hoofdstuk 3.1 Flashcards

1
Q

Geldeconomie

A

Economie waarin geld wordt gebruikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Invloed

A

Als iets verandert door iet anders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kolonie

A

Gebied waar een groep mensen zich vestigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Koloniseren (kolonisatie)

A

Kolonies stichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Militair

A

1 persoon die bij het leger werkt, 2 heeft te maken met het leger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nijverheid

A

producten maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onderwerpen

A

In je macht krijgen, onder je bestuur brengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Stadstaat

A

Stad die bestaat uit een stad en het gebied eromheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Tijd van de Grieken en Romeinen

A

(Oudheid) 3000 v.C tot 500 n.C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zelfstandig

A

Als een persoon of gebied voor zichzelf zorgt
Eigen leger en eigen regering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Athene samenleving

A
  1. Vrije mannen
  2. Migranten
  3. Vrouwen
  4. Slaven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sparta samenleving

A
  1. Spartanen
  2. Overwonnenen
  3. Onwonenden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Polis (Grieks)

A

Stadstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Akropolis

A

Veel Griekse Staten waren ontstaan rond een Akropolis
Een goed verdedigde rots heuvel waar versterking was gebouwd voor de inwoners die daar kon vluchten voor gevaar, later werden er ook tempels gebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Agora

A

Centrale plein van een stad:
Rond het plein stonden regeringsgebouwen en tempels
Ook een stoa waar vrienden elkaar ontmoeten
Er wonen en werken rond de agora ambachtslieden (met winkels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Feniciërs

A

Ze brachten hout en glaswerk voor de scheepsbouw
Ze leerden van hun het letterschrift dus het Griekse alfabet

17
Q

Lydiërs

A

Munt geld dat de Grieken overnamen van de Lydiërs uit Anatolië