hoofdstuk 13 Flashcards
Geheugenverlies. Er bestaan verschillende vormen (anterograde en retrograde).
Amnesie
Een vorm van geheugenverlies waarbij de patiënt niet meer in staat is om nieuwe herinneringen op te slaan na het accident wat het geheugenverlies veroorzaakt heeft.
Anterograde Amnesie
Een beschrijving van de deelsystemen die tezamen het geheugen vormen.
Architectuur van het Geheugen
Een theoretisch model wat ontwikkeld is om het verschil tussen familiariteit en recollectie te verklaren.
Binding-of-item-and-context-model
Een theorie die veronderstelt dat episodische herinneringen een consolidatieproces ondergaan in de hippocampus vóór transfer naar het langetermijngeheugen.
Consolidatietheorie
De hypothetische manier waarop herinneringen in het brein zouden zijn opgeslagen.
Engram
Een theorie die beschrijft hoe episodische herinneringen langzaam maar zeker omgevormd worden tot semantische herinneringen.
Episodic-to-semantic shift theorie
Het deel van het geheugen waar je persoonlijke herinneringen opgeslagen zijn.
Episodisch Geheugen
Het idee dat één deel van de cortex de functionaliteit van een ander deel kan overnemen.
Equipotentialiteit
Een relatief zeldzame vorm van Dementie, die vooral gekenmerkt wordt door problemen met de sequentiëring van cognitieve acties.
Fronto-temporale dementie
De verzameling cognitieve processen, zoals retentie, ophaling, en encodering, die gerelateerd zijn aan het functioneren van het geheugen.
Geheugenprocessen
Een hypothetisch model voor de representatie van concepten in het semantisch geheugen, bestaande uit een centrale, abstracte, hub, en diverse perifere spaken die worden gevormd door sensorische en motorische representaties van het concept.
Hub en Spaakmodel
Een neurologisch syndroom wat gekenmerkt wordt door anterograde en retrograde amnesie en wat vaak veroorzaakt wordt door een vitamine B1 (thiamine) deficiëntie ten gevolge van een chronisch alcoholmisbruik.
Korsakoff (Syndroom van)
Syndroom van Korsakoff
Onderdeel van ons geheugen waar informatie in min of meer vaste vorm wordt opgeslagen.
Lange-termijn Geheugen
Een door Karl Lasley ontwikkelde theorie die stelt dat de tijd die benodigd is om een vaardigheid te leren afhankelijk is van de hoeveelheid beschikbare cortex.
Mass Action
Een theorie die veronderstelt dat de hippocampus altijd betrokken is bij zowel bij het vastleggen van herinneringen als bij het reactiveren ervan.
Multiple trace theorie
Deel van het geheugen waar impliciete kennis, zoals motorische vaardigheden, is opgeslagen. Fenomenen als priming, conditionering en habituatie/sensitisatie hebben te maken met dit deel van het geheugen.
Non-Declaratieve Geheugen
Impliciet Geheugen
Een door Bahrick geïntroduceerde term om de robuustheid van sommige episodische herinneringen be beschrijven.
Permastore
Het vormen van nieuwe relaties tussen items en hun context.
Relationeel Leren
Een vorm van geheugenverlies die gekenmerkt wordt door het feit dat herinneringen van voor het veroorzakende accident zijn aangetast.
Retrograde Amnesie
Het fenomeen dat episodische herinneringen na verloop van tijd veranderen in semantische herinneringen.
Semanticisatie
en stoornis die wordt gekenmerkt door een ernstig verlies van conceptuele kennis, terwijl episodische herinneringen en de meeste cognitieve functies nog redelijk intact zijn.
Semantische dementie
Een algemeen principe wat beschrijft hoe semantische kennis is opgeslagen in een associatief netwerk. De activatie van één concept verspreid zich door het netwerk, waardoor geassocieerde concepten ook in zekere mate worden geactiveerd.
Spreading Activation
Het geheugen waar onze abstracte feitenkennis opgeslagen is.
Semantisch Geheugen
Deel van het lange-termijn geheugen waar onze bewuste herinneringen in opgeslagen zijn.
Declaratieve Geheugen
Een netwerk van langetermijngeheugen representaties die met elkaar geassocieerd zijn.
Semantisch Netwerk
een subcorticaal hersengebied, bestaande uit een ventraal en dorsaal deel, wat enerszijds betrokken is bij de automatisering van routineuze handelingen en anderszijds bij het verwerken van beloningen en het in stand houden van gemotiveerd gedrag.
Striatum