Hoofdstuk 11 sociale interactie Flashcards
soortniveau en individu niveau van evolutionaire nut van sociaal gedrag
1) adaptatie en evolutionaire proces
2) ontwikkeling van individu en nabijheidsmechanisme
self-categorization theory
hoe mensen zichzelf identificeren met een bepaalde groep, invloed heeft op hoe ze omgaan met andere groepen
sociale identificatie
je zelfperceptie van ik naar wij
minimal group paradigm
dit onderzoek ging over de psychologische basis van intergroepsdiscriminatie
welk deel van de hersenen ligt op bij het kijken naar gezichten van andere rassen
amygdala
reageert de amygdala sterker op in-group dan out-group gezichten? ongeacht ras
in-group
wanneer wordt het fusiform face area geactiveerd
door gezichten van het eigen ras te bekijken
mediale prefrontale cortex is gestimuleerd
herkennen van emoties van het eigen ras en de in-group
waar kan oxytocine en testosteron toe leiden in groepen
zich conformeren naar de groep en agressie
darwiniaanse fitness
hoe hoger de rang, hoe meer toegang tot bronnen (gezondheidszorg en voedsel) je hebt.
anticipatoire stressoren
dingen die je verwacht die er gaan gebeuren waarvan je stress krijgt. (vormt een uitdaging voor de homeostase)
Hogere rang of lagere rang meer stress bij hiërarchie in stand houden door veel fysieke vertoningen van dominantie
hogere rangen
Hogere rang of lagere rang meer stress bij hiërarchie in stand houden tot intimidatie
lagere rangen
Hogere rang of lagere rang meer stress bij evenredig verdeeld
niet duidelijk
Hogere rang of lagere rang meer stress bij coöperatief voortplantingssysteem
hogere rang