Hoofdstuk 2.1 en 2.2 Flashcards
Waarom hadden de Egyptenaren de Nijl nodig?
De Nijl zorgde voor slib (vruchtbare grond)
Waar stroomt de Nijl door?
Vanuit het zuiden door een dal in de Sahara (in Afrika)
Hoe ziet de Nijldelta eruit?
In het noorden waaiert de rivier uit in een gebied met een vorm van een driehoek. De delta noemden ze Boven-Egypte en Beneden-Egypte
Wat gebeurde er door de bloeiende landbouw?
Er ontstonden landbouwoverschotten (te veel voedsel)
Wat gingen mensen doen door landbouwoverschotten?
Ze hoefden zich niet meer bezig te houden met de voedselproductie. Mensen gingen ambachten beoefenen. Boeren gingen voor de farao werken
Wat zijn ambachten?
Mensen die met hun handen gereedschap producten maken bijv potten
Wat zijn ambachtslieden?
Meer mensen gingen zich richten op één vaardigheid
Wat is handel
Kopen en verkopen
Wat is de belangrijkste stad in Boven-Egypte?
Thebe: grote gebouwen maar ook nauwe straatjes met woningen, pakhuizen van handelaren en werkplaatsen van ambachtlieden
Wat is Irrigatielandbouw?
Middelen om landbouw uit te voeren door middel van slootjes, kanalen en sjadoefs
Wat zijn sjadoefs?
Soort van emmer om water te vervoeren en eruit te halen
Wat is landbouwoverschot?
Oogst die een boer zelf niet nodig had
Wat is welvaart?
Rijkdom
Landbouwstedelijke samenleving
Samenleving met steden waar de minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel, terwijl de meeste op het platteland leven van landbouw
Ambtenaar
Iemand in dienst van het bestuur