Hoofdstuk 1.1 Een Nieuwe Tijd (a2c) Flashcards
1
Q
Kalender
A
Lijst met daarin de dagen, weken en maanden van een jaar
2
Q
Kunstenaar
A
Iemand die zijn creativiteit gebruikt om iets moois te maken
3
Q
Maanmaand
A
De tijd waarin de maan eenmaal om de aarde draait (ruim 29 dagen)
4
Q
Mechanisch
A
Werkend met een machine (complex werktuig)
5
Q
Ondernemer
A
Iemand met een bedrijf (onderneming)
6
Q
Tijd van de ontdekkers en hervormers
A
Vijfde tijdvak (1500-1600)
7
Q
Vroegmoderne tijd
A
Vierde periode (1500-1800)
8
Q
Zonnejaar
A
De tijd waarin de aarde eenmaal om de zon draait (ruim 365 dagen)