Hoofdstuk 3 Behaviorism Flashcards
Equipotentiality
De behavioristische assumptie dat dieren en mensen op dezelfde manier leren
Stimuli (S)
Een observeerbaar en meetbaar ding, behaviorisme
Responses (R)
De reactie op stimuli van een organisme, behaviorisme
S-R Psychology
Een andere benaming voor behaviorisme
Neobehaviorists
Behavioristen die geloven dat wat er in de ‘black box’ gebeurd ook belangrijk is om te snappen hoe leren en gedrag werken
Conditioning
In plaats van leren gebruiken behavioristen vaak deze term. Een organisme is conditioned door de gebeurtenissen in de omgeving
Determinists
Deze vroegere behavioristen geloofden dat als je het innerlijke gedrag, gebeurtenissen uit het verleden en de omgeving van een organisme weet, je dan kan voorspellen wat het organisme zijn volgende response is
Parsimony
Het beknopt houden van theorien. Zo min mogelijk principles in een theorie als maar kan
Wat zijn de basis assumpties van het behaviorisme?
-Principes van leren zijn op alle organismen toe te passen (equipotentiality)
-De focus ligt op stimuli en responses
-Interne processen worden excluded in theories
-voor leren is een gedragsverandering nodig
-organismen zijn geboren als blank slate
-leren komt voor het grootste deel door een event in de omgeving (conditioning)
-Theorien zijn beknopt (parsimony)
Classical conditioning
-Pavlov, experiment met honden
-Eerst wordt een neutrale stimulus (NS) geïntroduceerd, de bel
-De neutrale stimulus wordt gepresenteerd voor een stimulus die wel een respons geeft. De stimulus is een unconditioned stimulus (UCS). De response hierop is een unconditioned response (UCR), vlees en speeksel aanmaken
-De voorheen neutrale stimulus geeft nu een respons. De NS is een conditioned stimulus geworden (CS). Hierop reageert het organisme met een conditioned response (CR). De bel werd een CS en zorgde voor speekselaanmaak (CR)
Signal learning
-deze manier van conditioneren werkt het beste als de geconditioneerde stimulus (CS) vlak wordt gepresenteerd voor de unconditioned stimulus (UCR)
-de geconditioneerde stimulus werkt als het ware als een signaal dat de unconditioned stimuli eraan komt
A stimulus elicits a response
-Een stimulus brengt automatisch een response op.
-Vaak is de response een niet vrijwillige respons
Associative Bias
-associations tussen sommige stimuli worden sneller gemaakt dan voor andere
-Bekend fenomeen in classical conditioning
contiguity en contigency
-nabijheid is nodig om de conditioning te laten lukken, tegelijkertijd twee stimuli presenteren werkt meestal minder goed
-maar hiernaast is ook contingency nodig, de volgorde waarin de stimuli worden gepresenteerd is belangrijk; De CS moet worden gepresenteerd voor de UCS
-bekend fenomeen in classical conditioning
Extinction
-als de CS een tijd wordt gepresenteerd zonder UCS erna, dan zal de CR afnemen
-bekend fenomeen in classical conditioning
Spontaneous recovery
-als een geconditioneerde response opeens terugkomt nadat er extinction heeft plaatsgevonden na een tijd rust
-vooral in een nieuwe omgeving kan dit gebeuren
-de respons is wel minder sterk dan bij het aanleren
-bekend fenomeen in classical conditioning
Generalization
-Hoe meer een stimulus lijkt op een CS, hoe groter de kans dat generalisatie plaatsvindt
-bekend fenomeen in classical conditioning
Stimulus discrimination
-Als een CS+ constant wordt getoond met een UCS en CS- constant zonder UCS, dan zal een organisme leren om alleen op CS+ te reageren
-bvb een hoge en lage toon uit elkaar leren houden
-bekend fenomeen in classical conditioning
Second-order conditioning/ higher-order conditioning
-Als een CS wordt gepresenteerd met een andere NS, dan kan de NS een tweede CS worden die dezelfde CR uitlokt
-dit zorgt er ook voor dat mensen karakters die worden gepresenteerd met leuke dingen vaak leuker gaan vinden dan karakters die worden gepresenteerd met nare dingen. Wat leuk en naar is, is ook aangeleerd
-bekend fenomeen in classical conditioning
Counterconditioning
-om een conditioning ongedaan te maken moet er een andere stimulus worden gekoppeld
-om dit te doen zoek je een incompatible response uit. Vaak kies je een tegenovergestelde respons. Bvb als de reactie op een stimuli normaal angst is dan zoek je nu een respons als blijdschap
-kies een stimuli die deze gekozen respons oproept, bvb snoep
-de nieuwe stimulus wordt voorzichtig geïntroduceerd naast de conditioned stimulus
-om dit te laten werken moet de nieuwe respons altijd een sterkere respons zijn dan de oude respons
Systematic desensitization
-een therapeutische techniek die counterconditioning gebruikt om verschillende conditioned angst reacties te verhelpen
-mensen wordt gevraagd om aan de angstige stimuli te denken terwijl ze wordt gevraagd om te relaxen
Operant conditioning
-Skinner
-een response die wordt gevolg door een reinforcer wordt versterkt en zal daardoor vaker voorkomen
Reinforcer
-een stimulus of event die ervoor zorgt dat de response vaker voorkomt
Reinforcement
-Na de response een reinforcer geven
Transituational generality of a reinforcer
-een reinforcer zorgt voor een increase in veel verschillende gedragingen op veel verschillende plekken