Hoofdstuk 2: Cultuur en Psyche Flashcards
Welke benaderingen zijn er voor de relatie tussen cultuur en psyche?
-Universalisme: deep down we’re all the same
-Relativisme: gedrag fundamenteel gevormd door cultuur
Wat zijn de kenmerken van universalisme?
-Doel: onthullen universele psychologische processen
-Werkwijze: basisprocessen isoleren door abstractie te maken van context en inhoud
-Cultuurverschil: vertekeningen zijn oppervlakken, verdwijnen als je basisprocessen kunt isoleren
-Central Processing Unit (CPU): metafoor voor menselijke psyche als computer
-Basis: universeel en fundamenteel
Welke problematiseringen zijn er van universalisme?
-Psychologische processen komen voort uit samenspel tussen cultuur en gedrag: grote omgevingsverschillen, groot menselijk leervermogen, extreme neuroplasticiteit van menselijk brein
-Tegenstelling menselijke natuur vs cultuur achterhaald: evidentie voor hard-wired culturele gedragsvariatie
Wat zijn de kenmerken van relativisme?
-Doel: psychologische processen in culturele context bestuderen
-Werkwijze: psychologische processen onderzoeken vanuit verschillende ervaringsinhouden en contexten
-Cultuurverschil is echt: fundamenteel, wordt verklaard door persoonlijke ervaringen in specifieke culturele context
-Psychologische processen niet los te maken van (culturele) ervaringen
Welke evidentie is er voor relativisme?
-Spiegelbeeldige aandachtspatronen in hersenactivatie: cultuur van invloed op hoe ons brein functioneert
-Taxichauffeurs: betere navigation skills, met overeenkomstige veranderingen in hersenen (grotere hersengebieden)
Welke 4 analyseniveaus zijn er?
-Non-universals
-Existential universals
-Functional universals
-Accessibility universals
Wat zijn non-universals?
-Gedrag bestaat niet in andere culturen
-Dingen die NIET te veralgemenen zijn
-Bv: in bepaalde culturen leren tellen met telraam, in andere culturen niet, wat zorgt voor andere manier van rekenen
Wat zijn existential universals?
-Gedrag bestaat in andere culturen, maar niet noodzakelijk met dezelfde functie (betekenis) of toegankelijkheid (frequentie)
-Bv: tie breaking rituelen: te maken met rouw/afscheid van verlies (bv bij overlijden)
–>Rouwen houdt iedereen bezig en hebben we allemaal rituele voor
–>Maar enorme verschillen in WELKE rituelen en HOELANG rouwproces duurt
Wat zijn functional universals?
-Gedrag bestaat in andere culturen met gelijkaardige functie (betekenis), maar niet noodzakelijk even toegankelijk (frequentie)
-Verschillende mate waarin het vaak voorkomt
-Bv: autonomie: waar mensen door gemotiveerd worden, want ze kunnen kiezen
–>Redelijk universeel, zelfde betekenis
–>Enorme verschillen in hoeverre dat echt belangrijk is
Wat zijn accessibility universals?
-Gedrag bestaat in andere culturen met gelijkaardige functie (betekenis) en toegankelijkheid (frequentie)
-Heel weinig
-Bv: theory of mind (vermogen van mentaliseren)
–>Bewust dat andere mensen andere intenties hebben
–>Komt heel snel, kleine verschillen in wanneer en in welke vorm, maar overal teruggevonden
Wat is etnocentrisme?
-Andere culturele groepen beoordelen vanuit eigen cultuur als maatstaf
-Etnocentrisme: “wij” zijn normaal
-Culturele stereotypen: “zij” zijn afwijkend
-Macht: “wij” vertellen “hun” verhaal
Hoe zit het met etnocentrisme in de psychologie?
-Psychologie niet immuun voor etnocentrisme
-Cultuurverschil verschijnt als “deficit”
-Psycholoog: heel bewust zijn van dat we dingen niet weten: open houding tegenover culturele variabiliteit
Op welke gebieden kan er etnocentrisme voorkomen in de psychologie?
-Etnocentrische keuze onderzoeksvragen (bv weinig onderzoek naar ondervoeding)
-Etnocentrische concepten/metingen (bv vertekende maten van autonomie, intelligentie, etc.)
-Etnocentrische interpretatie bevindingen (bv positive parenting als norm)
Wat zijn de 3 hypothesen voor het feit dat primaten grote hersenen hebben?
-Primaten zijn fruiteters, dus om vindplaatsen te onthouden: geen evidentie
-Primaten zijn voedselverzamelaars, dus om moeilijke extractieve methoden aan te leren (materialen gaan maken om aan voedsel te geraken): geen evidentie
-Primaten leven in sociale netwerken, dus om sociale relaties te vormen, om te leren van anderen: evidentie
Op welke manieren zijn mensen hyper-sociaal?
-Groepsgrootte en sociale verbanden: grotere en meer genetwerkte (complexe) groepen dan andere primaten
-Sociale motivatie: delen ervaringen en intenties met anderen
-Sociaal leren: kunnen meer en sneller sociaal leren dan andere primaten