HOOFDSTUK 4 Flashcards

oxidatieve fosforylatie

1
Q

oxidatieve fosforylatie omvat 3 componenten/delen

A
  • elektronenstroom (donor -> acceptor)
  • de vrije energie is gekoppeld aan het opwaartse transport van protonen over een protonimpermeabel membraan
  • transmembraantransport van p+ terug naar beneden hun elektrochemisch gradiënt levert de vrije energie voor ATP-synthese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ubiquinine

A

= coenzyme Q
= vetoplosbare benzoquinone met lange isoprenoïde zijketen

  • gereduceerd tot Q via uitwisseling van 2H’tjes

= kleine, hydrofobe moleculen
= vrij diffunderen binnenin de lipiden dubbellaag van mitochondriën

= ubiquinone kan e- en p+ dragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

heem

A

= Fe-poryhphyrine prosthetische groep van heemeiwitten

  • 3 typen
    heem C is covalent gebonden aan cytochroom C eiwitten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

cytochromen?

A

= heemeiwitten die dienen als elekronendragers in de ademhaling, fotosynthese en andere redoxreacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ijzer-zwavel centers

A

= elektrondrager bestaande uit 1 of meer Fe-ionen geassocieerd met 2 of meer zwavelatomen van Cys-residuen of van anorganisch sulfide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

elektrondragers aan top/onderkant en hun affiniteit?

A

elektrondragers top = grote neiging om elektronen af te staan

elektrondrager onder = grote neiging om elektronen op te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

transport van elektronen naar beneden de mitochondriale adehalingsketen?

A

= exergonisch proces
= spontaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

respirasoom?

A

= supercomplex van complex I - complex IV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

complex I

A

= protonenpomp die wordt aangedreven door de energie van elektronenoverdracht.

De reactie die het katalyseert is vectorieel: het verplaatst protonen in een specifieke richting van 1 locatie naar de andere

mitochondriale matrix (neg) -> intermembranaire ruimte (pos)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

complex II

A

= succinaat dehydrogenase

  • katalyseert de exergonische transfer van 2H-atomen van FADH2 naar ubiquinone
  • ubiquinol kan vrij diffunderen naar complex III
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

complex III

A

= cytochroom C oxidoreductase

  • exergonische transfer van elektronen vanuit ubiquinol naar cytochroom C
  • endergonische transfer van 2 protonen vanuit matrix naar intermembranaire ruimte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

werking van complex III?

A

=> het vrijlaten van protonen in de intermembranaire ruimte door complex III is niet het resultaat van een protonenpomp, wel het resultaat van de oxidatie van ubiquinol tot ubiquinone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

complex IV

A

= cytochroom C oxidase

  • exergonische transfer van elektronen vanuit cytochroom C naar moleculaire zuurstof met de vorming van water waarbij 2 protonen verbruikt worden uit de matrix
  • endergonische transfer van 2 protonen vanuit de matrix naar de intermembranaire ruimte (tegen de transmembranaire protongradiënt)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de netto reactie gekatalyseerd door complex IV

A

2 Cyt. C (Fe2+) + ½ O2 + 4H+n
-> 2 Cyt. C (Fe3+) + H2O + 2H+p

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschil als we NADH of FADH2 gebruiken als elektroncarrier

A
  • NADH = meer ATP

NADH = 10 H’tjes -> ATP
FADH2 = 6 H’tjes -> ATP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het eindresultaat van het elektrontransport?

A

= ontstaan van protonengradiënt

17
Q

F-type ATPasen

A

= protontransporters die meestal protonen tegen hun gradiënt in vervoeren en hierbij een ATP gebruiken

18
Q

F0 subunit

A

= integraal membraan-proteïne-complex
= C-ring (8 - 15 kopiën)

  • Cring roteert rond zijn as, loodrecht op het membraan
  • A-eiwit = enkele kopie dat de buitenkant van de C-ring bindt
19
Q

F1-subunit

A

= perifere membraan-proteïne-complex

= α3β3 hexameer = 3 kopieën van de α en β eiwitten georganiseerd in αβdimeren

+ γε complex = gammaketen en epsilonketen die wegwijst van de F0 subunit

+ delta proteïne = enkele kopie die bindt aan de top van de Fi subunit

20
Q

organisatie F0 en F1

A

De F0-subunit bevat het protonkanaal van het complex, terwijl de F1 subunit de ATP synthase activiteit voorstelt

21
Q

hoe produceert de protonflow door F0 een roterende beweging?

A
  • alfa = 2 kanalen
    o één halfkanaal open naar de intermembrane ruimte (P-zijde)
    o één halfkanaal open naar de mitochondriale matrix (N-zijde).
  • uiteinde van halve kanalen maken verbinding met Asp/Glu-residuen
  • carboxylen (-) van Asp/Glu maken zoutbrug met Arg (+)
  • protonering van Asp/Glu = verplaatsing Arg
  • Arg interactie met geprotoneerde Asp/Glu

= draaiing tegen de klok in

22
Q

energie van F0/F1

A

de roterende beweging van de C-ring is het resultaat van thermische beweging, unidirectioneel gemaakt door het grote verschil in protonconcentratie over de binnenste mitochondriale membraan

23
Q

we kunnen 3 vormen onderscheiden

A

openvorm = O
losse vorm = L
strakke vorm = T

24
Q

open vorm O

A

laat ATP los en geeft ons ADP + Pi

25
Q

losse vorm L

A

bindt ADP met Pi

26
Q

strakke vorm T

A

induceert de binding van ADP + Pi <=> ATP en bindt ATP strak

27
Q

hoeveel ATP-moleculen laat 1 volle rotatie vrij?

A

elke volle rotatie = 3 ATP

28
Q

wat is de snelheid van rotatie in mitochondria?

A

100 rotaties/seconde
=> 300 ATP/seconde

29
Q

ADP wordt geïmporteerd en ATP wordt geëxporteerd

A

adenine nucleotide translocase
antiport mechanisme

30
Q

nettoreactie van NADH als elektroncarrier

A

NADH + H+ + 2,5ADP + 2,5Pi + ½ O2 -> NAD+ + H2O + 2,5 ATP

31
Q

nettoreactie van FADH2 als elektroncarrier

A

FADH2 + 1,5ADP + 1,5Pi + ½ O2 -> FAD + H2O + 1,5