Hoofdstuk 4 Applications of Behaviorist Principles Flashcards

1
Q

Wat zijn enkele bekende mythes over reinforcement en punishment in een klas?

A

-reinforcement zou omkoperij zijn
-reinforcement zou lijden tot een afhankelijkheid van beloningen
-het idee dat een student reinforcen ertoe lijdt dat andere studenten zich slecht gaan gedragen
-het idee dat straffen self-esteem verlaagt
-een probleemgedrag oplossen zou totaal geen effect hebben op de onderliggende reden van het probleem gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn enkele bekende serieuze kritieken over reinforcement en punishment in een klas?

A

-als productief gedrag alleen wordt aangestuurd door belonen dan worden de cognitieve factoren die het leren verstoren niet meegenomen
-reinforcement van sommig gedrag gaat op de lange termijn niet helpen met leren, te vaak reinforcen bij werk klaar lijdt tot afraffelen
-extrinsieke beloningen geven voor iets waar eerst alleen intrinsieke motivatie voor was zorgt voor een averechts effect. Daarentegen kan extrinsiek belonen als er geen intrinsieke motivatie voor was erg helpen om dit wel te krijgen
-een bestraft gedrag kan later terugkeren
-straffen kan negatieve bij effecten hebben
-behavioral contrast: kinderen die op een plek erg veel gestraft worden en op een andere plek niet zullen op verschillende plekken heel ander gedrag laten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kan reinforcement worden ingezet ingezet in de klas om productief gedrag aan te moedigen?

A

-vertel aan het begin van het jaar wat het terminal behavior is: het gewenste gedrag
-bekijk per leerlingen welke consequenties reinforcers zijn
-zorg ervoor dat het gedrag veranderen meer oplevert dan kost
-maak duidelijk welke consequenties er zijn voor verkeerd gedrag laten zien; een manier om dit te doen is via een contingency contract: een overeenkomst op papier met daarop de afspraken
-zorg voor constante reinforcement als studenten veel probleemgedrag vertonen
-shape complex gedrag rustig over de tijd
-zorg dat alle studenten kans hebben op reinforcement
-gebruik objectieve criteria om Progress te monitoren
-werk aan de ability om er oké mee te zijn om na lange tijd een grote beloning te krijgen, ipv telkens kleine
-bouw reinforcement langzaam af als het gewenste gedrag eenmaal wordt getoond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn 4 strategieën om onwenselijk gedrag te verminderen?

A

-extinguishing responses: ervoor zorgen dat onwenselijk gedrag geen reinforcement krijgt, bv aandacht krijgen als er vervelend wordt gedaan
-presenting noncontingent reinforcement: aandacht geven op willekeurige tijden of regelmatig pauze geven, zo hoeven kinderen zich niet uit te sloven om te krijgen wat ze nodig hebben
-reinforcing other behaviors: identificeer specifiek gedrag dat beloond wordt en specifiek gedrag dat niet beloond wordt; incompatible behaviors: idealiter zorgt het gedrag dat wordt beloond ervoor dat het onwenselijke gedrag in de tussentijd niet kan bestaan
-punishment: kies iets dat straft maar niet extreem is, geef wat tevoren aan welk gedrag bestraft wordt (cueing: herinner lerenden steeds over gedrag dat verboden is), beschrijf onacceptabel gedrag in duidelijke termen, straf direct na het ongewenste gedrag, alleen in een fijne omgeving, leg uit waarom het gedrag onwenselijk is, blijf consistent, verander de omgeving om slecht gedrag tegen te gaan, leer fijner gedrag aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Applied behavior analysis (ABA)

A

-een intensieve systematische interventie om probleemgedrag aan te pakken
-er wordt uitgegaan van een samenspel tussen respons-consequenties van het verleden en van het nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn enkele ABA strategieën?

