hoofdstuk 14 Flashcards
Een door Hermann Ebbinghaus ontwikkelde methode om de mate van vergeten in het langetermijngeheugen te kwantificeren.
Bespaarmethode
Een deel van het lange-termijn geheugen wat een hogere staat van activatie heeft, waardoor informatie in dit deel van het geheugen taakdoelen kan beïnvloedden. Onderdeel van de enkelvoudige opslagmodellen van het werkgeheugen.
Brede Focus
Regio van Directe Toegang
Een onderdeel van het werkgeheugen. Wordt verondersteld een rol te spelen in het reguleren van de toegang tot en manipulatie van informatie in het werkgeheugen.
Central Executive
Een positieve ERP component, die geassocieerd wordt met het onderdrukken van saillante, maar irrelevante stimuli.
Distractor Positivity (Pd)
Het tijdelijk (< 500 ms) vasthouden van auditieve informatie door de auditieve buffer, voordat hier aandacht aan geschonken kan worden.
Echoïsch Geheugen
Onderdeel van het werkgeheugen, waar auditief-fonologische informatie en visuo-spatiële informatie worden geïntegreerd met lange-termijn representaties.
Episodische buffer
Alle woorden die slecht één foneem verschillen van een doelwoord.
Fonologische buurt
Een vorm van dyslexie die vooral gekenmerkt wordt door problemen met de uitspraak van non-woorden en onbekende woorden.
Fonologische dyslexie
Het effect dat fonologisch gezien vergelijkbare woorden minder goed worden onthouden van fonologisch gezien meer distinctieve woorden.
Fonologische similariteitseffect
De capaciteit van het korte-termijngeheugen, uitgedrukt in termen van het aantal eenheden informatie wat onthouden kan worden.
Geheugenspanne
Het fenomeen dat informatie in het langetermijngeheugen gericht, door middel van instructies, vergeten kan worden.
Gericht Vergeten
Het tijdelijk vasthouden van informatie in een visuele buffer, voordat aandacht deze informatie kan overdragen naar het lange-termijn geheugen.
Iconisch Geheugen
Onderdeel van het visuele werkgeheugen, wat betrokken is bij de opslag van spatiële informatie en beweging en bij de herhaling van visuele informatie.
Inner Scribe
Een maat om de capaciteit van het werkgeheugen te meten.
Leesspanne
Het automatisch herhalen van het resultaat van een eerdere verwerking van een stimulus om de stimulus te onthouden. | Het mentaal herhalen van een stimulusverwerking om de stimulus te onthouden.
Maintenance Rehearsal
Een taak die de effecten van werkgeheugenbelasting meet, doordat het huidige item vergeleken moet worden met het item wat N posities terug gepresenteerd werd.
N-Back taak
Een techniek om de capaciteit van het werkgeheugen te meten.
Operatiespanne
Het fenomeen dat woorden uit het begin van een reeks beter onthouden worden dan woorden uit het midden.
Primacy effect
Het fenomeen dat woorden uit het eind van een reeks beter onthouden worden dan woorden uit het midden.
Recency effect
Een curve die de kans op het succesvol herinneren van een woord in functie van de oorspronkelijk volgorde van aanbieding van dat woord beschrijft
Seriële positie curve
Het fenomeen dat de informatie beter onthouden wordt wanneer je jezelf regelmatig test.
Testing-Effect
Een theorie die beschrijft waarom de specifieke aspecten van een stimulus die in het geheugen opgeslagen worden afhankelijk zijn van de aard van de leertaak.
Transfer-appropriate Processing
Onderdeel van het visueel werkgeheugen waar informatie over visuele vorm en kleur wordt opgeslagen
Visual Cache
Het fenomeen dat de hoeveelheid woorden wat je kan onthouden mede bepaald wordt door de lengte van deze woorden. Hoe langer de woorden hoe minder je er kan onthouden.
Woordlengte effect
Een korte-termijn geheugensysteem wat niet alleen maar informatie gedurende korte tijd kan vasthouden, maar wat deze informatie ook kan manipuleren.
Working Memory
Een zodanige groepering van gerelateerde items dat deze als eenheid in het korte termijn geheugen opgeslagen kunnen worden.
Chunk (Geheugen)
Geheugen chunk
Een cognitief syndroom wat gekenmerkt wordt door een grote verscheidenheid aan problemen op het gebied van inhibitoire controle, focus, taakwisseling, enz.
Dysexecutief syndroom
Een ERP component die ongeveer 200 ms na aanbieding van een visuele stimulus optreedt. Gerelateerd aan de ontplooiing van aandacht.
N2pc
Het vormen van nieuwe relaties tussen items en hun context.
Relationeel Leren