hoofdstuk 20 Flashcards
Een klasse van categorieën die mensen spontaan kunnen genereren voor specifieke, tijdelijke doeleinden
Ad Hoc Categorie
Een schatting van het aantal elementen wat het bewustzijn kan bevatten.
Apprehensiespan
Een theoretisch cognitief-psychologisch model voor categorisatie. Gebaseerd het idee dat het onderscheid tussen categorieën geleerd wordt op basis van beslissingen die hierover worden genomen.
Beslissingsgebonden Categorisatiemodel
Concepten die gekenmerkt werden door ofwel de aanwezigheid van een bepaalde eigenschap ofwel de afwezigheid hiervan
Bivariate Concepten
De hoeveelheid elementen in een verzameling.
Cardanaliteit
De cognitieve representatie van de eigenschappen die een verzameling stimuli of concepten delen.
Categorie
Het cognitieve proces van het bepalen tot welke categorie een stimulus of concept behoort, op basis van de eigenschappen hiervan.
Categorisatie
Het vermogen om de kwalitatieve eigenschappen van individuele objecten of ideeën samen te voegen en te representeren.
Conceptualisatie
Een neuropsychologische conditie die gekenmerkt wordt door een verminderd vermogen om numerieke informatie te verwerken.
Dyscalculie
De perceptie van een lichtflits ten gevolge van directe mechanische stimulatie van de oogbol of ten gevolge van directe stimulatie van het visuele systeem.
Fosfeen Perceptie
Categorieën die op basis van éénduidige regels van elkaar onderscheiden kunnen worden.
Goed Gedefinieerde Categorieën
Het herkennen van individuele details van specifieke objecten.
Individuatie
Een hypothetisch lijn, waarop we intern in ons werkgeheugen getallen ordenen.
Mental Number line
Een extensie van de mental number line, die veronderstelt dat we in ons visuele werkgeheugen objecten in specifieke volgordes ordenen.
Mental White Board
Een type categorie wat bestaat uit een willekeurige toewijzing van een label aan een exemplaar wat aan één of meer specifieke van deze criteria voldoet.
Nominale Type Categorie