Hoofdstuk 23 stress en angst Flashcards
general adaptation syndrome (respons op stressoren) 3 fases
- eerste reactie op stressor ontstaat in de eerste 6 tot 48 uur, hierbij heb je een aantal verschillende fysiologische veranderingen (fight/flight)
- weerstand die ontstaat binnen 48 uur na de stressor.
- uitputting, als de stress aanhoudt leidt dit tot uitputting en is er geen weerstand meer
the reactivity hypothesis
stressvolle gebeurtenissen gaan samen met fysiologische veranderingen die schade aan het lichaam kunnen veroorzaken
the prolonged activation model
fysiologische activiteit zal een gezondheidsbedreiging vormen wanneer het langdurig doorgaat nadat de stressvolle gebeurtenis geweest is of dat het nog moet komen.
perseverative cogntition
mensen maken mentale representaties van stressoren lang voordat en lang nadat deze gebeurtenissen zich voordoen
hoe werkt de Sympathische-adrenomedullaire (sympatisch zenuwstelsel) als er een stressor is
leidt tot activatie van het sympathisch zenuwstelsel waardoor er adrenaline, noradrenaline en stresshormonen vrijkomen. (hart klopt sneller, meer energie ,
hoe werkt de HPA-as als er een stressor is
leidt tot activatie van de hypothalamus die het CRH hormoon afscheid naar de hypofyse. ACTH wordt doorgegeven aan de bijnieren en die maken cortisol aan. De toegenomen cortisol productie zorgt voor een negatieve terugkoppeling naar de hypothalamus dat er geen cortisol meer aangemaakt hoeft te worden
wat voor effect heeft cortisol op het immuunsysteem
- stimuleert lymfocyten
- bevordert catecholamine afgifte
- reguleert ontstekingsreacties
allostase
houdt rekening met het verleden en anticipeert daarop in de toekomst (jij drinkt elke vrijdag alcohol en voordat jij het eerste drankje gaat drinken op vrijdag heeft je lichaam al stoffen aangemaakt om alcohol te verwerken)
acute stress en toenemende aangeboren immuniteit
het aantal NK cellen en neutrofielen neemt toe waardoor je lichaam zich klaarmaakt voor een infectie of verwonding
wat onderdrukt chronische stress
het aangeboren en specifieke immuunsysteem
is optimisme goed voor cellulaire immuniteit
alleen in korte, duidelijke en controleerbare situaties. Niet in oncontroleerbare, moeilijke en chronische situaties
welke neurotransmitter systemen zijn betrokken bij angst
- GABA
- Serotonine
- noradrenaline
welke stoffen kunnen zich allemaal hecten op de GABA A receptor
- alcohol
- GABA
- benzodiazepines
- barbituraten
Wat zit er in het midden van de GABA A receptor en wat gaat daar doorheen
chloride kanaal waar doorheen chloride transporteert van buiten naar binnen de cel
wat doet GABA als er angst is
GABA bind zich aan de GABA binding receptor. Daardoor wordt er chloride getransporteerd in de cel via het chloride kanaal. Hierdoor wordt de cel negatiever waardoor er minder kans is op een actiepotentiaal. De neuron wordt geïnhibeerd waardoor en minder activiteit is en minder angst