Hoofdstuk 20: Getal en cognitie Flashcards
Wat is nummerieke cognitie?
Het feit dat we kunnen rekenen impliceert dat we er op de een of andere manier in geslaagd zijn om ons besef van aantallen en grootte om te zetten in een mentale representatie, om symbolen te koppelen aan deze representatie en om deze symbolen op een systematische wijze te manipuleren
- Besef van grootte
- Strategieën om te rekenen
- Dissociabele Processen
Wat is categorisatie?
- Mogelijkheid tot abstractie en generalisatie
- Vermindering van belasting geheugen
- Hoe gaan we om met uitzonderingen?
- Goed vs slechtgedefiniëerde categorieën
Wie deed onderzoek naar nummerieke cognitie?
- Gordon et al.
- Kahneman en Tversky
- Fontenari et al.
- Feigson et al.
Geef het onderzoek van Gorden et al. naar nummerieke cogitie
studie bij Piraha stam waarbij hij wou testen of deze mensen numerieke oordelen konden
maken. De taal van de stap bestaat uit telwoorden: een, twee, veel. En de Accuratesse is zeer laag na aantallen van drie of meer.
Geef het onderzoek van Kahneman en Tversky. naar nummerieke cogitie
een zeker besef van orde van grootte, aantallen en verhoudingen al bij acht
maanden oude kinderen aanwezig is. Als de inhoud van de doos dan niet overeenkwam met wat de proefleiders er in hadden gestopt gingen de kinderen veel langer kijken.
Geef het onderzoek van Fontenari et al. naar nummerieke cogitie
- Deed onderzoek bij de Mayas. Daar vonden ze evidentie voor intuïtieve
kansberekening. Het spel ging als volgt: spel waarbij deelnemers een zwart muntje moesten bemachtigen. - Er was keuze uit een stapel met veel en weinig zwarte muntjes. Men zag dat de prestatie vergelijkbaar was met de italiaanse controlegroep.
- Hieruit kunnen we beweren dat het basisbesef van grootte en proportie waarschijnlijk is aangeboren en niet afhankelijk van aangeleerde taalkunsten.
Geef het onderzoek van Feigenson et al. naar het feit of nummerieke cogitie is aangeboren?
identificeren twee kernsystemen over grootteprestatie. Grootte informatie zowel op
een verbale als op een non-verbale wijze gepresenteerd kan worden: -
* Verbaal = getalsinformatie -
* Non-verbaal = mentale visuele inbeelding
Besef van verhoudingen al bij babies aanwezig -
* Sterke toename precisie met leeftijd - -
* Expliciete representatie: limiet bij 3 eenheden
* Twee kernsystemen —> kernsysteem 1 (continue representatie) en kernsysteem 2 (beperkt tot 3 eenheden)
Wat is getealrepresentatie?
Nummers of nummerwoorden, dit zijn woorden om aantallen of groottes uit te drukken. Verschillende getallenstelsels: arabisch, romeins, babylonisch (spijkerschrift). Basis: decimaal stelsel (10 als basis en bouwen daarop verder), maar ook andere nummersystemen(20 of 60), binair (computersysteem met 0 en 1) of varianten daarop.
Geef de basiseigenschappen ban getalrepresentatie.
**Verwerking van getallen is afhankelijk van: **-
* Getalgrootte : het duurt langer om grote getallen te benoemen dan kleine. Dit gewoon omdat het langer duurt om de langere reeks cijfers op te noemen - -
* Relatieve frequentie : veelvoorkomende getallen worden sneller verwerkt dan minder vaak voorkomende
* Afstand tussen twee getallen : als we sequenties van getallen moeten verwerken wordt het volgende getal in de reeks sneller verwerkt wanneer het qua grootte overeenkomt met het eerdere getal in de reeks
* Symbolische afstandseffect
* Apprehensiespan
Wat is het Symbolische afstandseffect?
= snelheid van grootte beoordelingen afhankelijk van relatieve afstand
tussen twee getallen.
Wat is Apprehensiespan?
