Hoofdstuk 3.3 Flashcards
1
Q
Altaar
A
Offersteen waarbij of waarop offer worden gelegd
2
Q
Barbaar
A
Bij de Grieken: vreemdeling
3
Q
Epos
A
Lang verhalend gedicht
4
Q
Legende
A
Wonderlijk verhaal, vaak over een held
5
Q
Mythe
A
Goden verhaal
6
Q
Orakel
A
Plaats waar goddelijke uitspraken gedaan worden
7
Q
Sage
A
Heldenverhaal
8
Q
Zeus
A
God van over de Hemel en de aarde
9
Q
Hera
A
Vrouw van Zeus
10
Q
Poseidon (kind van Zeus)
A
God van het dodenrijk
11
Q
Athena (kind van Zeus)
A
Godin van de krijgskunst en de wijsheid
12
Q
Apollo (kind van Zeus)
A
De God van de schoonheid, kunst en muziek
13
Q
Aphrodite (kind van Zeus)
A
Godin van de liefde
14
Q
Ares (kind van Zeus)
A
God van de oorlog
15
Q
Helios
A
Was te danken aan de zonsopgang en zonsondergang