HOOFDSTUK 1 Flashcards
wat is metabolische homeostase
het behouden van een dynamische stabiele toestand via regulatoire mechanismen die compenseren voor de veranderingen in externe omstandigheden
katabolisme
= energie verkrijgen via verschillende bronnen.
- exergonisch
- oxidatie reactie
- vrijgelaten Gibbs vrije energie wordt opgeslagen/omgezet
anabolisme
= investeren van energie om te werken
- endergonisch
- reductie reacties
- nodige Gibbs vrije energie wordt gevraagd en uitgegeven
cellulaire respiratie
= elk metabolisch proces dat leidt tot de opname van zuurstof en waarbij koolstofdioxide vrijkomt.
- 3 fasen
wat zijn de 3 fasen van cellulaire respiratie?
- fase 1 = partiële oxidatie
- fase 2 = acetylgroepen worden geoxideerd tot CO2
- fase 3 = elektrontransport
wat vertelt de oxidatietoestand ons?
het vertelt ons iets over de hoeveelheid energie die vrijgelaten kan worden via oxidatie
negatieve oxidatietoestand = energie-rijk
positieve oxidatietoestand = energie-arm
redoxreacties
(gekatalyseerd door..
(werking) (OR)
gekatalyseerd door oxidoreductase
elektron-donor = wordt geoxideerd
elektron-acceptor = wordt gereduceerd
groep-transferreacties (GT)
gekatalyseerd door transferases
= transfer van een groep van 1 nucleofiel naar de ander
!!! groep transferreactie = vasthangen van een goede LG aan een metabolische intermediair om het intermediair te activeren voor volgende reacties
interne herschikkings- en isomerisatiereacties (IIR)
gekatalyseerd door isomerases epimerases en mutases
bepaalde atomen worden binnen een molecule herschikt
koolstof-koolstof vormende/verbrekende reacties
(CC)
gekatalyseerd door lyasen, synthasen, synthetasen en ligasen
vormen/breken van koolstof-koolstofbindingen
NADH
= geactiveerde carrier van elektronen voor branstofoxidatie en ATP-productie
NAD = nicotinamide adenine dinucleotide
actief gedeelte = nicotinamide ring
- NAD+ = geoxideerde vorm van de elektronendrager
- NADH = gereduceerde vorm
FADH2 en FMNH2
= geactiveerde carrier elektronen voor de oxidatie van brndstoffen en ATP-productie
FAD = flavin adenine dinucleotide
FMN= flavin mononucleotide
actief gedeelte = isoalloxazine ring
FAD/FMN is de geoxideerde vorm, FADH2 / FMNH2 is de gereduceerde vorm
FAD/FMN zijn strak gebonden aan bepaalde eiwitten (= flavoproteïnen)
NADPH
= een geactiveerde elektrondrager voor reductieve biosynthese
NADP = nicotinamide adenine dinucleotide fosfaat
Nicotinamide ring = actieve gedeelte
De extra fosforylgroep op NADPH zorgt ervoor dat enzymen het onderscheid maken tussen high-potential elektronen voor anabolisme en katabolisme
ATP
= geactiveerde carrier van fosforylgroepen
ATP = adenosine trifosfaat
katabolische pathways = + ATP
anabolische pathways = - ATP
Acyl-CoA
= een geactiveerde carrier van acylgroepen
Het reactieve gedeelte van Acyl-CoA is de sulfylhydrylgroep
De hydrolyse van thioester = hoog exergonisch
lipoaat
= een geactiveerde carrier van acylgroepen
De gereduceerde vorm van lipoaat kan geacyleerd/geacetyleerd worden
thiamine
thiamine pyrofosfaat is een geactiveerde carrier van aldehydegroepen
De reactieve groep van TTP = thizaoliumring (= relatief zuur proton op C2)
biotine
= een geactiveerde carrier van koolstofdioxide
Belangrijke co-factor van bepaalde enzymen en is vaak covalent gebonden aan een Lys-residu van het enzyme ter vorming van een biotinyllysine