= het maximumaantal elementen dat we gelijktijdig bewust kunnen verwerken - -
* Jevons: deed experiment op zichzelf door bonen op de grond te gooien
* Maximaal aantal elementen dat we gelijktijdig bewust kunnen verwerken is ongeveer vier of vijf items
Wat is subiteren?
= in één oogopslag een hoeveelheid vaststellen, is niet hetzelfde als tellen
* Logan en Zbrodoff deden een replicatie van Jevons studie
Wat zegt de studie van Logan en Zbrodofff?
- deden een replicatie van Jevons studie.
- Deze was echter beter gecontroleerd.
- Er is een “knik” in reactietijd verloop bij vier items.
- Er is een verschil tussen subiteren en tellen.
- Subiteren is meteen kunnen zeggen wat de hoeveelheid is, tellen moet je echt uitvoeren.
Wat zijn de mogelijke verklaringen van subiteren?
- Beperkte werkgeheugencapaciteit
- Just noticable difference
- Patroonherkenning
- Object individualisatie
Leg Beperkte werkgeheugencapaciteit uit als verklaring voor subiteren
We zouden aantallen vaststellen door ieder element in het stippenpatreoon serieel te vergelijken met een rangordenummer die we hiervoor in ons werkgeheugen
moeten activeren —> omdat werkgeheugen beperkt is kunnen we slechts 1-4 rangordenummers activeren. ➔ implausibel
Leg Just noticable difference uit als verklaring voor subiteren
- Bij grotere aantallen zijn we minder goed in staat om kleine verschillen tussen patronenwaar te nemen
- De kleinste verandering van een stimulus die we kunnen waarnemen hangt lineair samen met de grootte van de stimulus zelf —>** weber-fractie **
Leg Just Patroonherkenning uit als verklaring voor subiteren
- Kleine aantallen kunnen in principe altijd visueel in een geometrisch patroon opgeslagen
worden
Hoe groter het aantal, hoe groter het aantal beschikbare patronen
Leg Object individuatie uit als verklaring voor subiteren
= proces waarmee individuele objecten in een scène geïsoleerd, geïdentificeerd en in het
werkgeheugen opgeslagen worden. De capaciteit van ons visueel geheugen ligt op ongeveer vier objecten.
Wat is de Biologische basis van subiteren?
Ester et al: rapporteren van aantal stippen in één visueel halfveld werden aangeboden. Toename van
N2pc ERP amplitude
Nieder en Miller: verandering van single call activatie in intrapartiëtale sulcus – zowel tijdens perceptie
als tijdens het onthouden.
Wat is tellen?
Formeel: het bepalen van de cardanaliteit (bepalen van het aantal er aanwezig zijn in een verzameling) Overlopen van alle elementen uit de verzameling: bijhouden in werkgeheugen welke elementen al gezien zijn (bewegende objecten).
Ophogen van rangordeteller voor ieder element: afleiding ‘de tel kwijt zijn’ 66
Harop of subvocaal: bij snelheden die te hoog zijn om een verbale telstrategie te gebruiken kunnen we
terugvallen op een mentale groottepresentatie.
Hoe kunnen we schatten?
Het is afhankelijk van situatie en kunnen we gebruikmaken van verschillende strategieën -
* Gebruik maken van een referentieobject -
* Tellen van een representatieve deelverzameling
* Probleem hiermee is dat de deelverzameling die we gekozen hebben misschien niet
representatief is, waardoor we een schattingsfout kunnen maken.
Wat is het Snarc-effect?
Spatial numerical association of respons codes (SNARC) = relatief kleine getallen associëren we met links en relatief grote getallen met rechts
!!Opm: het is relatief: wanneer we getallen uit de reeks 1 tot 12 gebruiken, wordt het getal 12 met rechts geassocieerd, terwijl wanneer de we reeks 12 tot 23 gebruiken, wordt 12 geassocieerd met links
Hoe is Getalrepresentatie in het werkgeheugen?
Fosfeenperceptie
Kleine getallen stimuleren de gevoeligheid van onze visuele cortex voor informatie in ons linker visuele veld en grote getallen voor informatie die rechts gepresenteerd wordt.
Mentale whiteboard hypothese
Wat is Fosfeenperceptie
= sensatie van het waarnemen van een visuele lichtflits