Hoofdstuk 6 Cognitivism Flashcards

1
Q

Cognitive processes

A

Mentale gebeurtenissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn enkele basisassumpties in cognitivism perspectieven?

A

-sommige learning processen zijn uniek voor mensen, dus dieren hebben deze niet
-voor leren is het vormen van mentale representaties nodig die niet meteen een andere gedraging met zich mee hoeft te brengen
-mensen hebben een actieve rol in hun leerproces
-kennis is georganiseerd
-gaat ervan uit dat je uit menselijk gedrag ook informatie kan verkrijgen over de mentale processen die nodig zijn bij dit gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt Edward Tolman’s puposive behaviorism in?

A

-Leren is een interne verandering, latent learning: als iemand het geleerde pas laat zien bij een reinforcement
-je leert dingen als je er een reden voor hebt
-verwachtingen hebben een effect op het gedrag
-organismen kunnen een cognitive map vormen van hun omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gestalt psychology

A

Benadrukt hoe belangrijk het organisatie proces is bij perceptie, leren en problemen oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn basis principes die voortkomen uit de Gestalt pyschology?

A

-wat je ziet is soms anders dan het echt is, phi phenomenon: Als je twee lampjes omstebeurt laat schijnen ervaar je dit als een een beweging van licht
-het geheel is meer dan de som, transpositie phenomenon: kippen krijgen alleen eten van het donkerste papiertje, ze gaan hierna uit zichzelf naar de donkerste van twee kleuren om te eten
-mensen zijn geneigd om ervaringen te organiseren.
-Law of proximity: dingen die dicht bij elkaar staan horen bij elkaar
-Law of similarity: mensen zoeken naar dingen die ze herkennen, bvb letters in random stipjes patroon
- law of closure: mensen vullen missende stukjes in om een complete picture te maken
-law of Pragnanz: mensen organiseren wat ze zien het simpelste mogelijk
-memory traces: mensen onthouden de simpelste vorm; net niet cirkel wordt onthouden als cirkel
-restructuring: de probleem elementen op verschillende manieren bekijken waardoor je een inzicht krijgt hoe je iets kan oplossen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verbal learning research

A

De onderzoekstak die behaviorisme toepast op taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke twee learning tasks zijn nodig bij verbal learning?

A

-Serial learning: het leren van items in een bepaalde volgorde; bv. het alfabet
-Paired-associate learning: het leren van paren van items; bv. de vertaling van een woord leren of het land en de hoofdstad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke mentale phenomena spelen een rol bij verbal learning?

A

-serial learning curve: de eerste en laatste items zijn makkelijker om te leren dan de middelste; primacy effect: het makkelijk leren van de eerste items; recency effect: de laatste items makkelijk leren
-overlearning: Materiaal dat je eerst leert tot in perfectie en daarna blijft oefenen kan je later makkelijker herinneren
-distributed practice (leren verdeeld over tijd) laat je beter leren dan masse practice (veel leren in korte tijd)
-retroactive inhibition: het leren van een tweede soortgelijke set woorden laat je de eerste set vergeten
-proactibe inhibition: de tweede set soortgelijke woorden is ook moeilijker te onthouden
-retroactive / proactive facilitation: als nieuwe informatie juist helpt om de eerste of laatste informatie beter te onthouden
-karakteristieken die zorgen dat je sneller dingen onthoud: betekenisvolheid, makkelijker uit te spreken, concrete tastbare items leer je sneller, mentaal visueel te maken
-mensen geven betekenis aan nieuwe informatie
-mensen organiseren wat ze leren, als mensen een free recall opdracht krijgen (woorden in een random volgorde leren) dan organiseren ze deze
-encoding strategies helpen
-mensen leren makkelijker the General idea dan exacte woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke contemporary cognitive perspectieven zijn er?

A

-Information processing theory
-constructivism
-contextual theories

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Information processing theory

A

-denkt na over de specifieke manieren waarop mensen denken over de informatie die ze verkrijgen
-vroeger werd vaak gedacht dat mensen als computers denken, dit bleek niet altijd zo te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Constructivism

A

-het construeren van kennis, in plaats van het zomaar verkrijgen
-individual constructivism: het idee dat lerenden los van elkaar dezelfde contructies kunnen leren
-social constructivism: hoe mensen samenwerken om nieuwe kennis te vergaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Contextual theories

A

-het idee dat hoe mensen denken en leren verbonden zijn met hun eigen lichaam en hun omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn implicaties van cognitivist approaches voor het onderwijs?

A

-Studenten beïnvloeden hun eigen leren door het cognitieve proces waarin ze verkeren
-studenten construeren hun kennis in plaats van dat ze het asborben
-instructie heeft een significant effect op hoe studenten lesmateriaal mentaal processen. Dit heeft dus ook effect op hoe effectief studenten leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly