Hoofdstuk 3: Cultuur en Ontwikkeling Flashcards

1
Q

Op welke manier is socialisatie van kinderen/jongeren cultureel bepaald?

A

-Verschillen in gewenst en ongewenst gedrag
-Veel culturele praktijken die willekeurig lijken, maar waar wel impliciete waarde achter kan zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe hangen cultuuroverdracht en socialisatie samen?

A

-Cultuuroverdracht tussen generaties door socialisatie kinderen: universeel
-In alle culturen culturele kennis, waarden en praktijken doorgegeven aan volgende generatie: culturele transmissie
-In gezin, gemeenschap, onderwijs, etc. leren kinderen cultuur van ouders, andere volwassenen en elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wie zorgen voor cultuuroverdracht, wat wordt er meegeven en op welke manier?

A

-Wie: verschillende instanties en mensen die meewerken aan cultuuroverdracht
-Wat: dingen die je meekrijgt van school en thuis kunnen heel anders zijn (kan leiden tot conflict)
-Hoe: school en gemeenschap via oblieke overdracht, familie via verticale overdracht, peers via horizontale overdracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe gebeurt cultuuroverdracht?

A

-Impliciete cultuuroverdracht: enculturatie
-Expliciete cultuurovedracht: socialisatie
-Overdracht secundaire cultuur: acculturatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is impliciete cultuuroverdracht of enculturatie?

A

-Niet doelgericht leren, impliciet door observatie en participatie
-Belangrijke manier waarop cultuur geleerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is expliciete cultuuroverdracht of socialisatie?

A

-Doelgericht aanleren
-Expliciet door te zeggen/eisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is overdracht secundaire cultuur of acculturatie?

A

-2e cultuur leren volgend op of gelijktijdig met 1e cultuur
-Secundair: niet eerste

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke manier is er enculturatie in verband met slapen?

A

-India: incest vermijden, beschermen kwetsbaren, vrouwelijke kuisheid, respect voor hiërarchie
-Amerika: incest vermijden, heilig koppel, autonomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn universele ontwikkelingstaken van kinderen?

A

-Competentie en kennis verwerven
-Sociale relaties vormen
-Balans autonomie en verbondenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waaraan zijn culturele ontwikkelingspaden aangepast?

A

-Ecologische omgeving en levensonderhoud
-Culturele waarden en opvoedingsdoelen
-Historische context en sociale verandering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een gevoelige periode?

A

Uitzonderlijk leeftijdsgebonden biologisch vermogen om bepaalde info te leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat waren de resultaten van de studie rond foneemdiscriminatie van Werker & Tees (1984)?

A

-6-8 maanden: Engelstalige kindjes kunnen fonemen nog even goed onderscheiden als Hindi kindjes
-10-12 maanden: Engelstalige kindjes kunnen fonemen niet meer onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat waren de resultaten van de MRI-studie van Chee et al. (1999) en Kim et al. (1997)?

A

-Tweede taal vroeg in leven geleerd: activatie zelfde regio
-Tweede taal later in leven geleerd: activatie in verschillende regio’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke conclusies kun je trekken rond taalverwerving?

A

-Sommige aspecten van taal al vroeg in leven verworven
-Sommige aspecten van taal nog slecht aangeleerd na puberteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat waren de resultaten van de studie rond de gevoelige periode om cultuur te leren van Cheung, Chudek & Heine (2009), en hoe zijn deze te interpreteren?

A

-Resultaten
–>Geen invloed van hoelang in Canada wonen op Chinese identificatie
–>Identificatie Canadese cultuur verhoogt met hoelang in Canada wonen wanneer vroeg verhuisd, maar geen verhoging wanneer laat verhuisd
-Interpretatie
–>Kan betekenen dat er sensitieve periode is om cultuur te leren en dat mensen die daarna verhuizen blijven botsen op cultuurverschil wat zelfs meer en meer kan gaan frustreren over tijd
–>Meer onderzoek nodig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat waren de resultaten van de studie rond het vergroten van culturele verschillen met leeftijd van Miller (1984)?

A

-Amerikanen: evenveel dispositionele als situationele attributies (fundamentele attributiefout)
-Indiërs: meer situationele attributies (omgekeerde fundamentele attributiefout)
-Indiërs verklaren gedrag meer vanuit context, Europees-Amerikanen meer vanuit individu

17
Q

Wat waren de resultaten van de studie rond verschillende vroegkinderlijke ervaringen van Yovshi (2003)?