A

-target behaviors (doelgedrag) zijn opgesteld in observeerbare en meetbare doelen
-target behaviors worden voor en na de interventie gemeten, de interrater reliability (hoe goed twee verschillende metingen overeen komen tussen verschillende onderzoekers) moet hoog zijn
-omgevingsfactoren die bijdragen aan probleem gedrag worden vastgesteld; er wordt een functioneel analysis gedaan: een onderzoek aan de hand van de data waaruit verschillende triggers of reinforcers komen voor het gedrag
-een specifiek interventie plan wordt opgesteld, vaak een positive behavior support
-behandeling wordt gemonitord om de effectiviteit te meten
-metingen worden gedaan om de generalisatie van nieuw geleerd gedrag te promoten
-treatment wordt langzaam afgebouwd als het gewenste gedrag wordt laten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe kun je ABA inzetten bij grote groepen?

A

-group contingency: de hele groep moet een gedrag laten zien om een beloning te krijgen
-Token economy: individuals worden beloond met token reinforcers, deze kunnen later worden ingewisseld voor backup reinforcers (grotere beloningen)
-Schoolwide positive behavior support: positive behavior programma op schoolniveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Coaching

A

-wanneer een docent verbaal uitleg geeft en een individu lijdt bij het uitvoeren van gewenst gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke behavioristische ideeën zijn nogsteeds relevant in het onderwijs?

A

-voor leren is een verandering in gedrag nodig
-vrijwillig gedrag zal vaker voorkomen als er een reinforcer wordt gegeven
-complex gedrag moet over tijd geshaped worden
-leer interventies zijn het meest effectief als het gewenste gedrag van tevoren expliciet worden uitgelegd
-interventies zijn effectief als het proces de hele tijd gemonitord wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarom is het actief responses geven zo belangrijk voor leren?

A

-een persoon leert pas als deze gedrag laat zien dat beloond wordt, maar daarvoor moet er wel een gedraging worden laten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kun je gebruiken om van tevoren duidelijke doelen te stellen?

A

-instructional goals (desired general outcomes of instruction) en objectives (specifieker geplande uitkomsten van een les of lesblok)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Behavioral objective

A

-outcome is stated in observable and measurable terms
-de stimulus condition waaronder het gedrag zichtbaar is moet worden laten zien
-een criteria om een acceptabele performance te Judgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het verschil tussen lower-level skills en higher-level skills?

A

-lower-level skills: gaan over kennis van feiten
-higher-level skills: gaan over complexe vormen van denken en leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Taxomonies of objectives

A

Beschrijvingen van verschillende gedragingen die we studenten willen zien doen, vaak in de vorm van een lijstje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Content-area standards

A

Standaarden voor gedrag van studenten bedacht door verschillende organisaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Common Core State Standards en Next Generation Science Standards

A

De meeste staten van Amerika houden zich ook aan deze standaarden voor gedrag van studenten

17
Q

Programmed instruction (PI)

A

-een instructie programma gemaakt door Skinner
-het te leren materiaal wordt gepresenteerd in frames. Elk frame geeft een klein stukje meer informatie en een vraag over de stof. Het volgende frame bestaat uit antwoord op de vraag, nieuwe info en een nieuwe vraag. Studenten gaan zelf door deze stof heen
-eerst alleen lineair (alle studenten volgden exact dezelfde frames.
-Later ook branching programs: het programma paste zich aan aan de leerling
-tegenwoordig computer-assisted instruction

18
Q

Mastery learning

A

Een les waarin alle studenten op een heel hoog level van mastery komen, waarna pas andere lessen worden gegeven
-task analysis: je gaat van simpele naar steeds moeilijkere lessen
-Personalized system of instruction: manier van stof verwerken voor college studenten
-nadruk op individuele studie, unit exams, instructie wordt gegeven om aan te moedigen, studenten die de stof al beheersen dienen als tutors voor degene die het nog niet snappen

19
Q

Backward design

A

De doelen van het einde worden bepaald en zo wordt van elke les bepaald wat er dan behaalt moet zijn om het einddoel te halen

20
Q

Formative assessment

A

Als studenten hun Progress de hele tijd door wordt gemeten, niet alleen na een periode

21
Q

Summative assesment

A

Als studenten hun progress aan het einde van een periode wordt getest

22
Q

High-stakes test

A

Summatieve test die wordt gebruikt om te bepalen of een student binnen komt bij een bepaalde universiteit of baan etc. Er hangt dus veel van de test af

23
Q
A