hoofdstuk 22 Flashcards
Een proces of verzameling regels die gebruikt wordt in een berekening of probleemoplossingsstrategie.
Algoritme
De invloed die de vorm waarin een probleem gerepresenteerd wordt kan hebben op ons vermogen het probleem op te lossen.
Framing
Een beperking in ons vermogen objecten voor andere doelen te gebruiken dan waar ze oorspronkelijk voor ontworpen zijn.
Functionele gefixeerdheid
Een type probleem, waarvan de begintoestand, eindtoestand en alle toegestane stappen om het verschil tussen deze twee toestanden te overbruggen volledig gedefinieerd zijn.
Goed Gedefinieerde Problemen
Een wiskundige theorie die beschrijft hoe logische problemen gepresenteerd kunnen worden als punten en lijnen in een diagram.
Grafentheorie
Een simpele heuristiek die beschrijft dat de volgende stap bij het oplossen van een probleem er altijd één zal zijn die je een stap dichter bij het doel brengt.
Hill Climbing
Een stadium in een probleemoplossingsproces, waarin de oplosser niet actief bezig is met het zoeken van de oplossing.
Incubatie
De ervaring om plotseling te doorzien hoe een probleem opgelost kan worden.
Inzicht
Een type probleem waarbij alle noodzakelijke kennis om het op te kunnen lossen in de probleembeschrijving zit.
Kennisarme problemen
Een type probleem wat alleen maar kan worden opgelost wanneer de oplosser relevante achtergrondkennis bezit.
Kennisrijke problemen
Een heuristiek die vaak bij het oplossen van een probleem gebruikt word en die bestaat uit het specificeren van subdoelen en stappen om die subdoelen te bereiken.
Means-Ends Analyse
Het resultaat van het persisteren in een oplossingsstrategie die eerder werkte, maar die niet meer adequaat is voor het huidige probleem.
Mentale Set
Het fenomeen dat het oplossen van een eerder probleem je soms kan hinderen in het vinden van de huidige oplossing.
Negatieve Transfer
Een klassieke logische puzzel, waarbij negen-stippen door middel van vier lijnen met elkaar verbonden moeten worden.
Negenstippenprobleem
Het fenomeen dat je kan profiteren van de eerdere succesvolle oplossing van een probleem.
Positieve Transfer
Een cognitief proces wat er naar streeft de discrepantie tussen de huidige toestand en een doeltoestand te overbruggen.
Probleemoplossing
De initiële toestand, de eindtoestand en alle toegestane stappen om een probleem van de ene toestand naar een andere te veranderen.
Probleemruimte
Een complexe vorm van denken die er op gericht is om een probleem op een innovatieve manier zo te herstructureren zodat een oplossing voor het probleem gevonden kan worden.
Productief denken
Een beslissingmodel wat gebaseerd is op de assumptie dat experts oplossingen zoeken op basis van een vergelijkbaar probleem wat ze hebben opgelost.
Recognition-primed decision model
Een psychologische taak waarbij een proefpersoon een doelwoord moet zien te vinden wat past bij drie gegeven woorden.
Remote Associates Taak (RAT)
Een vorm van denken die vooral gericht is op het hergebruik van eerdere ervaringen.
Reproductief denken
Een type probleem waarvan (delen van) de begin- of eindtoestand, of mogelijke strategieën niet volledig gespecificeerd zijn.
Slecht Gedefinieerde Problemen
Een vorm van een goed-gedefinieerd probleem, bestaande uit een aantal schijven die van een pin naar een andere moeten worden verplaatst.
Toren van Hanoi
Een vorm van breinstimulatie door middel van een continue gelijkstroom, die door middel van op de hoofdhuid aangebrachte elektrodes.
Transcranial Direct Current Stimulation (tDCS)
Een logisch probleem, bestaande uit de vraag of dominostenen een verminkt schaakbord volledig kunnen bedekken.
Verminkte Schaakbord
Een gestructureerde methode om analogie redeneringen te onderzoeken. Deze vormen worden geschreven in de vorm A:B::C:D.
Vier-term analogieprobleem
Een klassiek logisch probleem, waarbij het de bedoeling is om een precieze hoeveelheid water af te meten met behulp van twee of meer potten van verschillende grootte.
Waterpottenprobleem
Het fenomeen dat we relatief slecht zijn in het oplossen van eenvoudige problemen wanneer we ons ingesteld hebben op het oplossen van complexe problemen.
Einstellung
Een in de 50er jaren van de 20e eeuw ontwikkeld computerprogramma om goed gestructureerde problemen op te lossen, ontwikkeld door Newell en Simon.
General Problem Solver
Vuistregel.
Heuristiek