest
Waarvoor is de onstoken pulpa gevoelig?

A

verhoogd gevoelig K++ (ook langere duur) en W++ (ook pijn)

27
Q

Sensibiliteitstest
Waarvoor is de nectrotische pulpa gevoelig?

A

ongevoelig K – en vertraagd gevoelig bij warmte (verlichting bij
koud, DD parodontaal abces)

28
Q

Hoe voer je een koudtest uit?

A

Element niet droogblazen, maar droogvegen met een wattenrol > wattenbolletje met chloorethyl

29
Q

Waarom kan het afweersysteem minder zijn werk doen bij de pulpa?

A

Doordat het minder doorbloedt is dan de rest van het lichaam

30
Q

Hoe worden neurovasculaire reacties in het beginstadium van pulpa-irritatie genoemd?

A

pre-inflammatoire reacties

31
Q

Hoe verloopt een pre-inflammatoire reactie? (3)

A
  1. Geprikkelde zenuw scheidt neuropeptides uit
  2. Neuropeptides zorgen voor verwijding
    bloedvaten en het uittreden van plasma (met eiwitten etc)
  3. Vloeistofdruk in pulpa stijgt. Daardoor toename vloeistofstroom in dentinetubuli en pijn.
32
Q

Bacteriepopulatie periapicaal:
- Wat is het kwantitatief aspect?
- Wat is het kwalitatief aspect?

A
  • hoeveelheid>106
  • kwalitatief aspect welke soorten en welke mix
    Met name anaëroben:
  • gramnegatieven (o.a. bacteroides groep)
  • grampositieven o.a. peptostreptococc.

NB! Sommige combi´s lijken voor meer pijn te zorgen (eubacterium+peptostreptococ). Bepaalde soorten (bacteroides, prevotella interm.,) voor meer necrose en stank. (H2S=zwavelgas=geur rotte eieren).

33
Q

Wat is het verschil tussen ongecompliceerde kroonfractuur en gecompliceerde kroonfractuur?

A
  • Geen pulpa exponatie
  • Wel pulpa exponatie