Hoofdstuk 4 (Begrippen) Flashcards
1
Q
burgeroorlog
A
oorlog binnen een staat
2
Q
Dictator
A
Alleenheerser
3
Q
Gouverneur
A
Bestuurder
4
Q
Imperialisme
A
Als een staat zijn macht uitbreidt over een groot gebied
5
Q
Keizer
A
Vorst van een groot rijk
6
Q
Overheid
A
Regering, bestuur
7
Q
Republiek
A
Staat zonder vorst
8
Q
Senaat
A
Vergadering met mannen uit aanzienlijke Romeinse families
9
Q
Wereldrijk
A
Groot rijk in meerdere werelddelen
10
Q
Autoriteiten
A
Persoon met macht
11
Q
Brood en Spelen
A
Gratis graan en vermaak voor de bevolking in Rome
12
Q
Gladiator
A
Zwaardvechter voor volksvermaak
13
Q
Proletariaat
A
Bevolkingsgroep van bezitloze armen
14
Q
Antieke cultuur
A
Grieks-Romeinse cultuur
15
Q
Elite
A
Kleine groep van aanzienlijke mensen