Hoofdstuk 11 Sociocultural Theory and other Contextual Perspectives Flashcards

1
Q

Wat zijn hoofd ideeen van Vygotsky zijn theorie?

A

-de meeste organismen hebben lower mental functions, maar mensen hebben hiernaast ook higher mental functions: opzettelijk gefocust e cognitieve processen die leiden tot leren, geheugen en logical reasoning
-Door informele gesprekken en formele educatie leren volwassenen kinderen zich aan te passen aan hoe hun cultuur de wereld intepreteert
-elke cultuur leert fysieke en cognitieve tools die het dagelijks leven meer effectief en efficiënt maakt
-gedachten en taal zijn de eerste jaren van een kind haar leven gescheiden, self-talk (praten met jezelf) helpt de cognitieve ontwikkeling, inner speech ontstaat hierna in je hoofd
-internalization: het proces waarin sociale activiteit wordt omgezet in interne mentale activiteit
-appropriation: het proces van internaliseren, maar ook de ideeën en strategieën van iemands cultuur ombouwen voor je eigen gebruik
-actual development level: de opperlimiet van wat iemand kan zonder hulp, Level of potential development: de opperlimiet van wat iemand kan met hulp
-Zone of proximal development (ZPD): the range van taken die een kind niet alleen kan doen maar wel met behulp van anderen
-spelen helpt kinderen om zichzelf cognitief te stretchen: ze doen dingen uit het echte leven na die ze nooit echt zouden kunnen doen (zoals eten koken, dat lukt alleen met speelgoed eten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke thema’s hebben de theorieën van Piaget en Vygotsky allebei?

A

-qualitative changes in the nature of thought: of het nu door stages is of door internalization, kinderen denken verschillend op verschillende leeftijden
-Challenge: kinderen leren bij Vygotsky door dingen te doen uit de zone of proximaal development, Bij Piaget leren ze door disequilibrium
-Readiness: Piaget zegt dat er pas geleerd wordt als er assimilatie kan plaatsvinden in bestaande schema’s, Vygotsky vind dat de zone van proximaal development telkens nieuwe dingen inhoudt die zich aanpassen op wat het kind al zelf kan
-importance of social interaction: Piaget zegt dat gesprekken kunnen helpen om disequilibrium te creëren, Vygotsky zegt dat sociale interacties de foundation zijn voor gedachtenprocessen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de verschillen tussen de theorien van Piaget en Vygostky?

A

-Language: Piaget vind dat taal verbale labels creëert voor concepten en dat kinderen kennis vooral door taal krijgen en zegt dat cognitieve development voor een gedeelte onafhankelijk ontwikkelt van taal, Vygotsky zegt dat taal absoluut nodig is om te leren en cognitief te ontwikkelen
-Ervaringen die tot leren leiden: Piaget vindt dat kinderen voornamelijk zelf de wereld leren begrijpen, Vygotsky zet juist in op activiteiten georganiseerd door competente personen om het leren te leiden
-interacties: Piaget zet in op interactie met peers en Vygotsky op interactie met volwassenen
-Cultuur: Piaget noemde cultuur niet als iets belangrijks voor leren, Vygotsky zegt dat culturen andere dingen verwachten van kinderen en dus andere zaken aanleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mediated learning experience

A

-als een volwassene een kind helpt om de wereld te begrijpen door een discussie over een event die beide ervaren op dit moment, het helpt het kind bvb om labels aan het event te plakken en om conclusies te trekken eruit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Social constructivism

A

Mensen werken vaak samen om nieuwe kennis op te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Scaffolding

A

-verschillende technieken om studenten van elke leeftijd te helpen om moeilijke taken uit te voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Guided participation/legitimate peripheral participation

A

-wanneer kinderen een activiteit doen waarbij ze begeleid worden door volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Community of practice

A

-een groep mensen die een gedeelde interesse en doel hebben en elkaar regelmatig zien en coördineren voor hun gedeelde interesses en doelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Apprenticeship

A

als een nieuweling leert van een mentor met expertise voor een langere tijd om te leren hoe complexe taken worden uitgevoerd op een bepaald domein

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Cognitive apprenticeship

A

-een apprenticeship kan nieuwelingen leren over hoe er moet worden gedacht over een bepaalde taak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Dynamic assessment

A

-noteer dingen die een kind in eerste instantie niet alleen kan doen
-geef instructie en oefen met het kind het gedrag en de cognitieve processen die nodig zijn voor de taak
-ga na hoeveel het kind heeft gehad aan instructie
-Deze stappen kunnen gezet worden om het level van potential development te bepalen van een kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke implicaties zijn er voor de onderwijs praktijk als wordt gekeken naar Vygotsky’s en andere contextuele theorien?

A

-lerenden kunnen effectiever denken als ze de basis cognitieve tools hebben van verschillende activiteiten en academische disciplines
-kinderen leren en onthouden meer als ze praten over hun ervaringen
-kinderen moeten activiteiten kunnen doen die lijken hoe ze deze dingen zullen tegenkomen als volwassenen, authentic activities: taken identiek aan hoe kinderen deze zullen tegenkomen in de echte wereld (soms Problem of project based learning), service learning: projecten die direct of indirect de kwaliteit van het leven kunnen verbeteren van de studenten
-kinderen leren betere strategieën als ze samenwerken met volwassenen
-Als moeilijke taken genoeg gescaffolded worden dan lijdt dit tot maximale cognitieve ontwikkeling
-technologie kan helpen scaffolden en kan vaak een goed alternatief zin voor real-word activiteiten en problemen
-kinderen hun skills moeten worden bekeken bij verschillende werkcondities
-leren in groepen kan kinderen helpen om cognitieve strategieën te internaliseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly