Hoofdstuk 3 - Bipolaire stoornissen Flashcards

1
Q

Welke symptomen passen bij een manische episode?

A
  • Opgeblazen eigenwaarde of grootheidsideeën
  • Verminderde behoefte aan slaap
  • Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang
  • Gedachtevlucht of subjectief gejaagde gedachten
  • Verhoogde afleidbaarheid
  • Toename van doelgerichte activiteit of agitatie
  • Overmatig bezig met aangename activiteiten (koopwoede, seksuele indiscreties, zakelijke investeringen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer spreken we van een manische episode?

A

Bij 3 of meer van de typische symptomen en wanneer die symptomen voldoende ernstig zijn met beperkingen (op sociaal, professioneel vlak,…). De symptomen mogen niet het gevolg zijn van middelen of een somatische aandoening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer spreken we van een hypomane episode?

A

Wanneer de typische symptomen ten minste 4 dagen aanwezig zijn maar niet ernstig genoeg zijn om het functioneren ernstig te beperken. Er is wel een onmiskenbare verandering in het functioneren die door de omgeving wordt waargenomen. Er is geen ziekenhuisopname en er zijn geen psychotische elementen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke types bipolaire stoornissen bestaan er?

A

De bipolaire stoornis type I, type II, de cyclothyme stoornis en de middelen/medicatie geïnduceerde bipolaire stoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een bipolaire stoornis type I?

A

Een bipolaire stoornis waar zich depressieve episodes afwisselen met manische episodes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een bipolaire stoornis type II?

A

Een bipolaire stoornis waar zich depressieve episodes afwisselen met hypomane episodes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een cyclothyme stoornis?

A

Stoornis waarbij de patiënt continu fluctueert tussen zowel depressie als manie. Ze liggen nooit op de lijn van ‘normaal’.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk geslacht heeft meer kans op het ontwikkelen van een bipolaire stoornis?

A

Voor type I is de incidentie gelijk, voor type II zijn meer vrouwen aangetast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Op welke leeftijd vangen de eerste symptomen van een bipolaire stoornis aan?

A

Meestal < 25.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoelang duren de depressieve en manische fase bij een bipolaire stoornis?

A

Een acute manische fase duurt ongeveer 2 weken, een depressieve fase 3 maanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Juist of fout?

De allereerste manifestatie van een bipolaire stoornis is in de meerderheid van de gevallen een manische epidose.

A

Fout, het begint vaak met een depressieve episode.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn aanwijzingen die in de richting van een bipolaire stoornis doet denken?

A
  • Positieve familiale voorgeschiedenis
  • Ziekteverloop: vroege start, recurrente episodes
  • (hypo)manische dymptomen
  • Geassocieerde kenmerken: verstoorde relaties, frequente carrièreveranderingen, frequenter middelenmisbruik
  • Respons op behandeling: geen of beperkte respons op AD of te snelle respons op AD
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Juist of fout?

De bipolaire stoornis is veel meer neurobiologisch bepaald dan de depressieve stoornis.

A

Juist.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Is er een invloed van psychologische stressoren en vroegkinderlijke traumata op het ontstaan van een bipolaire stoornis?

A

Nee, maar dergelijke factoren kunnen wel een episode uitlokken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan een acute manie behandeld worden?

A

Met lithium, valproaat, typische of atypische antipsychotica.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kan een acute depressie in het kader van een bipolaire stoornis behandeld worden?

A

Met lithium, valproaat of atypische antipsychotica. LIEVER NIET met antidepressiva, zo kan je een manie uitlokken.

16
Q

Waaruit bestaat de onderhoudsbehandeling van een bipolaire stoornis?

A

Lithium, valproaat, lamotrigine of atypische antipsychotica.

17
Q

Hoeveel bedraagt de compliance bij patiënten met een bipolaire stoornis?

18
Q

Wat zijn contra-indicaties van lithiumbehandeling?

A

Nierinsufficiëntie, acuut AMI, myasthenia gravis.

19
Q

Hoe gebeurt de opvolging bij patiënten op lithium?

A

Er moet gecontroleerd worden of er genoeg gedronken wordt: 2-3L vocht is nodig om uitdroging te voorkomen. Ook gebeurt regelmatig schildklierpalpatie, bloeddrukcontrole, gewichtscontrole en een EKG. Om de 2-4 jaar wordt een labo geprikt voor de lithiumspiegels, de nierfunctie, TSH, Hb, SED, WBC differentiatie. Uiteraard moeten ook de spiegels gecheckt worden bij vermoeden van een intoxicatie.

20
Q

Wat zijn de symptomen van een lithiumintoxicatie?

A
  • Mild: braken, diarree, grove tremor, slaperigheid, ataxie en dysartrie
  • Ernstig: BWZ daling, spierhypertonie, spierfasciculaties, nystagmus, insulten, coma, anurie