A

-Nso kinderen: socialisatie van verbondenheid
–>Zorg jonge kinderen gedeelde verantwoordelijkheid
–>Veel contact met moeder en andere volwassenen en oudere kinderen: oudere kinderen nemen zorg ook over, leren in vergelijking met ons in België eerder lopen
-Fulani kinderen: socialisatie van onafhankelijkheid
–>Kindjes leren op jonge leeftijd zelfstandig te worden: soms al alleen met kudde grote afstanden afleggen, snel leren onafhankelijk te zijn

18
Q

Uit welke kenmerken bestaat de eco-culturele benadering op de opvoeding en ontwikkeling in de vroege kindertijd?

A

-Ecologische omgeving en levensonderhoud
-Verschillende culturele waarden
-Verschillende babyzorgsystemen aangepast aan eco-culturele context

19
Q

Uit welke 6 componenten bestaan baby care systems?

A

-Primaire zorgsysteem
-Lichaamscontact systeem
-Face-to-face systeem
-Objectstimulatie systeem
-Lichaamsstimulatie systeem
-Verbale en vocale stimulatie systeem

20
Q

Wat waren de resultaten van de studie rond cultuurvergelijking van moeder-baby interacties van Keller (2007)?

A

-Lichaamscontact: alle moeders veel, Nso droegen kinderen altijd tegen zich aan, Grieken en Duitsers minste lichaamscontact
-Face-to-face contact: meeste moeders veel, Grieken en Duitsers meer dan andere culturen

21
Q

Uit welke vormen van hechting bestaat Bowlby’s hechtingstheorie?

A

-Veilige gehechtheid
-Vermijdende gehechtheid
-Angstig-ambivalente gehechtheid

22
Q

Hoe ziet veilige gehechtheid eruit?

A

-Warme relaties met ouders en comfortabel en exploratief in aanwezigheid
-Blij wanneer ouders terug, maar kunnen ook rustig worden na tijdje afwezigheid ouders

23
Q

Hoe ziet vermijdende gehechtheid eruit?

A

Vermijdt/negeert mama, weinig emotie bij vertrek en terugkomst

24
Q

Hoe ziet angstig-ambivalente gehechtheid eruit?

A

Stress en klampen vast aan mama, bij terugkomst wrok en mama wegduwen

25
Q

Wat is het westerse beeld van adolescentie?

A

-Stressvolle periode van ongehoorzaamheid, risicovol en gewelddadiger gedrag
-Gezien als periode waar je losmaakt van ouders, onafhankelijkheid, zelfstandigheid, jezelf zoeken

26
Q

Wat zijn de resultaten van de studies rond culturele adolescentie van Mata et al. (2016) en Schlegger & Barry (1991), en welke conclusie kan je daaraan verbinden?

A

-Overal als aparte levensperiode gezien met als doel nieuwe rollen leren
-Moeilijkere periode bij hoger individualisme en moderniteit (meer keuzes en uitstel volwassenheid)
-Waarschijnlijk existentiële of functionele universal

27
Q

Wat zijn kenmerken van de adolescentie vanuit een socio-historische benadering van ontwikkeling?

A

-Universele ontwikkelingstaak: balans autonomie en verbondheid
-Culturele ontwikkelingspaden in functie van culturele waarden verbondenheid en onafhankelijkheid en sociale verandering en aangepaste socialisatie
-Individualisme meer onafhankelijkheid, collectivisme meer verbondenheid

28
Q

Wat is het traditioneel familiemodel van autonomie in verbondenheid?

A

-Materiële interdependentie
-Opvoedingsdoelen: verbondenheid en lage autonomie
-Opvoedingsstijl: autoritair, nadruk op restrictieve controle (vooral vader)

29
Q

Wat is het modern familiemodel van autonomie in verbondenheid?

A

-Emotionele interdependentie
-Opvoedingsdoelen: verbondenheid en hoge autonomie
-Opvoedingsstijl: autoritatief, combinatie warmte en controle (beide ouders)

30
Q

Wat waren de resultaten van de studie rond restrictieve controle van Güngör (2008)?

A

-Turks-Belgische adolescenten ervaren meer controle en meer warmte dan Belgische jongeren, vooral door vader
-Turks-Belgische adolescenten ervaren meer controle en meer warmte dan Turkse jongeren
-Controlerende vaders werden als minder warm gezien door Turkse en Belgische jongeren, maar niet door Turks-Belgische jongeren
-Relatietevredenheid van jongeren met controlerende vaders werd minder goed ervaren door Turkse en Belgische jongeren, maar niet door Turks-Belgische hongeren
-Belgische jongeren met controlerende vaders hadden lager zelfbeeld dan Turks-Belgische jongeren